Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies en emissies uit de veehouderij (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging)
Artikel 46 Controle van de emissies
Geldend
Geldend vanaf 06-01-2011
- Redactionele toelichting
Dit artikel is gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2012, L 158).
- Bronpublicatie:
24-11-2010, PbEU 2010, L 334 (uitgifte: 17-12-2010, regelingnummer: 2010/75/EU)
- Inwerkingtreding
06-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2010, PbEU 2010, L 334 (uitgifte: 17-12-2010, regelingnummer: 2010/75/EU)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
1.
De afgassen van afvalverbrandingsinstallaties en afvalmeeverbrandingsinstallaties moeten op gecontroleerde wijze worden afgevoerd door een schoorsteen waarvan de hoogte zo wordt berekend dat de menselijke gezondheid en het milieu daardoor worden beschermd.
2.
De emissies in de lucht van afvalverbrandingsinstallaties en afvalmeeverbrandingsinstallaties mogen de in deel 3 en deel 4 van bijlage VI vastgestelde of overeenkomstig deel 4 van die bijlage bepaalde emissiegrenswaarden niet overschrijden.
Wanneer in een afvalmeeverbrandingsinstallatie meer dan 40 % van de vrijkomende warmte afkomstig is van gevaarlijk afval, of wanneer in de installatie onbehandeld ongesorteerd stedelijk afval wordt meeverbrand, zijn de emissiegrenswaarden van deel 3 van bijlage VI van toepassing.
3.
Lozingen in het aquatisch milieu van bij de reiniging van afgassen ontstaan afvalwater moeten voor zover doenlijk worden beperkt en de concentraties van verontreinigende stoffen mogen de emissiegrenswaarden van deel 5 van bijlage VI niet overschrijden.
4.
De emissiegrenswaarden zijn van toepassing op het punt waar het bij de reiniging van afgassen ontstane afvalwater door de afvalverbrandings- of afvalmeeverbrandingsinstallatie wordt geloosd.
Wanneer het bij de reiniging van afgassen ontstane afvalwater buiten de afvalverbrandings- of afvalmeeverbrandingsinstallatie wordt gezuiverd in een zuiveringsinstallatie die uitsluitend voor de zuivering van dit type afvalwater is bestemd, zijn de emissiegrenswaarden van deel 5 van bijlage VI van toepassing op het punt waar het afvalwater de zuiveringsinstallatie verlaat. Als het bij de reiniging van afgassen ontstane afvalwater hetzij ter plaatse, hetzij op een andere locatie gezamenlijk met afvalwater uit andere bronnen wordt gezuiverd, bepaalt de exploitant aan de hand van passende massabalansberekeningen, met gebruikmaking van de meetresultaten als omschreven in bijlage VI, deel 6, punt 3, hoe groot het aandeel van de emissies in de uiteindelijk geloosde hoeveelheid afvalwater is dat kan worden toegeschreven aan het bij de reiniging van afgassen ontstane afvalwater.
In geen geval mag afvalwater worden verdund om te voldoen aan de emissiegrenswaarden van deel 5 van bijlage VI.
5.
De terreinen van afvalverbrandings- en afvalmeeverbrandingsinstallaties, met de bijbehorende terreinen voor de opslag van afval, worden zodanig ontworpen en geëxploiteerd dat het ongeoorloofd en accidenteel vrijkomen van verontreinigende stoffen in bodem, oppervlaktewater en grondwater wordt voorkomen.
Er moet worden voorzien in opvangcapaciteit voor van het terrein van de afvalverbrandings- of afvalmeeverbrandingsinstallatie wegvloeiend verontreinigd hemelwater en voor verontreinigd water dat afkomstig is van overlopen of brandbestrijding. De opvangcapaciteit dient zodanig te zijn, dat dit water, alvorens het wordt geloosd, zo nodig kan worden onderzocht en behandeld.
6.
Onverminderd artikel 50, lid 4, onder c), gaat de afvalverbrandingsinstallatie of de afvalmeeverbrandingsinstallatie, of gaan de afzonderlijke ovens die deel uitmaken van een afvalverbrandingsinstallatie of afvalmeeverbrandingsinstallatie, bij overschrijding van de emissiegrenswaarden in geen geval meer dan vier uur ononderbroken door met de verbranding van afval.
De totale tijdsduur gedurende welke een installatie in die omstandigheden in werking is, mag per jaar niet meer bedragen dan 60 uur.
De in de tweede alinea vastgestelde tijdslimiet geldt voor die ovens die verbonden zijn met één enkel afgasreinigingsapparaat.