Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 648/2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters
Artikel 89 Overgangsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2022
- Redactionele toelichting
De termijn genoemd in lid 5 bis, tweede alinea, is verlengd tot 15-06-2019 bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1889 (PbEU 2018, L 309).
- Bronpublicatie:
09-05-2022, PbEU 2022, L 252 (uitgifte: 30-09-2022, regelingnummer: 2022/1671)
- Inwerkingtreding
01-10-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-05-2022, PbEU 2022, L 252 (uitgifte: 30-09-2022, regelingnummer: 2022/1671)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Tot en met 18 juni 2023 is de in artikel 4 vastgestelde clearingverplichting niet van toepassing op otc-derivatencontracten waarvan objectief kan worden aangetoond dat ze beleggingsrisico's verminderen die rechtstreeks met de financiële solvabiliteit van pensioenregelingen verband houden, noch op entiteiten die zijn opgericht om leden van dergelijke regelingen te compenseren wanneer een pensioenregeling in gebreke blijft.
De in artikel 4 vastgestelde clearingverplichting is niet van toepassing op in de eerste alinea van dit lid bedoelde otcderivatencontracten die door pensioenregelingen zijn gesloten in de periode van 17 augustus 2018 tot en met 16 juni 2019.
De door deze entiteiten gedurende deze periode gesloten otc-derivatencontracten welke anders aan de clearingverplichting van artikel 4 onderworpen zouden zijn, worden onderworpen aan de vereisten als neergelegd in artikel 11.
2.
Ten aanzien van de in artikel 2, lid 10, onder c) en d), bedoelde pensioenregelingen wordt de in lid 1 van dit artikel bedoelde vrijstelling door de relevante bevoegde autoriteit verleend per type entiteit of regeling. De bevoegde autoriteit stelt ESMA en de EIOPA van het ontvangen verzoek in kennis. Uiterlijk dertig kalenderdagen na ontvangst van de kennisgeving brengt ESMA in overleg met de EIOPA een advies uit waarin zij beoordeelt of het type entiteit of het type regeling voldoet aan artikel 2, lid 10, onder c) of d), alsook of de vrijstelling gerechtvaardigd is omdat het type entiteit of het type regeling problemen ondervindt om aan de vereisten inzake de variatiemargin te voldoen. De bevoegde autoriteit verleent uitsluitend een vergunning als zij er geheel van overtuigd is dat het type entiteit of het type regeling voldoet aan artikel 2, lid 10, onder c) of d), en problemen ondervindt om aan de vereisten inzake de variatiemargin te voldoen. De bevoegde autoriteit neemt binnen tien werkdagen na de ontvangst van het advies van ESMA een besluit, en neemt dat advies daarbij naar behoren in aanmerking Indien de bevoegde autoriteit het advies van ESMA niet volgt, omkleedt ze haar besluit volledig met redenen en licht zij elke aanzienlijke afwijking van dat advies toe.
ESMA publiceert op haar website een lijst van de typen entiteiten en de typen van de in artikel 2, lid 10, onder c) en d), bedoelde pensioenregelingen waaraan overeenkomstig de eerste alinea een vrijstelling is verleend. ESMA wijdt jaarlijks een collegiale toetsing aan de in de lijst opgenomen entiteiten om de consistentie in de toezichtresultaten verder te versterken, overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
3.
Een CTP die vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening in haar lidstaat van vestiging overeenkomstig het nationaal recht van die lidstaat een vergunning heeft gekregen om clearingdiensten te verrichten voordat alle technische reguleringsnormen uit hoofde van de artikelen 4, 5, 8 tot en met 11, 16, 18, 25, 26, 29, 34, 41, 42, 44, 45, 46, 47, 49, 56 en 81 door de Commissie zijn vastgesteld, dient binnen zes maanden nadat alle technische reguleringsnormen uit hoofde van de artikelen 16, 25, 26, 29, 34, 41, 42, 44, 45, 47 en 49 in werking zijn getreden, voor de toepassing van deze verordening krachtens artikel 14 een aanvraag voor een vergunning in.
