Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 648/2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters
Artikel 25 Erkenning van een in een derde land gevestigde CTP
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
23-10-2019, PbEU 2019, L 322 (uitgifte: 12-12-2019, regelingnummer: 2019/2099)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-10-2019, PbEU 2019, L 322 (uitgifte: 12-12-2019, regelingnummer: 2019/2099)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Een in een derde land gevestigde CTP mag uitsluitend clearingdiensten verrichten voor in de Unie gevestigde clearingleden of handelsplatforms indien die CTP door ESMA is erkend.
2.
ESMA kan, na raadpleging van de in lid 3 bedoelde autoriteiten, een in een derde land gevestigde CTP die erkenning heeft aangevraagd voor het verrichten van bepaalde clearingdiensten of -activiteiten, erkennen indien:
- a)
de Commissie heeft een uitvoeringshandeling vastgesteld in overeenstemming met lid 6;
- b)
de CTP beschikt over een vergunning in het desbetreffende derde land, en is daar onderworpen aan effectief toezicht en effectieve handhaving waardoor volledige naleving van de in dat derde land geldende prudentiële vereisten is gewaarborgd;
- c)
er zijn samenwerkingsregelingen getroffen overeenkomstig lid 7;
- d)
de CTP is gevestigd of heeft een vergunning in een derde land dat niet door de Commissie, overeenkomstig Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad (1), is aangemerkt als een land met strategische gebreken in zijn wet- en regelgeving ter bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering, die een significante bedreiging vormt voor het financiële stelsel van de Unie;
- e)
de CTP is overeenkomstig lid 2 bis niet aangewezen als een CTP die systeemrelevant is of waarschijnlijk systeemrelevant zal worden en is daarom een tier 1-CTP.
2 bis.
ESMA bepaalt, na raadpleging van het ESRB en de in lid 3, punt f), bedoelde centrale banken van uitgifte, of een CTP uit een derde land systeemrelevant is of waarschijnlijk systeemrelevant zal worden voor de financiële stabiliteit van de Unie of voor een of meer van haar lidstaten (tier 2-CTP), waarbij zij rekening houdt met alle volgende criteria:
- a)
de aard, omvang en complexiteit van de activiteiten van de CTP in de Unie en buiten de Unie voor zover haar activiteiten systemische gevolgen kunnen hebben voor de Unie of een of meer van haar lidstaten, waaronder:
- i)
de waarde in geaggregeerde termen en in elke valuta van de Unie van de door de CTP geclearde transacties, of de geaggregeerde blootstelling van de clearingactiviteiten verrichtende CTP aan haar clearingleden en, voor zover de informatie beschikbaar is, hun in de Unie gevestigde cliënten en indirecte cliënten, onder meer indien zij op grond van artikel 131, lid 3, van Richtlijn 2013/36/EU door de lidstaten zijn aangemerkt als andere systeemrelevante instellingen (ASI's), en
- ii)
het risicoprofiel van de CTP in termen van onder meer juridisch, operationeel en zakelijk risico;
- b)
de gevolgen die een faillissement of een verstoring van de CTP zou hebben voor:
- i)
financiële markten, onder meer voor de liquiditeit van de bediende markten;
- ii)
financiële instellingen;
- iii)
het financiële stelsel in brede zin, of
- iv)
de financiële stabiliteit van de Unie of een of meer van haar lidstaten;
- c)
de structuur van het clearinglidmaatschap van de CTP, waaronder, voor zover de informatie beschikbaar is, de structuur van het netwerk van cliënten en indirecte cliënten van haar clearingleden die in de Unie gevestigd zijn;
- d)
de mate waarin er voor clearingleden door andere CTP's verstrekte alternatieve clearingdiensten bestaan in financiële instrumenten die in EU-valuta luiden en, voor zover de informatie beschikbaar is, hun cliënten en indirecte cliënten die in de Unie gevestigd zijn;
- e)
de betrekkingen, onderlinge afhankelijkheden of andere interacties van de CTP met andere financiëlemarktinfrastructuren, andere financiële instellingen en het financiële stelsel in brede zin, voor zover die waarschijnlijk gevolgen zullen hebben voor de financiële stabiliteit van de Unie of een of meer van haar lidstaten.
De Commissie stelt uiterlijk op 2 januari 2021 overeenkomstig artikel 82 een gedelegeerde handeling vast tot nadere bepaling van de in de eerste alinea beschreven criteria.
Binnen 30 werkdagen na de vaststelling dat de aanvraag van de CTP volledig is overeenkomstig lid 4, tweede alinea, deelt ESMA, zonder vooruit te lopen op het resultaat van de erkenningsprocedure, de aanvragende CTP na het verrichten van de in de eerste alinea bedoelde beoordeling mee of zij al dan niet wordt aangemerkt als een tier 1-CTP.
2 ter.
Indien ESMA overeenkomstig lid 2 bis vaststelt dat een CTP systeemrelevant is of waarschijnlijk systeemrelevant zal worden (tier 2-CTP), erkent zij die CTP met het oog op het verrichten van bepaalde clearingdiensten of -activiteiten alleen indien naast de in lid 2, punten a) tot en met d), bedoelde voorwaarden de volgende voorwaarden zijn vervuld:
- a)
de CTP voldoet op het moment van erkenning en daarna doorlopend aan de vereisten die in artikel 16 en in de titels IV en V zijn vastgesteld. Met betrekking tot de naleving door CTP's van de artikelen 41, 44, 46, 50 en 54 raadpleegt ESMA, overeenkomstig de in artikel 24 ter, lid 1, beschreven procedure, de in lid 3, punt f), bedoelde centrale banken van uitgifte. ESMA houdt overeenkomstig artikel 25 bis rekening met de mate waarin de naleving door een CTP van die vereisten blijkt uit de naleving door de CTP van vergelijkbare vereisten die in het derde land van toepassing zijn;
- b)
de in lid 3, punt f), bedoelde centrale banken van uitgifte hebben ESMA binnen 30 werkdagen te rekenen vanaf de vaststelling dat een CTP van een derde land geen tier 1-CTP is overeenkomstig lid 2 bis, of vanaf de toetsing overeenkomstig lid 5 een schriftelijke bevestiging toegezonden dat de CTP voldoet aan de volgende vereisten welke die centrale banken van uitgifte bij de uitoefening van hun monetaire beleidstaken kunnen hebben opgelegd:
- i)
het verstrekken van informatie die de centrale bank van uitgifte op een met redenen omkleed verzoek kan verlangen indien die informatie niet anderszins door ESMA is verkregen;
- ii)
het verlenen van volledige en correcte medewerking aan de centrale bank van uitgifte in het kader van de overeenkomstig artikel 25 ter, lid 3, verrichte beoordeling of de CTP bestand is tegen ongunstige marktontwikkelingen;
- iii)
het openen, of het kennis geven van het voornemen daartoe, van een girale depositorekening bij de centrale bank van uitgifte volgens de toepasselijke toegangscriteria en -vereisten;
- iv)
het naleven van de vereisten die in uitzonderlijke omstandigheden door de centrale bank van uitgifte binnen haar bevoegdheden worden toegepast om tijdelijke systemische liquiditeitsrisico's op te vangen die de transmissie van het monetair beleid of de goede werking van het betalingsverkeer in het gedrang brengen en verband houden met liquiditeitsrisicobeheersing, marginvereisten, zekerheden, afwikkelingsregelingen of interoperabiliteitsregelingen.
De in subpunt iv) bedoelde vereisten waarborgen de efficiëntie, soliditeit en veerkracht van CTP's en worden afgestemd op de in artikel 16 en de titels IV en V van de verordening beschreven vereisten.
De toepassing van de in subpunt iv) bedoelde vereisten is een erkenningsvoorwaarde voor een beperkte periode van maximaal zes maanden. Indien de centrale bank van uitgifte op het einde van die periode meent dat de uitzonderlijke omstandigheden aanhouden, kan de toepassing van de vereisten voor erkenningsdoeleinden eenmaal worden verlengd met een periode van maximaal zes maanden.
