Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 648/2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters
Artikel 85 Verslag en toetsing
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
23-10-2019, PbEU 2019, L 322 (uitgifte: 12-12-2019, regelingnummer: 2019/2099)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-10-2019, PbEU 2019, L 322 (uitgifte: 12-12-2019, regelingnummer: 2019/2099)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Uiterlijk op 18 juni 2024 beoordeelt de Commissie de toepassing van deze verordening en stelt zij er een algemeen verslag over op. De Commissie legt dat verslag voor aan het Europees Parlement en de Raad, samen met eventuele passende voorstellen.
1 bis.
Uiterlijk op 17 juni 2023 dient ESMA bij de Commissie een verslag in over het volgende:
- a)
het effect van Verordening (EU) 2019/834 van het Europees Parlement en de Raad (1) op het niveau van clearing door financiële en niet-financiële tegenpartijen en de distributie van clearing binnen elk type tegenpartij, met name met betrekking tot financiële tegenpartijen met een beperkt activiteitsvolume op de markt voor otc-derivaten en met betrekking tot de geschiktheid van de in artikel 10, lid 4, bedoelde clearing drempels;
- b)
het effect van Verordening (EU) 2019/834 op de kwaliteit en de toegankelijkheid van de aan transactieregisters gerapporteerde gegevens, alsmede op de kwaliteit van de door de transactieregisters beschikbaar gestelde informatie;
- c)
de wijzigingen in het rapportagekader, met inbegrip van de invoering en uitvoering van gedelegeerde rapportage als bepaald in artikel 9, lid 1 bis, en met name het effect ervan op de rapportagelast voor nietfinanciële tegenpartijen waarvoor geen clearingverplichting geldt;
- d)
de toegankelijkheid van clearingdiensten, met name of de verplichting tot het rechtstreeks of onrechtstreeks verrichten van clearingdiensten onder eerlijke, redelijke, niet-discriminerende en transparante handelsvoorwaarden als bedoeld in artikel 4, lid 3 bis, de toegang tot clearing daadwerkelijk heeft gefaciliteerd.
2.
Uiterlijk op 18 juni 2020 en vervolgens om de twaalf maanden tot de laatste verlenging als bedoeld in de derde alinea, stelt de Commissie een verslag op waarin beoordeeld wordt of haalbare technische oplossingen zijn ontwikkeld voor de overdracht door pensioenregelingen van contanten en andere zekerheden dan contanten als variatiemarge en of er behoefte is aan maatregelen om die haalbare technische oplossingen te faciliteren.
ESMA dient uiterlijk op 18 december 2019 en vervolgens om de twaalf maanden tot de laatste verlenging als bedoeld in de derde alinea, in samenwerking met de EIOPA, EBA en het ESRB, een verslag in bij de Commissie, waarin het volgende wordt beoordeeld:
- a)
of centrale tegenpartijen, clearingleden en pensioenregelingen passende inspanningen hebben geleverd en haalbare technische oplossingen hebben ontwikkeld ter bevordering van de deelname van dergelijke regelingen aan centrale clearing door het storten van contanten en andere zekerheden dan contanten als variatiemarge, met inbegrip van de gevolgen van die oplossingen voor de liquiditeit van de markt en procyclische effecten en de mogelijke juridische en andere implicaties daarvan;
- b)
het volume en de aard van de activiteiten van pensioenregelingen op geclearde en niet-geclearde otc-derivatenmarkten, per activaklasse, en eventuele daarmee verband houdende systeemrisico's voor het financiële stelsel;
- c)
indien pensioenregelingen aan de clearingverplichting voldoen, de gevolgen daarvan voor hun beleggingsstrategieën, met inbegrip van elke verandering in hun contante en niet-contante allocatie van activa;
- d)
de gevolgen van de op grond van artikel 10, lid 4, onder b), bepaalde clearingdrempels voor pensioenregelingen;
- e)
het effect van andere wettelijke voorschriften op de kostenverschillen tussen geclearde en niet-geclearde otcderivatencontracten, met inbegrip van marginvereisten voor niet-geclearde derivaten en de berekening van de hefboomratio overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013;
- f)
of er verdere maatregelen nodig zijn ter bevordering van een clearingoplossing voor pensioenregelingen.
De Commissie kan overeenkomstig artikel 82 een gedelegeerde handeling vaststellen om de in artikel 89, lid 1, bedoelde termijn van twee jaar tweemaal telkens met één jaar te verlengen, indien zij tot de conclusie komt dat er geen haalbare technische oplossing is ontwikkeld en dat de negatieve gevolgen van het centraal clearen van derivatencontracten voor het pensioeninkomen van toekomstige gepensioneerden ongewijzigd blijven.
