Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/663
Poging doodslag. Geen vrijwillige terugtred. Stoppen met uitvoeringshandelingen naar aard en tijdstip niet geschikt om intreden gevolg te beletten.
HR 19-05-2020, ECLI:NL:HR:2020:903
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 mei 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
18/04831
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS202655:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:903, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:151, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑02‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑09‑2019
- Wetingang
Art. 46b Sr
Essentie
Poging doodslag. Geen vrijwillige terugtred. Het enkele stoppen met de uitvoeringshandelingen was naar aard en tijdstip niet geschikt om het intreden van het gevolg te beletten.
Samenvatting
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat zij ter uitvoering van het door haar voorgenomen misdrijf om het slachtoffer (een kind) opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet voornoemd slachtoffer meermalen, althans eenmaal heeft gewurgd en/of heeft verstikt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Het cassatiemiddel klaagt dat het hof het beroep op vrijwillige terugtred ten onrechte heeft verworpen. Bij de beoordeling van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.