Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/848 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007
Artikel 54 Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
Geldend
Geldend vanaf 17-06-2018
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2018, L 270).
- Bronpublicatie:
30-05-2018, PbEU 2018, L 150 (uitgifte: 14-06-2018, regelingnummer: 2018/848)
- Inwerkingtreding
17-06-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-05-2018, PbEU 2018, L 150 (uitgifte: 14-06-2018, regelingnummer: 2018/848)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
2.
De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen als bedoeld in artikel 2, lid 6, artikel 9, lid 11, artikel 10, lid 5, artikel 12, lid 2, artikel 13, lid 3, artikel 14, lid 2, artikel 15, lid 2, artikel 16, lid 2, artikel 17, lid 2, artikel 18, lid 2, artikel 19, lid 2, artikel 21, lid 1, artikel 22, lid 1, artikel 23, lid 2, artikel 24, lid 6, artikel 30, lid 7, artikel 32, lid 4, artikel 33, lid 6, artikel 34, lid 8, artikel 35, lid 9, artikel 36, lid 3, artikel 38, lid 8, artikel 40, lid 11, artikel 44, lid 2, artikel 46, lid 7, artikel 48, lid 4, artikel 53, leden 2, 3 en 4, artikel 57, lid 3 en artikel 58, lid 2, wordt aan de Commissie toegekend voor een periode van vijf jaar met ingang van 17 juni 2018. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.
3.
Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 2, lid 6, artikel 9, lid 11, artikel 10, lid 5, artikel 12, lid 2, artikel 13, lid 3, artikel 14, lid 2, artikel 15, lid 2, artikel 16, lid 2, artikel 17, lid 2, artikel 18, lid 2, artikel 19, lid 2, artikel 21, lid 1, artikel 22, lid 1, artikel 23, lid 2, artikel 24, lid 6, artikel 30, lid 7, artikel 32, lid 4, artikel 33, lid 6, artikel 34, lid 8, artikel 35, lid 9, artikel 36, lid 3, artikel 38, lid 8, artikel 40, lid 11, artikel 44, lid 2, artikel 46, lid 7, artikel 48, lid 4, artikel 53, leden 2, 3 en 4, artikel 57, lid 3, en artikel 58, lid 2, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4.
Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.
5.
Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
6.
Een overeenkomstig artikel 2, lid 6, artikel 9, lid 11, artikel 10, lid 5, artikel 12, lid 2, artikel 13, lid 3, artikel 14, lid 2, artikel 15, lid 2, artikel 16, lid 2, artikel 17, lid 2, artikel 18, lid 2, artikel 19, lid 2, artikel 21, lid 1, artikel 22, lid 1, artikel 23, lid 2, artikel 24, lid 6, artikel 30, lid 7, artikel 32, lid 4, artikel 33, lid 6, artikel 34, lid 8, artikel 35, lid 9, artikel 36, lid 3, artikel 38, lid 8, artikel 40, lid 11, artikel 44, lid 2, artikel 46, lid 7, artikel 48, lid 4, artikel 53, leden 2, 3 en 4, artikel 57, lid 3, en artikel 58, lid 2, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie heeft medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.