Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 999/2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën
Artikel 16 In de handel brengen van producten van dierlijke oorsprong
Geldend
Geldend vanaf 20-04-2009
- Bronpublicatie:
11-03-2009, PbEU 2009, L 87 (uitgifte: 01-01-2009, regelingnummer: 220/2009)
- Inwerkingtreding
20-04-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-03-2009, PbEU 2009, L 87 (uitgifte: 01-01-2009, regelingnummer: 220/2009)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De bepalingen van dit artikel en bijlage VIII, hoofdstukken C en D en bijlage IX, hoofdstukken A, C, F en G gelden niet voor het in de handel brengen of, in voorkomend geval, de uitvoer van de volgende van gezonde herkauwers afkomstige producten van dierlijke oorsprong:
- a)
producten van dierlijke oorsprong die onder artikel 15 vallen, met name sperma, embryo's en eicellen;
- b)
melk en zuivelproducten, huiden en vellen, en uit huiden en vellen vervaardigde gelatine en collageen.
2.
Producten van dierlijke oorsprong uit derde landen waar een gecontroleerd of onbepaald BSE-risico bestaat, zijn afkomstig van gezonde runderen, schapen en geiten die niet de in artikel 8, lid 3, bedoelde vernietiging van weefsel van het centrale zenuwstelsel of injectie van gas in de schedelholte hebben ondergaan.
3.
Levensmiddelen van dierlijke oorsprong die materiaal bevatten afkomstig van runderen uit een land of gebied waar een onbepaald BSE-risico bestaat, mogen niet in de handel worden gebracht, behalve indien zij afkomstig zijn van:
- a)
dieren die geboren zijn acht jaar na de datum van effectieve toepassing van het verbod om van zoogdieren afgeleide dierlijke eiwitten in de voeding van herkauwers te gebruiken, en
- b)
dieren die geboren en opgefokt zijn en verbleven hebben in beslagen die reeds minstens zeven jaar een gecertificeerde historische BSE-vrije status hebben.
Bovendien mogen levensmiddelen afkomstig van herkauwers niet vanuit een lidstaat of gebied daarvan waar een onbepaald BSE-risico bestaat, naar een andere lidstaat worden verzonden of uit een derde land waar een onbepaald BSE-risico bestaat, worden ingevoerd.
Dit verbod is niet van toepassing op de in bijlage VIII, hoofdstuk C, bedoelde producten van dierlijke oorsprong die aan de eisen van bijlage VIII, hoofdstuk C, voldoen.
Zij gaan vergezeld van een door een officiële dierenarts afgegeven gezondheidscertificaat waaruit blijkt dat zij overeenkomstig de onderhavige verordening zijn geproduceerd.
4.
Wanneer een dier vanuit een land of gebied wordt verplaatst naar een ander land of gebied van een andere categorie, wordt het ingedeeld in de hoogste categorie van de landen of gebieden waar het langer dan vierentwintig uur heeft verbleven, tenzij er voldoende garanties kunnen worden geboden dat het dier in dat in de hoogste categorie ingedeelde land of gebied niet gevoederd is.
5.
De producten van dierlijke oorsprong waarvoor in dit artikel specifieke regels zijn opgesteld, moeten vergezeld gaan van de door de communautaire wetgeving overeenkomstig de artikelen 17 en 18 voorgeschreven gezondheidscertificaten of handelsdocumenten, of, als de communautaire wetgeving die niet voorschrijft, van volgens de procedure van artikel 24, lid 2, vast te stellen modellen voor een gezondheidscertificaat of handelsdocument.
6.
Om in de Gemeenschap ingevoerd te mogen worden, moeten de producten van dierlijke oorsprong voldoen aan de voorwaarden van bijlage IX, hoofdstukken A, C, F en G.
7.
De leden 1 tot en met 6 kunnen volgens de in artikel 24, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing worden uitgebreid tot andere producten van dierlijke oorsprong. De uitvoeringsbepalingen voor dit artikel worden vastgesteld volgens de in artikel 24, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure.