Einde inhoudsopgave
Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 142 Staten
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
03-06-2023, Stb. 2023, 216 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken: 36067)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-2023, Stb. 2023, 218 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Een beroepspensioenfonds doet het boekjaar gelijk lopen met het kalenderjaar.
2.
Een beroepspensioenfonds verstrekt periodiek binnen de daartoe vastgestelde termijnen staten aan de toezichthouder die de toezichthouder nodig heeft voor de juiste uitoefening van zijn taak, bedoeld in artikel 146.
3.
De actuariële staten zijn gewaarmerkt door een bevoegd actuaris. Bij de actuariële staten hoort een actuarieel verslag voorzien van een verklaring van een actuaris.
4.
Met zijn verklaring bedoeld in het derde lid bevestigt de actuaris dat hij zich ervan heeft overtuigd dat voldaan is aan de artikelen 121 tot en met 135, de correcte toepassing van de toedelingsregels en de regels ten aanzien van de risicohouding. Hij is bevoegd zijn verklaring nader toe te lichten of op enig punt een voorbehoud te maken.
5.
De staten zijn periodiek voorzien van een verklaring omtrent de getrouwheid, afgegeven door een accountant. Ten bewijze dat de staten door hem zijn onderzocht, waarmerkt de accountant de staten.
6.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt bepaald welke staten worden verstrekt en worden regels gesteld met betrekking tot de inhoud en de modellen van de staten en de wijze, de periodiciteit en de termijnen van de verstrekking.