Einde inhoudsopgave
Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 132 Voorwaardelijke toeslagverlening
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
03-06-2023, Stb. 2023, 216 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken: 36067)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-2023, Stb. 2023, 218 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Voor zover van toepassing stelt een beroepspensioenfonds beleid vast met betrekking tot de voorwaardelijke toeslagverlening.
2.
Voor een beroepspensioenfonds geldt bij de voorwaardelijke toeslagverlening het volgende:
- a.
bij een beleidsdekkingsgraad onder een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen niveau wordt geen toeslag verleend;
- b.
er wordt niet meer toeslag verleend dan naar verwachting in de toekomst te realiseren is; en
- c.
incidentele toeslagverlening om in het verleden niet toegekende toeslag of in het verleden doorgevoerde vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten te compenseren kan worden verleend indien die toeslagverlening geen gevolgen heeft voor de toeslagverlening in de toekomst overeenkomstig onderdeel b, de beleidsdekkingsgraad het niveau van het vereist eigen vermogen, bedoeld in artikel 127, behoudt en in enig jaar ten hoogste een vijfde van het vermogen dat voor deze toeslagverlening beschikbaar is, wordt aangewend.
3.
Het tweede lid is niet van toepassing indien:
- a.
een beroepspensioenfonds volledig verzekerd is bij een verzekeraar; of
- b.
anderszins sprake is van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen bijzondere omstandigheden.
4.
Beroepspensioenfondsen kunnen de voorwaardelijke toeslagverlening financieren door:
- a.
het creëren van technische voorzieningen;
- b.
het creëren van eigen vermogen boven het vereist eigen vermogen ten behoeve van de toeslagverlening;
- c.
het putten uit het eigen vermogen boven het vereist eigen vermogen ten behoeve van de toeslagverlening;
- d.
het hanteren van een opslag op de premie; of
- e.
overrendement.
5.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot dit artikel.