Voordat de in subpunt iv) bedoelde vereisten worden opgelegd of de toepassing ervan wordt verlengd, informeert de centrale bank van uitgifte ESMA, de andere centrale banken van uitgifte als bedoeld in lid 3, punt f), en de leden van het college voor CTP's uit derde landen, en verstrekt zij hun een uitleg over de gevolgen van de vereisten die zij voornemens is op te leggen voor de efficiëntie, soliditeit en veerkracht van CTP's, alsmede een verantwoording waarom de vereisten noodzakelijk en evenredig zijn om de overdracht van het monetair beleid of de goede werking van het betalingsverkeer te waarborgen met betrekking tot de door haar uitgegeven valuta. ESMA verstrekt de centrale bank van uitgifte binnen 10 werkdagen te rekenen vanaf de toezending van het ontwerpvereiste of de ontwerpverlenging een advies. In noodsituaties bedraagt deze termijn maximaal 24 uur. In haar advies houdt ESMA met name rekening met de gevolgen van de opgelegde vereisten voor de efficiëntie, soliditeit en veerkracht van de CTP. De andere centrale banken van uitgifte als bedoeld in lid 3, punt f), kunnen binnen dezelfde termijn een advies verstrekken. Na afloop van de raadplegingstermijn neemt de centrale bank van uitgifte de wijzigingen die in de adviezen van ESMA of de in lid 3, punt f), bedoelde centrale banken van uitgifte worden voorgesteld, terdege in beraad.
De centrale bank van uitgifte stelt het Europees Parlement en de Raad tevens ervan in kennis dat zij de toepassing van de in subpunt iv) bedoelde vereisten gaat verlengen.
De centrale bank van uitgifte werkt doorlopend samen en wisselt doorlopend informatie uit met ESMA en de andere centrale banken van uitgifte bedoeld in lid 3, punt f), met betrekking tot de in subpunt iv) bedoelde vereisten, met name in verband met de beoordeling van systemische liquiditeitsrisico's en de gevolgen van de opgelegde vereisten voor de efficiëntie, soliditeit en veerkracht van CTP's.
Indien een centrale bank van uitgifte een van de in dit punt bedoelde vereisten oplegt nadat een tier 2-CTP is erkend, wordt de vervulling van elk van die vereisten beschouwd als een voorwaarde voor erkenning, en verstrekken de centrale banken van uitgifte ESMA binnen 90 dagen een schriftelijke bevestiging dat de CTP aan het vereiste voldoet.
Indien een centrale bank van uitgifte ESMA binnen de termijn geen schriftelijke bevestiging heeft verstrekt, mag ESMA dat vereiste als nageleefd beschouwen;
- c)
de CTP heeft ESMA het volgende verstrekt:
- i)
een door haar wettelijke vertegenwoordiger ondertekende schriftelijke verklaring verstrekt waarin de CTP er onvoorwaardelijk mee instemt:
- —
binnen drie werkdagen na de indiening van een verzoek door ESMA alle documenten, registers, informatie en gegevens te verstrekken die op het moment van de indiening van het verzoek in het bezit van de CTP zijn, en
- —
ESMA toegang te verlenen tot alle bedrijfsruimten van de CTP;
- ii)
een met redenen omkleed juridisch advies van een onafhankelijke juridisch expert waarin wordt bevestigd dat de verklaarde instemming geldig en afdwingbaar is krachtens de toepasselijke wetgeving ter zake;
- d)
de CTP heeft alle nodige maatregelen ingevoerd en alle nodige procedures vastgesteld opdat de in de punten a) en c) neergelegde vereisten daadwerkelijk worden nageleefd;
- e)
de Commissie heeft geen uitvoeringshandeling overeenkomstig lid 2 quater vastgesteld.
2 quater.
ESMA kan, na raadpleging van het ESRB en met instemming van de in lid 3, punt f), bedoelde centrale banken van uitgifte, overeenkomstig artikel 24 ter, lid 3, en in verhouding met het systemische belang van de CTP overeenkomstig lid 2 bis van dit artikel, op basis van een volledig met redenen omklede beoordeling concluderen dat een CTP of sommige van haar clearingdiensten van dusdanig wezenlijk systemisch belang zijn dat die CTP niet zou mogen worden erkend met het oog op het verrichten van bepaalde clearingdiensten of -activiteiten. De instemming van een centrale bank van uitgifte heeft uitsluitend betrekking op de valuta die zij uitgeeft en niet op de in de tweede alinea van dit lid bedoelde aanbeveling in haar geheel. In haar beoordeling moet ESMA tevens:
- a)
uitleggen hoe de naleving van de in lid 2 ter beschreven voorwaarden niet zou volstaan om het risico voor de financiële stabiliteit van de Unie of een of meer van haar lidstaten op te vangen;
- b)
de kenmerken van de door de CTP verrichte clearingdiensten beschrijven, met inbegrip van de liquiditeits- en fysieke afwikkelingsvereisten die gepaard gaan met de verrichting van die diensten;
- c)
een kwantitatieve technische beoordeling verstrekken van de kosten en baten en van de gevolgen van een besluit om de CTP niet te erkennen met het oog op het verrichten van bepaalde clearingdiensten of -activiteiten, rekening houdend met:
- i)
het bestaan van potentiële alternatieven voor het verrichten van de betrokken clearingdiensten in de betrokken valuta's aan clearingleden, en, voor zover de informatie beschikbaar is, hun cliënten en indirecte cliënten die in de Unie zijn gevestigd;
- ii)
de mogelijke gevolgen van het opnemen van de bij de CTP openstaande contracten in het toepassingsgebied van de uitvoeringshandeling.
