Einde inhoudsopgave
Regeling gebruik en installatie EU-meetinstrumenten
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 20-04-2016
- Redactionele toelichting
Gasmeters, volumeherleidingsinstrumenten, kilowattuurmeters, vloeistofmeetinstallaties, automatische weeginstrumenten, taxameters, multidimensionale meetinstrumenten en warmtemeters die onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wijziging rechtmatig worden gebruikt, worden geacht te voldoen aan deze regeling.
- Bronpublicatie:
15-04-2016, Stcrt. 2016, 20661 (uitgifte: 19-04-2016, regelingnummer: WJZ/16006190)
- Inwerkingtreding
20-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-04-2016, Stcrt. 2016, 20661 (uitgifte: 19-04-2016, regelingnummer: WJZ/16006190)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Vloeistofmeetinstallaties voldoen na ingebruikneming aan de toepasselijke essentiële eisen van bijlage VII van de richtlijn meetinstrumenten.
2.
Vloeistofmeetinstallaties die voor 1 januari 2009 ingevolge artikel 45 van de Metrologiewet rechtmatig in gebruik zijn genomen, voldoen aan het ingevolge artikel 11a van de IJkwet toegelaten model van de installaties, zoals aangepast volgens een aanhangsel bij de verklaring van toelating van het model, mits
- a.
de aanpassing noodzakelijk is als gevolg van ontwikkelingen in andere regelgeving dan bij of krachtens de Metrologiewet is vastgesteld of van ontwikkelingen in het betalingsverkeer,
- b.
het model nog steeds voldoet aan de eisen zoals die op grond van de IJkwet waren gesteld en
- c.
het model met goed gevolg een onderzoek heeft ondergaan overeenkomstig bijlage II, module B of module G en de daarbij van toepassing zijnde voorschriften van de bijlage bedoeld in artikel 13, eerste lid, van het Besluit meetinstrumenten en marktdeelnemers.
3.
Indien een vloeistofmeetinstallatie wordt aangesloten op onder de werking van de IJkwet toegelaten andere apparatuur en deze apparatuur eveneens het meetresultaat vastlegt en weergeeft, voldoet deze apparatuur wat betreft het vastleggen en weergeven van het meetresultaat aan de eisen van de richtlijn meetinstrumenten en mag de weergave van het meetresultaat op die andere apparatuur niet afwijken van het door de vloeistofmeetinstallatie vastgestelde meetresultaat.