Einde inhoudsopgave
Regeling gebruik en installatie EU-meetinstrumenten
Artikel 16
Geldend
Geldend vanaf 20-04-2016
- Redactionele toelichting
Gasmeters, volumeherleidingsinstrumenten, kilowattuurmeters, vloeistofmeetinstallaties, automatische weeginstrumenten, taxameters, multidimensionale meetinstrumenten en warmtemeters die onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wijziging rechtmatig worden gebruikt, worden geacht te voldoen aan deze regeling.
- Bronpublicatie:
15-04-2016, Stcrt. 2016, 20661 (uitgifte: 19-04-2016, regelingnummer: WJZ/16006190)
- Inwerkingtreding
20-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-04-2016, Stcrt. 2016, 20661 (uitgifte: 19-04-2016, regelingnummer: WJZ/16006190)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Nadat een taxameter in combinatie met een afstandssignaalgenerator is ingebouwd, wordt zij in een taxi niet eerder gebruikt dan nadat door een aangewezen instantie of een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die beschikt over een erkenning als bedoeld in artikel 11 van de Metrologiewet is onderzocht, dat de meting op correcte wijze geschiedt en dat de taxameter onder deze omstandigheden aan de in deze regeling gestelde eisen voldoet.
2.
Taxameters voldoen na installatie bij gebruik aan de toepasselijke essentiële eisen van bijlage IX van de richtlijn meetinstrumenten, met dien verstande dat:
- a.
de in onderdeel 2 bedoelde resolutie € 0,10 bedraagt;
- b.
in plaats van onderdeel 7 een maximaal toelaatbare fout voor de gemeten tijd van ± 0,2% en een maximaal toelaatbare fout voor de gemeten afstand van ± 2% geldt, onder de volgende normomstandigheden:
- 1°
een gesimuleerde snelheid van 20 km/h;
- 2°
de taxi is voorzien van voor het type voertuig normale banden op een door de fabrikant van het voertuig voorgeschreven druk en met een gemiddelde profielhoogte;
- 3°
de taxi is ingericht overeenkomstig zijn bestemming en is belast overeenkomstig een voor de helft gevulde brandstoftank en het vervoer van twee personen, waaronder de bestuurder.
3.
Taxameters die voor 15 oktober 2011 ingevolge artikel 45 van de Metrologiewet rechtmatig in gebruik zijn genomen, voldoen aan het ingevolge artikel 11a van de IJkwet toegelaten model van de meters, zoals aangepast volgens een aanhangsel bij de verklaring van toelating van het model, mits:
- a.
de aanpassing noodzakelijk is als gevolg van ontwikkelingen in andere regelgeving dan bij of krachtens de Metrologiewet is vastgesteld;
- b.
het model nog steeds voldoet aan de eisen zoals die op grond van de IJkwet waren gesteld en
- c.
het model met goed gevolg een onderzoek heeft ondergaan overeenkomstig bijlage II, module B.
4.
Bij gebruik van de taxameter is in de taxi een voorziening aanwezig waarop de volgende gegevens zijn vermeld:
- a.
de maat van de banden welke op het moment van de conformiteitsbeoordeling aan de betrokken taxi zijn bevestigd;
- b.
het kenteken van de betrokken taxi;
- c.
de datum waarop de conformiteitsbeoordeling heeft plaats gevonden en het kenmerk van de instantie die deze heeft verricht;
- d.
de constante van de afstandssignaalgenerator;
- e.
de stand van de teller waarmee de wijziging van de constante van de afstandssignaalgenerator wordt geregistreerd, op het moment van een conformiteitsbeoordeling;
- f.
de type-aanduiding en fabrieksnummer van de betrokken taxameter.