Op basis van haar beoordeling beveelt ESMA aan dat de Commissie bij uitvoeringshandeling bevestigt dat die CTP niet zou mogen worden erkend met het oog op het verrichten van bepaalde clearingdiensten of -activiteiten.
De Commissie heeft minimaal 30 werkdagen om de aanbeveling van ESMA te beoordelen.
Na indiening van de in de tweede alinea bedoelde aanbeveling kan de Commissie, in laatste instantie, een uitvoeringshandeling vaststellen waarin:
- a)
wordt bepaald dat na de overeenkomstig punt b) van deze alinea door de Commissie vastgestelde aanpassingsperiode alle of een deel van de clearingdiensten van die CTP uit een derde land uitsluitend door die CTP mogen worden verricht voor clearingleden en handelsplatforms die in de Unie zijn gevestigd, nadat haar hiervoor overeenkomstig artikel 14 een vergunning is verleend;
- b)
een passende aanpassingsperiode wordt bepaald voor de CTP, haar clearingleden en hun cliënten. De aanpassingsperiode bedraagt maximaal twee jaar en kan slechts eenmaal worden verlengd met een extra periode van zes maanden indien de redenen voor het verlenen van een aanpassingsperiode nog steeds gelden;
- c)
de voorwaarden worden bepaald waaronder de CTP gedurende de in punt b) bedoelde aanpassingsperiode bepaalde clearingdiensten of -activiteiten kan blijven verrichten;
- d)
alle maatregelen worden bepaald die tijdens de aanpassingsperiode moeten worden genomen om de potentiële kosten voor clearingleden en hun cliënten, met name die welke in de Unie zijn gevestigd, te beperken.
Bij het bepalen van de diensten en de aanpassingsperiode, bedoeld in de vierde alinea, punten a) en b), houdt de Commissie rekening met:
- a)
de kenmerken van de door de CTP verrichte diensten en de substitueerbaarheid ervan;
- b)
de vraag of en in hoeverre openstaande geclearde transacties in het toepassingsgebied van de uitvoeringshandeling moeten worden opgenomen, gezien de juridische en economische gevolgen van die opneming;
- c)
de potentiële kostenimplicaties voor clearingleden en, voor zover die informatie beschikbaar is, hun cliënten, met name die welke in de Unie zijn gevestigd.
De uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 86, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
3.
Bij het beoordelen of de in lid 2, punten a) tot en met d) bedoelde voorwaarden worden vervuld, raadpleegt ESMA:
- a)
de bevoegde autoriteit van een lidstaat waar de CTP clearingdiensten verricht of voornemens is clearingdiensten te verrichten en waarvoor de CTP heeft gekozen;
- b)
de bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de clearingleden van de CTP die gevestigd zijn in de drie lidstaten met de grootste, of de naar verwachting van het CTP grootste bijdragen in het in artikel 42 bedoelde wanbetalingsfonds van de CTP, op geaggregeerde basis gedurende een periode van één jaar;
- c)
de bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de door de CTP bediende of te bedienen handelsplatforms in de Unie;
- d)
de bevoegde autoriteiten die toezicht uitoefenen op de in de Unie gevestigde CTP's waarmee interoperabiliteitsregelingen zijn getroffen;
- e)
de relevante leden van het ESCB van de lidstaten waar de CTP clearingdiensten verricht of voornemens is te verrichten en de relevante leden van het ESCB die verantwoordelijk zijn voor de supervisie op de CTP's waarmee interoperabiliteitsregelingen zijn getroffen;
- f)
de centrale banken van uitgifte van alle EU-valuta's van de door de CTP geclearde of te clearen financiële instrumenten.
4.
De in lid 1 bedoelde CTP dient haar aanvraag in bij ESMA.