Een in een derde land gevestigde CTP die in een lidstaat overeenkomstig het nationaal recht van die lidstaat erkend is om clearingdiensten te verrichten voordat alle technische reguleringsnormen uit hoofde van de artikelen 16, 26, 29, 34, 41, 42, 44, 45, 47 en 49 door de Commissie zijn vastgesteld, dient binnen zes maanden nadat alle technische reguleringsnormen uit hoofde van de artikelen 16, 26, 29, 34, 41, 42, 44, 45, 47 en 49 in werking zijn getreden, voor de toepassing van deze verordening krachtens artikel 25 een aanvraag tot erkenning in.
3 bis.
ESMA oefent haar bevoegdheden op grond van artikel 25, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, niet uit vóór de datum van inwerkingtreding van de gedelegeerde handeling als bedoeld in artikel 25, lid 2 bis, tweede alinea, en in artikel 25 bis, lid 3, en, met betrekking tot CTP’s waarvoor ESMA geen erkenningsbesluit op grond van artikel 25 heeft vastgesteld vóór 1 januari 2020, vóór de datum van inwerkingtreding van de toepasselijke uitvoeringshandeling als bedoeld in artikel 25, lid 6.
3 ter.
Op grond van artikel 25 quater wordt door ESMA voor alle CTP’s die overeenkomstig artikel 25 vóór 1 januari 2020 zijn erkend, binnen vier maanden na de datum van inwerkingtreding van de in artikel 25, lid 2 bis, tweede alinea, bedoelde gedelegeerde handeling, een college opgericht en beheerd.
3 quater.
ESMA toetst, overeenkomstig artikel 25, lid 5, de erkenningsbesluiten die vóór de datum van inwerkingtreding van de in artikel 25, lid 2 bis, tweede alinea, en in artikel 25 bis, lid 3, bedoelde gedelegeerde handelingen op grond van artikel 25, lid 1, zijn vastgesteld, binnen 18 maanden na de datum van inwerkingtreding van de in artikel 25, lid 2 bis, tweede alinea, bedoelde gedelegeerde handeling.
Indien ESMA na de in de eerste alinea van dit lid bedoelde toetsing bepaalt dat een vóór 1 januari 2020 erkende CTP overeenkomstig artikel 25, lid 2 bis, als een tier 2-CTP moet worden ingedeeld, stelt zij een passende aanpassingsperiode van maximaal 18 maanden vast waarbinnen de CTP moet voldoen aan de in artikel 25, lid 2 ter, bedoelde vereisten. ESMA kan de aanpassingsperiode verlengen met maximaal zes maanden op een met redenen omkleed verzoek van de CTP of van de bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op in de Unie gevestigde clearingleden, indien deze verlenging verantwoord is vanwege uitzonderlijke omstandigheden en vanwege de effecten op de in de Unie gevestigde clearingleden.
4.
Totdat er uit hoofde van deze verordening een besluit betreffende de vergunning of de erkenning van een CTP is genomen, blijven de respectieve nationale regels inzake vergunningen of erkenningen van toepassing en blijft de CTP onder toezicht van de bevoegde autoriteit van haar lidstaat van vestiging of erkenning staan.
5.
Wanneer een bevoegde autoriteit aan een CTP een vergunning heeft verleend om overeenkomstig het nationale recht van haar lidstaat een bepaalde categorie derivaten te clearen voordat alle technische reguleringsnormen uit hoofde van de artikelen 16, 26, 29, 34, 41, 42, 45, 47 en 49 door de Commissie zijn vastgesteld, stelt de bevoegde autoriteit van die lidstaat ESMA krachtens artikel 5, lid 1, in kennis van die vergunning binnen één maand na de datum van inwerkingtreding van de technische reguleringsnormen.
