Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 139/2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (EG-concentratieverordening)
Artikel 24 Betrekkingen met derde landen
Geldend
Geldend vanaf 18-02-2004
- Bronpublicatie:
20-01-2004, PbEG 2004, L 24 (uitgifte: 29-01-2004, regelingnummer: 139/2004)
- Inwerkingtreding
18-02-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-01-2004, PbEG 2004, L 24 (uitgifte: 29-01-2004, regelingnummer: 139/2004)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / Algemeen
1.
De lidstaten stellen de Commissie in kennis van alle moeilijkheden van algemene aard die hun ondernemingen in een derde landen ondervinden bij concentraties zoals bedoeld in artikel 3.
2.
De Commissie stelt, voor de eerste maal niet later dan één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening en vervolgens periodiek, een verslag op waarin de in de leden 3 en 4 bedoelde behandeling van ondernemingen die hun zetel of hun belangrijkste werkterreinen in de Gemeenschap hebben, met betrekking tot concentraties in derde landen wordt onderzocht. De Commissie legt deze verslagen, eventueel vergezeld van aanbevelingen, voor aan de Raad.
3.
Indien de Commissie op grond van de in lid 2 bedoelde verslagen of op basis van andere informatie vaststelt dat een derde land de ondernemingen die hun zetel of hun belangrijkste werkterreinen in de Gemeenschap hebben, geen behandeling geeft die vergelijkbaar is met die welke de Gemeenschap toekent aan ondernemingen van dat derde land, kan zij aan de Raad voorstellen doen om een passend onderhandelingsmandaat te verkrijgen, teneinde voor ondernemingen die hun zetel of hun belangrijkste werkterreinen in de Gemeenschap hebben, een vergelijkbare behandeling te verkrijgen.
4.
Onverminderd artikel 307 van het Verdrag, moeten de krachtens dit artikel getroffen maatregelen stroken met de verplichtingen van de Gemeenschap of van de lidstaten, uit hoofde van bilaterale of multilaterale internationale overeenkomsten.