De aanvragende CTP verstrekt ESMA alle informatie die voor haar erkenning vereist is. Binnen 30 werkdagen na ontvangst verifieert ESMA of de aanvraag volledig is. Indien de aanvraag onvolledig is, stelt ESMA een termijn vast waarbinnen de aanvragende CTP aanvullende informatie moet verstrekken. ESMA zendt alle van de aanvragende CTP ontvangen informatie onmiddellijk toe aan het college voor CTP's uit derde landen.
Het erkenningsbesluit wordt gebaseerd op de voorwaarden van lid 2 voor tier 1-CTP's en de voorwaarden van lid 2, punten a) tot en met d), en lid 2 ter voor tier 2-CTP's. Het staat los van beoordelingen die moeten dienen als basis voor het in artikel 13, lid 3, bedoelde gelijkwaardigheidsbesluit. Binnen 180 werkdagen na de vaststelling dat een aanvraag volledig is overeenkomstig de tweede alinea, informeert ESMA de aanvragende CTP schriftelijk onder opgaaf van alle redenen of de erkenning is verleend dan wel geweigerd.
ESMA publiceert op haar website een lijst van overeenkomstig deze verordening erkende CTP's, met vermelding van hun indeling als tier 1-CTP of tier 2-CTP.
5.
ESMA toetst, na raadpleging van de in lid 3 bedoelde autoriteiten en entiteiten, de erkenning van een in een derde land gevestigde CTP:
- a)
indien die CTP voornemens is haar activiteiten en diensten in de Unie uit te breiden of te verminderen; in dat geval informeert de CTP ESMA daarover en dient zij alle nodige informatie in, en
- b)
in ieder geval elke vijf jaar.
Die toetsing geschiedt overeenkomstig de leden 2 tot en met 4.
Indien ESMA na de in de eerste alinea bedoelde toetsing bepaalt dat een CTP uit een derde land die als tier 1-CTP was ingedeeld, als tier 2-CTP moet worden ingedeeld, stelt zij een passende aanpassingsperiode van maximaal 18 maanden vast waarbinnen de CTP moet voldoen aan de in lid 2 ter bedoelde vereisten. ESMA kan die aanpassingsperiode verlengen met maximaal zes maanden op een met redenen omkleed verzoek van de CTP of de voor het toezicht op de clearingleden verantwoordelijke bevoegde autoriteit, indien die verlenging verantwoord is vanwege uitzonderlijke omstandigheden en de gevolgen voor de in de Unie gevestigde clearingleden.
6.
De Commissie kan op grond van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 een uitvoeringshandeling vaststellen waarin wordt bepaald dat:
- a)
het rechts- en het toezichtskader van een derde land waarborgen dat CTP's waaraan in dat derde land een vergunning is verleend, doorlopend voldoen aan wettelijk bindende vereisten die gelijkwaardig zijn aan de in titel IV van deze verordening neergelegde vereisten;
- b)
die CTP's doorlopend zijn onderworpen aan effectief toezicht en effectieve handhaving in dat derde land;
- c)
het juridisch kader van dat derde land voorziet in een doeltreffend gelijkwaardig systeem voor de erkenning van CTP's waaraan uit hoofde van rechtsstelsels van derde landen een vergunning is verleend.
De Commissie kan de toepassing van de in de eerste alinea bedoelde uitvoeringshandeling afhankelijk stellen van de doorlopende daadwerkelijke naleving door een derde land van alle daarin vastgestelde vereisten, en van het vermogen van ESMA om haar taken met betrekking tot overeenkomstig de leden 2 en 2 ter erkende CTP's uit derde landen of met betrekking tot de in lid 6 ter bedoelde monitoring daadwerkelijk uit te voeren, onder meer door de in lid 7 bedoelde samenwerkingsovereenkomsten te sluiten en toe te passen.
6 bis.
De Commissie kan overeenkomstig artikel 82 een gedelegeerde handeling vaststellen tot nadere bepaling van de in lid 6, punten a), b) en c), bedoelde criteria.
6 ter.
ESMA monitort de ontwikkelingen op het gebied van regelgeving en toezicht in derde landen waarvoor op grond van lid 6 uitvoeringshandelingen zijn vastgesteld.
