RvdW 2010, 326:Ontslag en schorsing bestuurders stichting door rechtbank; voorlopige voorziening in bestuur; benoeming tijdelijke bestuurder; taak en bevoegdheden tijdelijke bestuurder.

RvdW 2010, 326

Ontslag en schorsing bestuurders stichting door rechtbank; voorlopige voorziening in bestuur; benoeming tijdelijke bestuurder; taak en bevoegdheden tijdelijke bestuurder.

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.

Essentie

Ontslag en schorsing bestuurders stichting door rechtbank; voorlopige voorziening in bestuur; benoeming tijdelijke bestuurder; taak en bevoegdheden tijdelijke bestuurder.

Een op de voet van art. 2:298 lid 2 BW door de rechter te treffen voorlopige voorziening kan inhouden dat een tijdelijke bestuurder van de stichting wordt benoemd. Deze tijdelijke bestuurder heeft, tenzij de rechter anders heeft bepaald, voor de duur van zijn benoeming alle bevoegdheden die de wet en de statuten aan de bestuurder(s) van de desbetreffende stichting toekennen. Hij behoort van zijn bevoegdheden in zoverre een terughoudend gebruik te maken dat hij in beginsel niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.