Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 139/2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (EG-concentratieverordening)
Artikel 14 Geldboeten
Geldend
Geldend vanaf 18-02-2004
- Bronpublicatie:
20-01-2004, PbEG 2004, L 24 (uitgifte: 29-01-2004, regelingnummer: 139/2004)
- Inwerkingtreding
18-02-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-01-2004, PbEG 2004, L 24 (uitgifte: 29-01-2004, regelingnummer: 139/2004)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / Algemeen
1.
De Commissie kan bij beschikking aan de in artikel 3, lid 1, onder b), bedoelde personen, aan ondernemingen en aan ondernemersverenigingen geldboeten opleggen van ten hoogste 1 % van de totale omzet van de betrokken onderneming of ondernemersvereniging, zoals bedoeld in artikel 5, indien zij opzettelijk of uit onachtzaamheid:
- a)
in een kennisgeving, verklaring, aanmelding of aanvulling op een aanmelding, zoals bedoeld in artikel 4, artikel 10, lid 5, of artikel 22, lid 3, onjuiste of misleidende inlichtingen verstrekken;
- b)
in antwoord op een verzoek in de zin van artikel 11, lid 2, onjuiste of misleidende inlichtingen verstrekken;
- c)
in antwoord op een verzoek bij een beschikking overeenkomstig artikel 11, lid 3, onjuiste, onvolledige of misleidende inlichtingen verstrekken, dan wel de inlichtingen niet verstrekken binnen de vastgestelde termijn;
- d)
tijdens een inspectie overeenkomstig artikel 13 geen volledige inzage geven in de ter inzage verlangde boeken of andere bescheiden in verband met het bedrijf, dan wel zich niet aan een overeenkomstig artikel 13, lid 4, bij beschikking gelaste inspectie onderwerpen;
- e)
in antwoord op een overeenkomstig artikel 13, lid 2, onder e), gestelde vraag
- —
een onjuist of misleidend antwoord geven,
- —
nalaten binnen een door de Commissie gestelde termijn een door een personeelslid gegeven onjuist, onvolledig of misleidend antwoord te rectificeren, dan wel
- —
nalaten of weigeren een volledig antwoord te geven met betrekking tot feiten in verband met het voorwerp en het doel van een overeenkomstig artikel 13, lid 4, bij beschikking gelaste inspectie;
- f)
zegels die door de door de Commissie gemachtigde functionarissen of andere begeleidende personen overeenkomstig artikel 13, lid 2, onder d), zijn aangebracht, verbreken.
2.
De Commissie kan aan de in artikel 3, lid 1, onder b), bedoelde personen of aan de betrokken ondernemingen bij beschikking geldboeten van ten hoogste 10 % van de totale omzet van de betrokken onderneming, zoals bedoeld in artikel 5, opleggen, indien zij opzettelijk of uit onachtzaamheid:
- a)
nalaten een concentratie overeenkomstig artikel 4 of artikel 22, lid 3, vóór de totstandkoming ervan aan te melden, tenzij zij daartoe uitdrukkelijk zijn gemachtigd krachtens artikel 7, lid 2, dan wel bij een overeenkomstig artikel 7, lid 3, gegeven beschikking;
- b)
een concentratie tot stand brengen zonder inachtneming van artikel 7;
- c)
een concentratie tot stand brengen die bij beschikking krachtens artikel 8, lid 3, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard, of niet de bij een overeenkomstig artikel 8, lid 4 of lid 5, gegeven beschikking voorgeschreven maatregelen treffen;
- d)
handelen in strijd met een voorwaarde of een verplichting opgelegd bij een krachtens artikel 6, lid 1, onder b), artikel 7, lid 3, of artikel 8, lid 2, tweede alinea, gegeven beschikking.
3.
Bij de vaststelling van het bedrag van de geldboete dient met de aard, de zwaarte en de duur van de inbreuk rekening te worden gehouden.
4.
De krachtens de leden 1, 2 en 3 gegeven beschikkingen hebben geen strafrechtelijk karakter.