Einde inhoudsopgave
RvdW 2010, 324
HR, 19-02-2010, nr. 08/00331: Erven Koster/Postma
HR 19-02-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK6150 (Erven Koster/Postma)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 februari 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
08/00331
- Conclusie
plv. P-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BK6150
- Roepnaam
Erven Koster/Postma
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Burgerlijk procesrecht (V)
Internationaal publiekrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK6150, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑02‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK6150, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑12‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑01‑2008
- Wetingang
BW art. 1:207; EVRM Eerste Protocol, art. 1
Essentie
Gerechtelijke vaststelling vaderschap ex art. 1:207 BW; terugwerkende kracht; onmiddellijke werking; ‘derden’ in de zin van lid 5; art. 1 Eerste Protocol EVRM. Gezag van gewijsde: zelfde vordering? Dwangsom; hoogte en financieel belang; verhoging in hoger beroep.
Het inroepen van het gezag van gewijsde van de eerdere afwijzing van de vordering tot afgifte van de nalatenschap faalt, nu met de onderhavige vordering, hoezeer deze ook van gelijke strekking is, een geschilpunt aan de rechter wordt voorgelegd dat in de eerdere procedure niet had kunnen worden voorgelegd.
De op 1 april 1999 in werking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.