Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/339
Valsheid in geschrift d.m.v. valse dagvaarding. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 05-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:302
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 maart 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
17/02553
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:302, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:25, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑01‑2019
Essentie
Valsheid in geschrift d.m.v. valse dagvaarding. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
5 maart 2019
Strafkamer
nr. S 17/02553
AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 15 mei 2017, nummer 21/002379-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1. De verdachte is bij arrest van 15 mei 2017 door het gerechtshof Arnhem- Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, wegens ‘opzettelijk gebruik maken van een vals of vervalst geschrift, als bedoeld in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.