Einde inhoudsopgave
RvdW 2010, 349
Overschrijding redelijke termijn in cassatiefase.
HR 16-02-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK8490
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 februari 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
07/13184
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BK8490
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK8490, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑02‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK8490, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑12‑2009
Essentie
Overschrijding redelijke termijn in cassatiefase.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 2 november 2007, nummer 20/004776-06, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. D. Moszkowicz, .te Maastricht.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
1.1.
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. D. Moszkowicz, advocaat te Maastricht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, doch uitsluitend wat betreft de hoogte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.