Einde inhoudsopgave
Besluit kwaliteit leefomgeving
Artikel 11.21 (monitoring omgevingswaarden nec-richtlijn)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
09-12-2020, Stb. 2020, 557 (uitgifte: 28-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Monitoring voor de omgevingswaarden voor de kwaliteit van de buitenlucht, bedoeld in artikel 2.8a, vindt plaats door het voor die stoffen opstellen van de nationale emissie-inventarissen en nationale emissieprognoses, bedoeld in artikel 8, eerste en tweede lid, van de nec-richtlijn, volgens de methode, bedoeld in artikel 9 van en bijlage V bij die richtlijn.
2.
Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat is belast met de uitvoering van de monitoring.
3.
Voor de beoordeling of aan de omgevingswaarden wordt voldaan, blijven de volgende emissies buiten beschouwing:
- a.
emissies van vliegtuigen, buiten de landings- en startcyclus;
- b.
emissies van de internationale zeevaart; en
- c.
emissies van stikstofoxiden en vluchtige organische stoffen, met uitzondering van methaan, van activiteiten die vallen onder de categorieën 3B en 3D, bedoeld in de richtsnoeren behorende bij het Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand ( Trb. 1983, 84 ).
4.
Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
- a.
landings- en startcyclus: de cyclus die het taxiën na landing en voor vertrek, starten, opstijgen, aanvliegen en landen en alle andere manoeuvres van het vliegtuig die plaatsvinden beneden een hoogte van 3.000 voet, omvat; en
- b.
internationale zeevaart: reizen over zee en in de kustwateren door vaartuigen van alle vlaggen, uitgezonderd vissersvaartuigen, die vertrekken van het grondgebied van het ene land en aankomen op het grondgebied van een ander land.