Einde inhoudsopgave
Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 133 Herstelplan
Geldend
Geldend vanaf 11-04-2018
- Bronpublicatie:
20-12-2017, Stb. 2017, 525 (uitgifte: 28-12-2017, kamerstukken: 34674)
- Inwerkingtreding
11-04-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-03-2018, Stb. 2018, 96 (uitgifte: 10-04-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Wanneer de beleidsdekkingsgraad van een beroepspensioenfonds per het einde van een kalenderkwartaal is komen te liggen onder de bij of krachtens artikel 127 gestelde eisen ten aanzien van het vereist eigen vermogen, meldt het beroepspensioenfonds dit onverwijld aan de toezichthouder. Wanneer de beleidsdekkingsgraad van een beroepspensioenfonds, waarvan het minimaal vereist eigen vermogen hoger is dan het vereist eigen vermogen, per het einde van een kalenderkwartaal is komen te liggen onder de bij of krachtens artikel 126 gestelde eisen ten aanzien van het minimaal vereist eigen vermogen, meldt het beroepspensioenfonds dit onverwijld aan de toezichthouder.
2.
In de in de eerste zin van het eerste lid bedoelde situatie dient het beroepspensioenfonds binnen drie maanden of zoveel eerder als de toezichthouder bepaalt ter instemming bij de toezichthouder een concreet en haalbaar herstelplan in, tenzij het beroepspensioenfonds gezien de beleidsdekkingsgraad op dat moment weer voldoet aan artikel 127. In het herstelplan werkt het beroepspensioenfonds uit hoe het uiterlijk binnen tien jaar zal voldoen aan artikel 127.
3.
In afwijking van het tweede lid kan de toezichthouder, in verband met de specifieke situatie van het beroepspensioenfonds en in het belang van de aanspraak- en pensioengerechtigden, bepalen dat voor het herstelplan een kortere termijn geldt dan tien jaar.
4.
Een beroepspensioenfonds dat bijdragen ontvangt van een in een andere lidstaat gevestigde zelfstandige of beroepsgenoot en een beleidsdekkingsgraad heeft die ligt onder de bij of krachtens artikel 126 gestelde eisen ten aanzien van het minimaal vereist eigen vermogen werkt in het herstelplan tevens uit hoe het binnen een jaar zal voldoen aan artikel 126.
5.
Het herstelplan vertoont een in beginsel tijdsevenredig herstel. In afwijking hiervan kan het herstelplan een meer dan tijdsevenredig herstel vertonen in de eerste helft van de looptijd van het herstelplan.
6.
Het herstelplan gaat uiterlijk zes maanden nadat de beleidsdekkingsgraad is komen te liggen onder de bij of krachtens artikel 127 gestelde eisen in. Het beroepspensioenfonds handelt onverwijld overeenkomstig het herstelplan.
7.
Het beroepspensioenfonds stelt jaarlijks de beleidsdekkingsgraad vast op het moment waarop een situatie als bedoeld in het eerste lid is vastgesteld. Zo nodig in afwijking van de vorige zin kan het beroepspensioenfonds de beleidsdekkingsgraad jaarlijks vaststellen per het einde van het vierde kalenderkwartaal, door de eerste vaststelling van de beleidsdekkingsgraad na het moment waarop een situatie als bedoeld in het eerste lid, is vastgesteld te vervroegen.
8.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot dit artikel die onder meer betrekking hebben op de periode tot het herstelplan ingaat.