Einde inhoudsopgave
Wet op het primair onderwijs
Artikel 140 Opheffingsnorm
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2022
- Redactionele toelichting
Voorheen art. 154.
- Bronpublicatie:
25-02-2021, Stb. 2021, 171 (uitgifte: 07-04-2021, kamerstukken: 35605)
- Inwerkingtreding
01-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-03-2022, Stb. 2022, 114 (uitgifte: 16-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Primair onderwijs
Voor iedere gemeente wordt, op basis van de leerlingdichtheid in die gemeente, een opheffingsnorm vastgesteld aan de hand van de formule:
Opheffingsnorm = 0,6 × (leerlingdichtheid : (0,15 + 0,0027 × leerlingdichtheid))
De uitkomst van de berekening wordt afgerond, waarbij de decimalen worden verwaarloosd indien het eerste cijfer achter de komma kleiner is dan 5 en waarbij de decimalen worden verwaarloosd en het getal verhoogd met 1 indien het eerste cijfer achter de komma gelijk is aan of groter is dan 5. De opheffingsnorm bedraagt minimaal 23 en maximaal 200. De leerlingdichtheid is de uitkomst van het aantal inwoners van 4 tot en met 11 jaar in die gemeente gedeeld door het aantal km2 grondoppervlakte van die gemeente. Indien het aantal km2 van de gemeente minder bedraagt dan 10 km2, wordt voor de berekening van de leerlingdichtheid uitgegaan van 10 km2. De leerlingdichtheid bedraagt maximaal 500.