Einde inhoudsopgave
Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 139 Parameters
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
03-06-2023, Stb. 2023, 216 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken: 36067)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-2023, Stb. 2023, 218 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Bij algemene maatregel van bestuur worden, ten behoeve van de berekeningen noodzakelijk voor de uitvoering van een beroepspensioenregeling,, regels gesteld over:
- a.
het minimale percentage van het gemiddelde loon- of prijsindexcijfer;
- b.
het maximaal te hanteren gemiddelde rendement op vastrentende waarden;
- c.
de maximaal te hanteren risicopremies op onder andere aandelen en onroerend goed; en
- d.
een uniforme set met economische scenario’s.
2.
De in het eerste lid bedoelde regels worden uiterlijk iedere vijf jaren getoetst, rekening houdend met financieel-economische ontwikkelingen in het verleden en realistische inzichten ten aanzien van toekomstige financieel-economische verwachtingen.
3.
Ten behoeve van de toetsing, bedoeld in het tweede lid, stelt Onze Minister een commissie in met toepassing van artikel 6 van de Kaderwet adviescolleges. Onze Minister kan tevens het oordeel van de commissie vragen over de toepassing van de rentetermijnstructuur bij rentes met een lange looptijd.
4.
De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.