Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 168/2013 goedkeuring van en het markttoezicht op twee- of driewielige voertuigen en vierwielers
Artikel 23 Voorschriften voor milieuprestaties
Geldend
Geldend vanaf 20-02-2019
- Bronpublicatie:
16-01-2019, PbEU 2019, L 30 (uitgifte: 31-01-2019, regelingnummer: 2019/129)
- Inwerkingtreding
20-02-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-01-2019, PbEU 2019, L 30 (uitgifte: 31-01-2019, regelingnummer: 2019/129)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
1.
De fabrikanten zorgen ervoor dat de voertuigen zodanig worden ontworpen, gebouwd en geassembleerd dat de milieueffecten ervan zoveel mogelijk worden beperkt. De fabrikanten zorgen ervoor dat voertuigen waarvoor typegoedkeuring is verleend, binnen de in bijlage VII vermelde duurzaamheidsafstand voldoen aan de in de bijlagen II, V en VI vastgelegde milieuprestatievereisten.
2.
De fabrikanten zorgen ervoor dat voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden binnen de in bijlage IV vermelde data voor toepassing voldoen aan de in een gedelegeerde handeling die wordt vastgesteld volgens lid 12 van dit artikel, vast te leggen testprocedures en testvoorschriften als vermeld in bijlage V.
3.
De fabrikanten zorgen ervoor dat de typegoedkeuringsvoorschriften voor het verifiëren van de duurzaamheidseisen worden nageleefd. Naar keuze van de fabrikant wordt een van de volgende duurzaamheidstestprocedures gebruikt om de goedkeuringsinstantie bewijs te kunnen leveren van de duurzaamheid van de milieuprestaties van een voertuig waarvoor typegoedkeuring is verleend:
- a)
daadwerkelijk testen van de duurzaamheid waarbij het voertuig de volledige afstand aflegt:
de testvoertuigen leggen fysiek de volledige in bijlage VII, onder A), vermelde afstand af en worden getest volgens de procedure van testtype V als vermeld in de gedelegeerde handeling die wordt vastgesteld volgens lid 12 van dit artikel. De resultaten van de emissietests tot en met de volledige afstand als vermeld in bijlage VII, onder A), moeten lager zijn dan de milieuprestatiegrenswaarden in bijlage VI, onder A);
- b)
daadwerkelijk testen van de duurzaamheid waarbij het voertuig de afstand gedeeltelijk aflegt:
de testvoertuigen leggen fysiek minimaal 50 % van de in bijlage VII, onder A), vermelde volledige afstand af en worden getest volgens de procedure van testtype V als vermeld in de gedelegeerde handeling die wordt vastgesteld volgens lid 12 van dit artikel. De testresultaten worden overeenkomstig die handeling geëxtrapoleerd tot en met de volledige afstand als vermeld in bijlage VII, onder A). Zowel de testresultaten als de geëxtrapoleerde resultaten moeten lager zijn dan de milieuprestatiegrenswaarden in bijlage VI, onder A);
- c)
mathematische duurzaamheidsprocedure:
tot en met 31 december 2024 moet voor elk emissiebestanddeel het product van de vermenigvuldiging van de verslechteringsfactoren in bijlage VII, onder (B), met de resultaten van de milieuprestatietest van een voertuig dat meer dan 100 km heeft afgelegd sinds het aan het einde van de productielijn voor het eerst is gestart, lager zijn dan de grenswaarden van de milieuprestatietest in bijlage VI, onder (A).
Niettegenstaande de eerste alinea moet voor nieuwe voertuigtypen vanaf 1 januari 2020 en voor bestaande voertuigtypen vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2024 voor elk emissiebestanddeel het product van de vermenigvuldiging van de verslechteringsfactoren in bijlage VII, onder (B), met de resultaten van de milieuprestatietest van een voertuig dat, sinds het aan het einde van de productielijn voor het eerst is gestart, meer dan 2 500 km heeft afgelegd bij een voertuig met een maximum modelvoertuigsnelheid van < 130 km/h en meer dan 3 500 km bij een voertuig met een maximum modelvoertuigsnelheid van ≥ 130 km/h, lager zijn dan de uitlaatemissiegrenswaarden in bijlage VI, onder (A).
4.