Wanneer een bevoegde autoriteit een in een derde land gevestigde CTP erkend heeft om overeenkomstig het nationale recht van haar lidstaat clearingdiensten te verrichten voordat alle technische reguleringsnormen uit hoofde van de artikelen 16, 26, 29, 34, 41, 42, 45, 47 en 49 door de Commissie zijn vastgesteld, stelt de bevoegde autoriteit van die lidstaat ESMA krachtens artikel 5, lid 1, in kennis van die erkenning binnen een maand na de datum van inwerkingtreding van de technische reguleringsnormen.
5 bis.
Tijdens de overgangsperiode van artikel 497 van Verordening (EU) nr. 575/2013 neemt een CTP als bedoeld in dat artikel in de informatie die zij overeenkomstig artikel 50 quater, lid 1, van deze verordening rapporteert, het totale bedrag op van de initiële marge, als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 140, van Verordening (EU) nr. 575/2013, die zij van haar clearingleden heeft ontvangen indien aan beide van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- a)
de CTP heeft geen wanbetalingsfonds;
- b)
de CTP heeft met haar clearingleden geen bindende regeling opgezet die haar de mogelijkheid biedt de van die clearingleden ontvangen initiële marge geheel of gedeeltelijk te gebruiken alsof het voorgefinancierde bijdragen betreft.
6.
Een transactieregister dat in zijn lidstaat van vestiging overeenkomstig het nationale recht van die lidstaat een vergunning heeft gekregen of geregistreerd is voor het verzamelen en bewaren van de vastleggingen van derivaten voordat alle technische regulerings- en uitvoeringsnormen uit hoofde van de artikelen 9, 56 en 81 door de Commissie zijn vastgesteld, dient binnen zes maanden nadat al die technische regulerings- en uitvoeringsnormen in werking zijn getreden krachtens artikel 55 een aanvraag tot registratie in.
Een in een derde land gevestigd transactieregister dat in een lidstaat overeenkomstig het nationale recht van die lidstaat de vastleggingen van derivaten mag verzamelen en bewaren voordat alle technische regulerings- en uitvoeringsnormen uit hoofde van de artikelen 9, 56 en 81 door de Commissie zijn vastgesteld, dient binnen zes maanden nadat al die technische regulerings- en uitvoeringsnormen in werking zijn getreden krachtens artikel 77 een aanvraag tot erkenning in.
7.
Totdat er uit hoofde van deze verordening een besluit betreffende de vergunning of de erkenning van een transactieregister is genomen, blijven de respectieve nationale regels inzake vergunningen of erkenningen van transactieregisters van toepassing en blijft het transactieregister onder toezicht van de bevoegde autoriteit van zijn lidstaat van vestiging of erkenning staan.
8.
Een transactieregister dat in een lidstaat overeenkomstig het nationale recht van die lidstaat een vergunning heeft of erkend is voor het verzamelen en bewaren van de vastleggingen van derivaten voordat de technische regulerings- en uitvoeringsnormen uit hoofde van de artikelen 56 en 81 door de Commissie zijn vastgesteld, kan gebruikt worden om te voldoen aan de rapportageverplichting van artikel 9 totdat er een besluit is genomen over de registratie van het transactieregister krachtens deze verordening.
Een in een derde land gevestigd transactieregister dat in een lidstaat overeenkomstig het nationale recht van die lidstaat de vastleggingen van derivaten mag verzamelen en bewaren voordat alle technische regulerings- en uitvoeringsnormen uit hoofde van de artikelen 56 en 81 door de Commissie zijn vastgesteld, kan gebruikt worden om te voldoen aan de rapportageverplichting van artikel 9 totdat er een besluit is genomen over de erkenning van het transactieregister krachtens deze verordening.
9.
Onverminderd artikel 81, lid 3, onder f), mag een transactieregister, bij ontstentenis van een internationale overeenkomst tussen een derde land en de Unie als bedoeld in artikel 75, tot 17 augustus 2013 de nodige informatie ter beschikking van de relevante autoriteiten van dat derde land stellen, op voorwaarde dat het ESMA in kennis stelt.