Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/241
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Pachtrecht. Schending onderhoudsverplichtingen door pachter. Door de rechter verleende terme de grâce om alsnog aan onderhoudsverplichting te voldoen (art. 7:376 lid 2 BW). Kan de rechter vordering tot ontbinding pachtovereenkomst afwijzen op de grond dat de na het verstrijken van de terme de grâce nog resterende tekortkoming ontbinding niet rechtvaardigt (art. 6:265 lid 1 BW)?
HR 18-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:280
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 februari 2022
- Magistraten
Mrs. H.M. Wattendorff, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons
- Zaaknummer
20/04119
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Pachtrecht / Pachtovereenkomst
Pachtrecht / Rechten en verplichtingen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:280, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:828, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑09‑2021
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Pachtrecht. Schending onderhoudsverplichtingen door pachter. Door de rechter verleende terme de grâce om alsnog aan onderhoudsverplichting te voldoen (art. 7:376 lid 2 BW). Kan de rechter vordering tot ontbinding pachtovereenkomst afwijzen op de grond dat de na het verstrijken van de terme de grâce nog resterende tekortkoming ontbinding niet rechtvaardigt (art. 6:265 lid 1 BW)?
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 20/04119
Datum 18 februari 2022
ARREST
In de zaak van
[verpachter],wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie, verweerder in het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.