CTP's, clearingleden en pensioenregelingen spannen zich tot het uiterste in om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van haalbare technische oplossingen die de clearing van otc-derivatencontracten door dergelijke regelingen vergemakkelijken.
De Commissie richt een deskundigengroep op bestaande uit vertegenwoordigers van CTP's, clearingleden, pensioenregelingen en andere relevante partijen die bij die haalbare technische oplossingen zijn betrokken, teneinde hun inspanningen te monitoren en de voortgang te beoordelen die is geboekt bij het ontwikkelen van haalbare technische oplossingen die de clearing van otc-derivatencontracten door pensioenregelingen, met inbegrip van de overdracht door dergelijke regelingen van contanten en andere zekerheden dan contanten als variatiemarge, vergemakkelijken. Die deskundigengroep komt ten minste om de zes maanden bijeen. Bij het opstellen van haar verslagen overeenkomstig de eerste alinea, neemt de Commissie de door de CTP's, clearingleden en pensioenregelingen verrichte inspanningen in aanmerking.
3.
Uiterlijk op 18 december 2020 stelt de Commissie een verslag op waarin wordt beoordeeld:
- a)
of de verplichtingen tot het rapporteren van transacties uit hoofde van artikel 26 van Verordening (EU) nr. 600/2014 en de onderhavige verordening, leiden tot een dubbele rapportageverplichting voor transacties van niet-otc-derivaten, en of het rapporteren van niet-otc-transacties voor alle tegenpartijen kan worden verminderd of vereenvoudigd zonder onnodig verlies van informatie;
- b)
of het noodzakelijk en gepast is de handelsverplichting voor derivaten uit hoofde van Verordening (EU) nr. 600/2014 af te stemmen op de wijzigingen die bij Verordening (EU) 2019/834 zijn doorgevoerd met betrekking tot de clearingverplichting voor derivaten, met name wat betreft de soorten entiteiten die onder de clearingverplichting vallen;
- c)
of transacties die rechtstreeks voortvloeien uit posttransactionele risicobeperkingsdiensten, waaronder portefeuillecompressie, vrijgesteld moeten worden van de in artikel 4, lid 1, bedoelde clearingverplichting, rekening houdend met de mate waarin deze diensten risico's limiteren, met name tegenpartijkredietrisico en operationeel risico, met de ruimte voor het omzeilen van de clearingverplichting en het mogelijk ontmoedigende effect voor centrale clearing.
De Commissie legt het in de eerste alinea bedoelde verslag voor aan het Europees Parlement en de Raad, samen met eventuele passende voorstellen.
3 bis.
Uiterlijk op 18 mei 2020 dient ESMA een verslag in bij de Commissie met een beoordeling van:
- a)
de samenhang van de rapportageverplichtingen voor niet-otc-derivaten uit hoofde van Verordening (EU) nr. 600/2014 en uit hoofde van artikel 9 van de onderhavige verordening, zowel wat betreft de gegevens van de te rapporteren derivatencontracten als wat betreft de toegang tot gegevens voor de relevante entiteiten en of die verplichtingen met elkaar in overeenstemming moeten worden gebracht;
- b)
de haalbaarheid om de rapportageketens voor alle tegenpartijen, inclusief voor alle indirecte cliënten, verder te vereenvoudigen, gezien de noodzaak van tijdige rapportage en rekening houdend met de maatregelen die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 4, lid 4, van de onderhavige verordening en artikel 30, lid 2, van Verordening (EU) nr. 600/2014;
- c)
de afstemming van de handelsverplichting voor derivaten uit hoofde van Verordening (EU) nr. 600/2014 op de wijzigingen die bij Verordening (EU) 2019/834 zijn doorgevoerd met betrekking tot de clearingverplichting voor derivaten, met name wat betreft de soorten entiteiten die onder de clearingverplichting vallen;
- d)
in samenwerking met het ESRB, de vraag of transacties die rechtstreeks voortvloeien uit posttransactionele risicobeperkingsdiensten, waaronder portefeuillecompressie, vrijgesteld moeten worden van de in artikel 4, lid 1, bedoelde clearingverplichting; in dat verslag:
- i)
worden het comprimeren van portefeuilles en andere beschikbare niet-prijsvormende posttransactionele risicobeperkingsdiensten onderzocht die niet-marktrisico's in derivatenportefeuilles verlagen, zonder het marktrisico van de portefeuilles te veranderen, zoals herbalanceringstransacties;
- ii)
worden de doelstellingen en de werking van dergelijke posttransactionele risicobeperkingsdiensten uiteengezet, alsmede de mate waarin deze risico's limiteren, met name het tegenpartijkredietrisico en het operationele risico, en wordt beoordeeld of het nodig is om die transacties te clearen of om ze vrij te stellen van clearing, met het oog op het beheer van systeemrisico, en
- iii)
wordt beoordeeld in hoeverre een vrijstelling van de clearingverplichting voor dergelijke diensten centrale clearing ontmoedigt en ertoe kan leiden dat tegenpartijen de clearingverplichting omzeilen;
- e)
de vragen of de lijst van financiële instrumenten die als zeer liquide instrumenten met een zeer laag markten kredietrisico worden beschouwd, overeenkomstig artikel 47 kan worden uitgebreid en of in die lijst een of meer geldmarktfondsen waaraan een vergunning is verleend overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1131 van het Europees Parlement en de Raad (2), kunnen worden opgenomen.
4.
Na een beoordeling van het ESRB te hebben gevraagd, stelt de Commissie, in samenwerking met de lidstaten en ESMA, een jaarverslag op waarin alle mogelijke systeemrisico's en kostenimplicaties van interoperabiliteitsregelingen worden beoordeeld.
In dat verslag wordt aandacht besteed aan het aantal en de complexiteit van dergelijke regelingen, en aan de adequaatheid van de risicobeheersystemen en -modellen. De Commissie legt dat verslag voor aan het Europees Parlement en de Raad, samen met eventuele passende voorstellen.
Het ESRB verstrekt de Commissie haar beoordeling van alle implicaties die interoperabiliteitsregelingen met betrekking tot systeemrisico's kunnen hebben.
5.
ESMA legt aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie een jaarverslag voor over de sancties die door bevoegde autoriteiten zijn opgelegd, met inbegrip van de toezichtmaatregelen, geldboeten en dwangsommen.
6.
ESMA dient in samenwerking met het ESRB en, overeenkomstig artikel 24 ter, lid 3, in overleg met de centrale banken van uitgifte van alle EU-valuta’s van de financiële instrumenten die worden gecleard of moeten worden gecleard door de CTP uit een derde land waaraan de in artikel 25, lid 2 quater, tweede alinea, bedoelde uitvoeringshandeling is gericht, een verslag in bij de Commissie over de toepassing van de bepalingen van die uitvoeringshandeling, waarbij zij met name nagaat of het risico voor de financiële stabiliteit van de Unie of voor een of meer van haar lidstaten voldoende wordt beperkt. ESMA dient haar verslag binnen twaalf maanden na het verstrijken van de overeenkomstig artikel 25, lid 2 quater, vierde alinea, punt b), vastgestelde aanpassingsperiode bij de Commissie in. De instemming van een centrale bank van uitgifte heeft uitsluitend betrekking op de valuta die zij uitgeeft en niet op het verslag in zijn geheel.
Binnen twaalf maanden na de toezending van het in de eerste alinea bedoelde verslag stelt de Commissie een verslag op over de toepassing van de bepalingen van de uitvoeringshandeling. De Commissie legt haar verslag voor aan het Europees Parlement en aan de Raad, eventueel met passende voorstellen.
7.
Uiterlijk op 2 januari 2023 stelt de Commissie een verslag op met een beoordeling van de effectiviteit van:
- a)
de taken van ESMA, met name die van het comité voor toezicht op CTP’s, voor het bevorderen van een convergente en coherente toepassing van deze verordening door de in artikel 22 bedoelde autoriteiten en de in artikel 18 bedoelde colleges;
- b)
het kader voor de erkenning van en het toezicht op CTP’s uit derde landen;
- c)
het kader voor het garanderen van een gelijk speelveld tussen CTP’s waaraan overeenkomstig artikel 14 vergunning is verleend, alsmede tussen vergunninghoudende CTP’s en overeenkomstig artikel 25 erkende CTP’s uit derde landen;
- d)
de bevoegdheidsverdeling tussen ESMA, de bevoegde autoriteiten en de centrale banken van uitgifte.
De Commissie legt dat verslag voor aan het Europees Parlement en aan de Raad, samen met eventuele passende voorstellen.
Voetnoten
Verordening (EU) 2019/834 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 wat betreft de clearingverplichting, de opschorting van de clearingverplichting, de rapportagevereisten, de risicolimiteringstechnieken voor otc-derivatencontracten die niet door een centrale tegenpartij worden gecleard, de registratie van het toezicht op transactieregisters en de vereisten voor transactieregisters (PB L 141 van 28.5.2019, blz. 42).
Verordening (EU) 2017/1131 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake geldmarktfondsen (PB L 169 van 30.6.2017, blz. 8).