Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/669
Mensenhandel door medenemen van een ander vanuit Nederland naar Duitsland om prostitutiewerkzaamheden te verrichten. Uitbuiting, art. 273f Sr. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2016:857 en ECLI:NL:HR:2019:1026. Oordeel dat i.c. sprake is van uitbuiting geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.
HR 19-05-2020, ECLI:NL:HR:2020:891
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 mei 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
18/04881
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:891, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:280, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑03‑2020
Essentie
Mensenhandel door medenemen van een ander vanuit Nederland naar Duitsland om prostitutiewerkzaamheden te verrichten. Uitbuiting, art. 273f Sr. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2016:857 en ECLI:NL:HR:2019:1026. Oordeel dat i.c. sprake is van uitbuiting geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/04881
Datum 19 mei 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 24 oktober 2018, nummer 20/000069-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1977,
hierna: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.