Uiterlijk 1 januari 2016 voert de Commissie een alomvattend milieueffectonderzoek uit. In dit onderzoek zullen de luchtkwaliteit en het aandeel verontreinigende stoffen dat door voertuigen van categorie L wordt bijgedragen worden beoordeeld, en de voorschriften van de tests van type I, IV, V, VII en VIII in bijlage V worden behandeld.
In het onderzoek zullen de recentste wetenschappelijk gegevens, wetenschappelijke onderzoeksresultaten, modellen en kostenefficiëntie tegen elkaar worden afgewogen en beoordeeld, om te komen tot definitieve beleidsmaatregelen door middel van bevestiging en definitieve bepaling van de uitvoering van Euro 5 in bijlage IV en de milieuprestatievoorschriften van Euro 5 in bijlage V, bijlage VI, onder A2), B2) en C2), en bijlage VII met betrekking tot de af te leggen afstanden voor duurzaamheidstests en verslechteringsfactoren van Euro 5.
5.
Op basis van de in lid 4 bedoelde resultaten brengt de Commissie uiterlijk 31 december 2016 aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over het volgende:
- a)
de uitvoeringsdata van het Euro 5-niveau als bedoeld in bijlage IV;
- b)
de Euro 5-emissiegrenswaarden als bedoeld in bijlage VI, onder A2), en de OBD-drempelwaarden in bijlage VI, onder B2);
- c)
dat alle nieuwe voertuigtypes in de (sub)categorieën L3e, L5e, L6e-A en L7e-A naast OBD-fase I ook met OBD-fase II op het Euro 5-niveau worden uitgerust;
- d)
de af te leggen afstanden voor duurzaamheidstests voor het Euro 5-niveau als bedoeld in bijlage VII, onder A), en de verslechteringsfactoren voor het Euro 5-niveau als bedoeld in bijlage VII, onder B).
In het licht van dat verslag dient de Commissie zo nodig wetgevingsvoorstellen in.
6.
Op basis van de resultaten van het milieueffectonderzoek stelt de Commissie overeenkomstig artikel 75 een gedelegeerde handeling vast waarin wordt bepaald welke van de (sub)categorieën L1e-A, L1e-B, L2e, L5e-B, L6e-B, L7e-B en L7e-C voor het Euro 5-niveau SHED-tests, dan wel permeatietests van de brandstoftank en brandstofleidingen moeten ondergaan, met inachtneming van de in bijlage VI, onder C2), vermelde testgrenswaarden.
7.
De fabrikanten zorgen ervoor dat voertuigen van categorie L voor goedkeuring en uitbreidingen als vermeld in bijlage V, onder A), voldoen aan de toepasselijke testvoorschriften met betrekking voor milieuprestaties.
8.
Wat testtype I betreft, is de desbetreffende emissiegrenswaarde voor L3e-AxE- (enduro, x = 1, 2 of 3) en L3e-AxT- (trial, x = 1, 2 of 3) motorfietsen de som van L2 (THC) en L3 (NOx) van bijlage VI, onder A). De resultaten van de emissietests (NOx + THC) moeten lager zijn dan of gelijk zijn aan deze grenswaarde (L2 + L3).
9.
Voertuigen van categorie L4e voldoen aan de milieuprestatievoorschriften in bijlage V voor voertuigen van categorie L3e, waarbij voor de tests van type I, IV, VII en VIII van bijlage V in voorkomende geval hetzij het gehele samenstel van het basismotorvoertuig met het zijspan, hetzij alleen het basismotorvoertuig zonder het zijspan wordt getest.
10.
De fabrikanten zorgen ervoor dat voor alle vervangingssystemen voor verontreinigingsbeheersing die in de Unie in de handel of in het verkeer worden gebracht, typegoedkeuring is verleend overeenkomstig deze verordening.
11.
De voorschriften in de leden 1 tot en met 10 zijn van toepassing op de voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden als aangeduid in bijlage II.
12.
Om een hoog niveau van milieubescherming te waarborgen, is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 75 gedelegeerde handelingen vast te stellen betreffende de gedetailleerde technische specificaties voor milieuprestatievoorschriften vast te stellen voor de in de leden 1, 2, 3, 6 en 7 van dit artikel genoemde onderwerpen, met inbegrip van testprocedures.