Einde inhoudsopgave
Besluit kwaliteit leefomgeving
Artikel 11.22 (gegevensverzameling luchtkwaliteit door gemeenten, provincies en Rijk)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
26-04-2022, Stb. 2022, 172 (uitgifte: 05-05-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-03-2021, Stb. 2021, 200 (uitgifte: 26-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
09-12-2020, Stb. 2020, 557 (uitgifte: 28-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
03-07-2018, Stb. 2018, 292 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Het college van burgemeester en wethouders van een gemeente waarvan het grondgebied ligt in een aandachtsgebied, bedoeld in artikel 5.51, tweede lid, en gedeputeerde staten van de provincie waarvan het grondgebied in dat gebied ligt, verzamelen gegevens over de verkeersintensiteit op wegen in beheer bij de gemeente respectievelijk de provincie voor de monitoring in die aandachtsgebieden van de concentraties van:
- a.
stikstofdioxide, bedoeld in artikel 2.4, eerste lid, aanhef en onder b; en
- b.
PM10, bedoeld in artikel 2.5, eerste lid.
2.
Het college van burgemeester en wethouders van een gemeente waarvan het grondgebied ligt in een aandachtsgebied, bedoeld in artikel 5.51, derde lid, en gedeputeerde staten van de provincie waarvan het grondgebied in dat gebied ligt, verzamelen voor de monitoring in die aandachtsgebieden van de concentraties van PM10, bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, gegevens over het exploiteren van een veehouderij, bedoeld in artikel 3.200 van het Besluit activiteiten leefomgeving:
- a.
waarvan de emissie van PM10 vanuit de dierenverblijven meer bedraagt dan 800 kg per jaar; of
- b.
waarvan de emissie van PM10 vanuit de dierenverblijven meer bedraagt dan 500 kg per jaar, als uit de op basis van het derde lid verzamelde gegevens blijkt dat de achtergrondconcentratie van PM10 hoger is dan 27 μg/m3.
3.
Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat verzamelt de volgende gegevens:
- a.
de gemiddelde concentraties van zwaveldioxide, stikstofdioxide, PM2,5, PM10, benzeen, lood en koolmonoxide op een schaalniveau van 1 bij 1 km, met:
- 1°
gegevens van het voorafgaande kalenderjaar; en
- 2°
de verwachte concentraties voor de daaropvolgende kalenderjaren tot en met het jaar 2030;
- b.
de correcties voor dubbeltellingen van de lokale bijdragen van wegen in beheer bij het Rijk aan de gemiddelde concentraties van stikstofdioxide, PM2,5 en PM10 op een schaalniveau van 1 bij 1 km, met:
- 1°
gegevens van het voorafgaande kalenderjaar; en
- 2°
de verwachte correcties voor de daaropvolgende kalenderjaren tot en met het jaar 2030;
- c.
de meteorologische gegevens van het voorafgaande kalenderjaar en de tienjarige gemiddelde meteorologische gegevens;
- d.
gegevens over de terreinruwheid op een schaal van 1 bij 1 km; en
- e.
het gebruik van wegen in beheer bij het Rijk.
4.
In aanvulling op het eerste tot en met derde lid worden gegevens verzameld over de locaties van monitoringspunten waar de luchtkwaliteit wordt beoordeeld.