Einde inhoudsopgave
Verordening (Euratom) Nr. 302/2005 betreffende de toepassing van de veiligheidscontrole van Euratom
Artikel 34 Bijzondere bepalingen voor lidstaten die over kernwapens beschikken
Geldend
Geldend vanaf 20-03-2005
- Bronpublicatie:
08-02-2005, PbEU 2005, L 54 (uitgifte: 28-02-2005, regelingnummer: 302/2005)
- Inwerkingtreding
20-03-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-02-2005, PbEU 2005, L 54 (uitgifte: 28-02-2005, regelingnummer: 302/2005)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Milieurecht / Algemeen
Energierecht (V)
1.
Deze verordening is niet van toepassing:
- a)
op installaties of delen van installaties die voor defensiedoeleinden bestemd zijn en zich bevinden op het grondgebied van een lidstaat die over kernwapens beschikt;
of
- b)
op kerntechnisch materiaal dat door een lidstaat die over kernwapens beschikt voor defensiedoeleinden bestemd is.
2.
Wat betreft kerntechnisch materiaal, installaties of delen van installaties die voor defensiedoeleinden zouden kunnen worden bestemd en die zich bevinden op het grondgebied van een lidstaat die over kernwapens beschikt, worden de werkingssfeer van deze verordening en de daaruit voortvloeiende procedures na raadpleging van en in overeenstemming met de betrokken lidstaat door de Commissie vastgesteld met inachtneming van artikel 84, tweede alinea, van het Verdrag.
3.
Niettegenstaande de leden 1 en 2:
- a)
zijn de artikel 3, lid 1, en de artikelen 4 en 6 van toepassing op installaties of delen van installaties die op bepaalde momenten uitsluitend werken met kerntechnisch materiaal dat voor defensiedoeleinden zou kunnen worden bestemd, maar op andere momenten uitsluitend met civiel kerntechnisch materiaal werken;
- b)
zijn artikel 3, lid 1, en de artikelen 4 en 6, onder voorbehoud van redenen van nationale veiligheid, van toepassing op installaties of delen van installaties waartoe de toegang om dergelijke redenen kan worden beperkt, maar die gelijktijdig zowel civiel kerntechnisch materiaal als kerntechnisch materiaal dat voor defensiedoeleinden bestemd is of bestemd zou kunnen worden, produceren, behandelen, scheiden, opwerken of op andere wijze gebruiken;
- c)
zijn de artikelen 2 en 5, de artikelen 7 tot en met 32, de leden 1 en 2 van het onderhavige artikel, en de artikelen 35, 36 en 37 van toepassing op al het civiele kerntechnische materiaal dat zich bevindt in de onder a) en b) van dit lid bedoelde installaties of delen van installaties;
- d)
zijn artikel 3, lid 2, artikel 31 en artikel 32, onder c), niet van toepassing op het grondgebied van lidstaten die over kernwapens beschikken.