Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 139/2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (EG-concentratieverordening)
Artikel 10 Termijnen voor het inleiden van de procedure en voor het geven van de beschikkingen
Geldend
Geldend vanaf 18-02-2004
- Bronpublicatie:
20-01-2004, PbEG 2004, L 24 (uitgifte: 29-01-2004, regelingnummer: 139/2004)
- Inwerkingtreding
18-02-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-01-2004, PbEG 2004, L 24 (uitgifte: 29-01-2004, regelingnummer: 139/2004)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / Algemeen
1.
Onverminderd artikel 6, lid 4, moeten de in artikel 6, lid 1, genoemde beschikkingen uiterlijk binnen 25 werkdagen worden gegeven. Deze termijn vangt aan op de eerste werk dag[lees: werkdag] na de ontvangst van de aanmelding of, indien de bij de aanmelding te verstrekken gegevens onvolledig zijn, op de eerste werk dag[lees: werkdag] na de ontvangst van de volledige gegevens.
Deze termijn wordt tot 35 werkdagen verlengd, indien een lidstaat overeenkomstig artikel 9, lid 2, een verzoek bij de Commissie indient of indien de betrokken ondernemingen overeenkomstig artikel 6, lid 2, verbintenissen aanbieden teneinde de concentratie verenigbaar te maken met de gemeenschappelijke markt.
2.
Beschikkingen op grond van artikel 8, lid 1 of lid 2, met betrekking tot aangemelde concentraties moeten gegeven worden zodra de in artikel 6, lid 1, onder c), genoemde ernstige twijfel blijkt te zijn weggenomen, met name doordat de betrokken ondernemingen wijzigingen hebben aangebracht, en uiterlijk binnen de in lid 3 gestelde termijn.
3.
Onverminderd artikel 8, lid 7, moeten krachtens artikel 8, leden 1 tot en met 3, gegeven beschikkingen betreffende aangemelde concentraties uiterlijk worden gegeven binnen 90 werkdagen na de dag waarop de procedure is ingeleid. Deze termijn wordt tot 105 werkdagen verlengd indien de betrokken ondernemingen overeenkomstig artikel 8, lid 2, tweede alinea, verbintenissen aanbieden om de concentratie verenigbaar te maken met de gemeenschappelijke markt, tenzij die verbintenissen minder dan 55 werkdagen na de inleiding van de procedure zijn aangeboden.
De in de eerste alinea genoemde termijnen worden eveneens verlengd, indien de aanmeldende partijen uiterlijk binnen 15 werkdagen na de inleiding van de procedure op grond van artikel 6, lid 1, onder c), een verzoek daartoe indienen. De aanmeldende partijen kunnen slechts één dergelijk verzoek indienen. Evenzo kunnen op elk ogenblik na de inleiding van de procedure de in de eerste alinea genoemde termijnen met instemming van de aanmeldende partijen door de Commissie worden verlengd. De totale duur van de verlenging of verlengingen die overeenkomstig deze alinea worden toegestaan, mag niet meer dan 20 werkdagen bedragen.
4.
De in de leden 1 en 3 gestelde termijnen worden bij uitzondering geschorst indien de Commissie zich door omstandigheden die aan een der bij de concentratie betrokken ondernemingen kunnen worden toegerekend, genoodzaakt zag bij beschikking overeenkomstig artikel 11 inlichtingen te vragen of bij beschikking op grond van artikel 13 een inspectie te gelasten.
Het bepaalde in de eerste alinea is ook van toepassing op de in artikel 9, lid 4, onder b), bedoelde termijn.
5.
Wanneer het Hof van Justitie een arrest wijst waarbij een beschikking van de Commissie die binnen een in dit artikel gestelde termijn moet worden gegeven, geheel of gedeeltelijk wordt vernietigd, wordt de concentratie door de Commissie opnieuw onderzocht met het oog op het geven van een beschikking overeenkomstig artikel 6, lid 1.
De concentratie wordt opnieuw onderzocht in het licht van de marktomstandigheden.
De aanmeldende partijen dienen onverwijld een nieuwe aanmelding in of vullen de oorspronkelijke aanmelding aan, indien de oorspronkelijke aanmelding onvolledig is geworden doordat er zich wijzigingen hebben voorgedaan in de marktomstandigheden of in de verstrekte informatie. Indien er zich geen dergelijke wijzigingen hebben voorgedaan, leggen de partijen onverwijld een verklaring in die zin af.
De in lid 1 gestelde termijnen vangen aan op de eerste werkdag na de ontvangst van volledige gegevens in een nieuwe aanmelding, van een aanvullende aanmelding of van een verklaring zoals bedoeld in de derde alinea.
Het bepaalde in de tweede en de derde alinea is ook van toepassing op de in artikel 6, lid 4, en in artikel 8, lid 7, bedoelde gevallen.
6.
Indien de Commissie noch uit hoofde van artikel 6, lid 1, onder b) of c), noch uit hoofde van artikel 8, lid 1, 2 of 3, binnen de respectievelijk in de leden 1 en 3 vastgestelde termijnen een beschikking heeft gegeven, wordt de concentratie geacht verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te zijn verklaard, onverminderd artikel 9.