Einde inhoudsopgave
Verordening (Euratom) Nr. 302/2005 betreffende de toepassing van de veiligheidscontrole van Euratom
Bijlage XV Jaarlijks rapport over verplaatsingen van geconditioneerde afvalstoffen
Geldend
Geldend vanaf 20-03-2005
- Bronpublicatie:
08-02-2005, PbEU 2005, L 54 (uitgifte: 28-02-2005, regelingnummer: 302/2005)
- Inwerkingtreding
20-03-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-02-2005, PbEU 2005, L 54 (uitgifte: 28-02-2005, regelingnummer: 302/2005)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Milieurecht / Algemeen
Energierecht (V)
Commissie van de Europese Gemeenschappen — veiligheidscontrole van EURATOM
Naam van de installatie:
Datum van aangifte:
Aangifte nr.:
Rapportageperiode:
Hoeveelheid (7) | Boeking (2) | Ref. (3) | Type afvalstoffen vóór conditionering (4) | Geconditioneerde vorm (5) | Aantal artikelen (6) | Vorige plaats (8) | Nieuwe plaats (9) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Pu | HEU | U-233 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N.B.: Alle overdrachten van geconditioneerde afvalstoffen moeten volgens type afvalstoffen (vóór en na conditionering) en volgens vorige plaats worden gegroepeerd.
Datum en plaats van verzending van het rapport:
Naam en functie van de ondertekenaar:
Handtekening:
Toelichting
NB: Overeenkomstig artikel 79 van het Verdrag geven degenen die aan de controle onderworpen zijn, aan de autoriteiten van de betrokken lidstaat kennis van de mededelingen die zij krachtens artikel 78 en de eerste alinea van artikel 79 aan de Commissie doen toekomen.
Het naar behoren ingevulde en ondertekende formulier moet worden toegezonden aan de Europese Commissie, Veiligheidscontrole van Euratom, L-2920 Luxemburg.
Verklaring van de Raad/Commissie
1
Overeenkomstig artikel 37 van de verordening zal de Commissie richtsnoeren opstellen en publiceren. Die zullen de exploitanten een niet-bindende begeleiding geven bij de toepassing van de verordening. Het is duidelijk dat bedoelde richtsnoeren geen wettelijke rechten of verplichtingen doen ontstaan en dat de verordening zelf het wettelijk bindende instrument blijft dat prevaleert ingeval van divergentie tussen de verordening en de richtsnoeren.
2
Door de richtsnoeren te volgen waarborgen de exploitanten dat zij in overeenstemming zijn met de bepalingen van de verordening waarop deze richtsnoeren betrekking hebben.
3
De Commissie volgt de ontwikkelingen op het gebied van de veiligheidscontrole en ziet toe op de toepassing van de verordening. Op die basis kan de Commissie in voorkomend geval ertoe gebracht worden de richtsnoeren wijzigen. Alvorens tot een dergelijke wijziging over te gaan raadpleegt de Commissie de betrokken partijen en de lidstaten. Bij de vaststelling van dergelijke wijzigingen houdt de Commissie rekening met de aanbevelingen die uit dat raadplegingsproces voortkomen.
4
Het geschikte forum voor de raadpleging van de lidstaten is de Groep Atoomvraagstukken, in een passende samenstelling.
Voetnoten
Vermeld in de kolom ‘Hoeveelheid’ (indien beschikbaar) de hoeveel (in grammen) plutonium, hoogverrijkt uraan of uraan-233 de onder ‘Aantal artikelen’ vermelde artikelen bevatten. Deze hoeveelheid mag worden gebaseerd op de in de rapporten over de inventariswijzigingen vermelde hoeveelheid, bv. de gemiddelde hoeveelheid kerntechnisch materiaal per artikel, en hoeft niet voor elk artikel te worden gemeten.
Elke ‘Boeking’ in de aangifte krijgt een volgnummer, te beginnen met ‘l’.
De kolom ‘Ref.’ dient in deze boeking naar een andere boeking te verwijzen. De verwijzing bestaat uit het desbetreffende aangifte- en boekingnummer (bv. 10—20 verwijst naar boeking 20 in aangifte 10). De verwijzing houdt in dat de boeking in kwestie een aanvulling of bijwerking vormt van in een eerdere boeking aangegeven informatie. Zo nodig kunnen verscheidene referenties worden gebruikt.
Vermeld in de kolom ‘Type afvalstoffen vóór conditionering’ tot welk type de afvalstoffen vóór de conditionering behoorden, bv. hulzen, zuiveringsslib, hoog- of middelactieve vloeistof.
Vermeld in de kolom ‘Geconditioneerde vorm’ de huidige, geconditioneerde vorm van de afvalstoffen, bv. glas, keramiek, cement of bitumen.
Vermeld in de kolom ‘Aantal artikelen’ het aantal artikelen, bv. glazen vaten of cementblokken dat in één verwerkingscampagne moet worden verwerkt of het aantal artikelen dat in de loop van het jaar van dezelfde (‘oorspronkelijke’) plaats naar dezelfde nieuwe plaats is overgebracht.
Vermeld in de kolom ‘Vorige plaats’ waar de afvalstoffen zich bevonden alvorens ze verplaatst werden (zie ook toelichting nr. 8 bij Bijlage XII).
Vermeld in de kolom ‘Nieuwe plaats’ waar de afvalstoffen zich na de verplaatsing bevinden (zie ook toelichting nr. 8 bij Bijlage XII).