Einde inhoudsopgave
Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft
Artikel 136 [Effecten en geldmarktinstrumenten van publiekrechtelijke instellingen]
Geldend
Geldend vanaf 22-07-2013
- Bronpublicatie:
04-07-2013, Stb. 2013, 293 (uitgifte: 18-07-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
22-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-06-2013, Stb. 2013, 228 (uitgifte: 25-06-2013, kamerstukken: 33235)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de wet van 12-06-2013, Stb. 228.
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
In afwijking van artikel 134, eerste lid, kan het beheerde vermogen van een icbe tot ten hoogste vijfendertig procent worden belegd in effecten en geldmarktinstrumenten die zijn uitgegeven of gegarandeerd door een lidstaat, een openbaar lichaam met verordenende bevoegdheid in een lidstaat, een staat die geen lidstaat is, of een internationale organisatie waarin een of meer lidstaten deelnemen.
2.
De Autoriteit Financiële Markten kan een icbe op aanvraag ontheffing verlenen van het eerste lid indien:
- a.
zij effecten en geldmarktinstrumenten van ten minste zes verschillende emissies van een in het eerste lid bedoelde uitgevende staat, openbaar lichaam of internationale organisatie in portefeuille heeft;
- b.
de financiële instrumenten van een zelfde emissie niet meer bedragen dan dertig procent van het beheerde vermogen van de icbe;
- c.
de uitgevende staat, het openbaar lichaam of de internationale organisatie in de statuten of het fondsreglement van de icbe wordt genoemd; en
- d.
de deelnemers in de icbe bescherming genieten die gelijkwaardig is aan de bescherming die voortvloeit uit het eerste lid en de artikelen 134, 135 en 137.