Indien ESMA in die derde landen ontwikkelingen op het gebied van regelgeving of toezicht vaststelt die van invloed kunnen zijn op de financiële stabiliteit van de Unie of van een of meer van haar lidstaten, informeert zij onverwijld het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de leden van het in artikel 25 quater bedoelde college voor CTP's uit derde landen. Al die informatie wordt vertrouwelijk behandeld.
ESMA dient jaarlijks bij de Commissie en bij de leden van het college voor CTP's uit derde landen, bedoeld in artikel 25 quater, een vertrouwelijk verslag in over de ontwikkelingen op het gebied van regelgeving en toezicht in de in de eerste alinea bedoelde derde landen.
7.
ESMA brengt doeltreffende samenwerkingsovereenkomsten tot stand met de betrokken bevoegde autoriteiten van derde landen waarvan het rechts- en het toezichtskader overeenkomstig lid 6 gelijkwaardig is bevonden aan deze verordening. Die overeenkomsten vermelden in ieder geval:
- a)
het mechanisme voor de uitwisseling van informatie tussen ESMA, de in lid 3, punt f), bedoelde centrale banken van uitgifte en de bevoegde autoriteiten van de betrokken derde landen, met inbegrip van toegang tot alle door ESMA gevraagde informatie over CTP's die in derde landen over een vergunning beschikken, zoals aanzienlijke wijzigingen in risicomodellen en -parameters, de uitbreiding van CTP-activiteiten en -diensten, wijzigingen in de structuur van de cliëntenrekeningen en in het gebruik van betalingssystemen die substantiële gevolgen hebben voor de Unie;
- b)
het mechanisme voor snelle kennisgeving aan ESMA wanneer de bevoegde autoriteit van een derde land van oordeel is dat een CTP waarop zij toezicht uitoefent, de voorwaarden van haar vergunning of andere wetgeving waaraan zij is onderworpen, schendt;
- c)
het mechanisme voor snelle kennisgeving aan ESMA door de bevoegde autoriteit van een derde land wanneer aan een CTP waarop zij toezicht uitoefent, het recht is verleend clearingdiensten te verrichten voor in de Unie gevestigde clearingleden of cliënten;
- d)
de procedures voor de coördinatie van toezichtsactiviteiten, met inbegrip van de toestemming van autoriteiten van derde landen voor het verrichten van onderzoeken en inspecties ter plaatse overeenkomstig artikel 25 octies respectievelijk artikel 25 nonies;
- e)
de procedures die nodig zijn voor de doeltreffende monitoring van ontwikkelingen op het gebied van regelgeving en toezicht in een derde land;
- f)
de procedures voor autoriteiten van derde landen om ervoor te zorgen dat de besluiten die overeenkomstig de artikelen 25 ter, 25 septies tot en met 25 quaterdecies, 25 septdecies en 25 octodecies door ESMA zijn vastgesteld, doeltreffend worden gehandhaafd;
- g)
de procedures voor autoriteiten van derde landen om ESMA, het in artikel 25 quater bedoelde college voor CTP's uit derde landen en de in lid 3, punt f), bedoelde centrale banken van uitgifte zonder onnodige vertraging in kennis te stellen van eventuele noodsituaties in verband met de erkende CTP, waaronder ontwikkelingen op financiële markten die een negatief effect kunnen hebben op de marktliquiditeit en de stabiliteit van het financiële stelsel in de Unie of in een van haar lidstaten, en de procedures en noodplannen om die situaties op te vangen;
- h)
de uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde autoriteiten van derde landen voor het verder delen van de aan ESMA verstrekte informatie op grond van de samenwerkingsovereenkomsten met de in lid 3 bedoelde autoriteiten en de leden van het college voor CTP's uit derde landen, met inachtneming van de in artikel 83 neergelegde vereisten met betrekking tot geheimhouding.
Indien ESMA van oordeel is dat een bevoegde autoriteit van een derde land de bepalingen die zijn neergelegd in een op grond van dit lid gesloten samenwerkingsovereenkomst, niet toepast, stelt zij de Commissie daarvan onverwijld vertrouwelijk in kennis. In dat geval kan de Commissie besluiten de overeenkomstig lid 6 vastgestelde uitvoeringshandeling te herzien.
8.
Om een consistente toepassing van dit artikel te garanderen, stelt ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen op om de bijzonderheden te specificeren van de informatie die de kandidaat-CTP in zijn erkenningsaanvraag dient te verstrekken.
ESMA dient deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 september 2012 in bij de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.
Voetnoten
Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73).