Einde inhoudsopgave
Wijzigingswet Algemene wet inzake rijksbelastingen, enz. (Versterking fiscale rechtshandhaving)
Artikel II
Geldend
Geldend vanaf 21-08-2008
- Redactionele toelichting
De onderdelen E t/m G werken terug t/m 01-01-2006. Onderdeel Bb werkt terug t/m 01-07-2006. Dit artikel is gecorrigeerd via een verbeterblad (19-08-2008).
- Bronpublicatie:
27-09-2007, Stb. 2007, 376 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken: 30322)
- Inwerkingtreding
21-08-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2007, Stb. 2007, 376 jo Stb. 2007, 563 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
27-09-2007, Stb. 2007, 376 jo Stb. 2007, 563 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken: 30322)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Belastingrecht algemeen (V)
De Wet op de loonbelasting 1964 wordt als volgt gewijzigd:
- A.
Artikel 26b, eerste volzin, wordt vervangen door:
In afwijking van de artikelen 20, 20a en 26 bedraagt de belasting 52% van het loon ingeval:
- a.
de werknemer zijn naam, adres, woonplaats of sociaal-fiscaalnummer niet aan de inhoudingsplichtige heeft verstrekt;
- b.
bij een werknemer die loon uit tegenwoordige dienstbetrekking geniet, de inhoudingsplichtige zijn identiteit niet heeft vastgesteld en opgenomen in de loonadministratie overeenkomstig artikel 28, onderdeel e;
- c.
bij een werknemer die loon uit tegenwoordige dienstbetrekking geniet, vreemdeling is in de zin van de Vreemdelingenwet 2000 en niet behoort tot de categorie werknemers die op grond van overeenkomsten van internationaal recht is uitgezonderd van de verplichting tot het hebben van een geldige verblijfsvergunning als bedoeld in die wet en een geldige tewerkstellingsvergunning als bedoeld in de Wet arbeid vreemdelingen, de inhoudingsplichtige zijn verblijfsrechtelijke positie ter zake van het verrichten van arbeid niet heeft vastgesteld en opgenomen in de loonadministratie overeenkomstig artikel 28, onderdeel e;
- d.
de werknemer ter zake van de in de onderdelen a tot en met c bedoelde inlichtingen onjuiste gegevens heeft verstrekt en de inhoudingsplichtige dit weet of redelijkerwijs moet weten.
De eerste volzin, aanhef en onderdeel c, is niet van toepassing bij werknemers die werkzaamheden verrichten in dienstbetrekking bij de Staat der Nederlanden, niet in Nederland wonen en hun dienstbetrekking geheel buiten Nederland vervullen.
- B.
Indien deze wet voor 1 juli 2006 in werking treedt, wordt artikel 28 als volgt gewijzigd:
- 1.
Onderdeel d vervalt, onder verlettering van de onderdelen e en f tot d en e.
- 2.
Onderdeel e (nieuw) komt te luiden:
- e.
van de werknemer die loon uit tegenwoordige dienstbetrekking geniet vast te stellen de identiteit aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot en met 3°, van de Wet op de identificatieplicht en — zo de werknemer een vreemdeling is in de zin van de Vreemdelingenwet 2000 en niet behoort tot de categorie werknemers die op grond van overeenkomsten van internationaal recht is uitgezonderd van de verplichting tot het hebben van een geldige verblijfsvergunning als bedoeld in die wet en een geldige tewerkstellingsvergunning als bedoeld in de Wet arbeid vreemdelingen — tevens de verblijfsrechtelijke status ter zake van het verrichten van arbeid aan de hand van een geldige verblijfsvergunning of aan de hand van een geldige tewerkstellingsvergunning, alsmede van een en ander de aard, het nummer en een afschrift daarvan in de loonadministratie op te nemen.
- 3.
Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, wordt met ingang van 1 juli 2006 na onderdeel e een onderdeel toegevoegd, luidende:
- f.
voor de datum van aanvang van de werkzaamheden van een werknemer aan de inspecteur opgave te verstrekken van bij ministeriële regeling te bepalen gegevens waarvan kennisneming voor de heffing van de belasting van belang kan zijn (eerstedagsmelding), met dien verstande dat indien de dienstbetrekking is overeengekomen op de datum waarop de werkzaamheden aanvangen, de eerstedagsmelding wordt gedaan voor de aanvang van de werkzaamheden.
- Ba.
Indien deze wet na 30 juni 2006 in werking treedt, wordt in afwijking van de tekst artikel 28, onderdelen d tot en met f, voor de periode van 1 januari 2006 tot en met 30 juni 2006 als volgt gelezen:
- d.
aan de werknemer opgave te verstrekken van het in een kalenderjaar genoten loon, van de ingehouden belasting en van andere gegevens welke van belang kunnen zijn voor de heffing van de inkomstenbelasting;
- e.
van de werknemer die loon uit tegenwoordige dienstbetrekking geniet vast te stellen de identiteit aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot en met 3°, van de Wet op de identificatieplicht en — zo de werknemer een vreemdeling is in de zin van de Vreemdelingenwet 2000 en niet behoort tot de categorie die op grond van overeenkomsten van internationaal recht is uitgezonderd van de verplichting tot het hebben van een geldige verblijfsvergunning als bedoeld in die wet en een geldige tewerkstellingsvergunning als bedoeld in de Wet arbeid vreemdelingen — tevens de verblijfsrechtelijke status ter zake van het verrichten van arbeid aan de hand van een geldige verblijfsvergunning of aan de hand van een geldige tewerkstellingsvergunning, alsmede van een en ander de aard, het nummer en een afschrift daarvan in de loonadministratie op te nemen.;
- Bb.
Indien deze wet na 30 juni 2006 in werking treedt, wordt in artikel 28, onderdeel f, ‘belasting’ vervangen door: de belasting.
- C.
Artikel 29, eerste lid, komt als volgt te luiden:
1
De werknemer is volgens bij ministeriële regeling te stellen regels gehouden aan de inhoudingsplichtige opgave te verstrekken van gegevens waarvan de kennisneming voor de heffing van de belasting van belang kan zijn. Ingeval de werknemer loon uit tegenwoordige dienstbetrekking geniet, is hij voorts gehouden aan de inhoudingsplichtige ter inzage te verstrekken, een op hem betrekking hebbend document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot en met 3°, van de Wet op de identificatieplicht alsmede — zo hij ook een vreemdeling is in de zin van de Vreemdelingenwet 2000 en niet behoort tot de categorie werknemers die op grond van overeenkomsten van internationaal recht is uitgezonderd van de verplichting tot het hebben van een geldige verblijfsvergunning als bedoeld in die wet — een geldige verblijfsvergunning ter vaststelling van de verblijfsrechtelijke status ter zake van het verrichten van arbeid en is hij gehouden een afschrift van een en ander in de loonadministratie van de inhoudingsplichtige te laten opnemen.
- D.
In Hoofdstuk IV wordt na artikel 30 een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 30a
Indien op enig tijdstip wordt geconstateerd dat een werknemer tot een inhoudingsplichtige in dienstbetrekking staat, maar de werknemer niet in de loonadministratie van de inhoudingsplichtige is opgenomen of voor de werknemer geen eerstedagsmelding is gedaan, wordt de werknemer voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen geacht van de inhoudingsplichtige gedurende ten minste zes maanden voorafgaande aan het tijdstip van de constatering loon uit dienstbetrekking te hebben genoten tot per loontijdvak ten minste het bedrag van het loon dat de werknemer geniet in het loontijdvak van het tijdstip van de constatering, behoudens voorzover blijkt dat de werknemer niet gedurende die periode tot de inhoudingsplichtige in dienstbetrekking heeft gestaan of dat een lager loon is genoten.
- E.
In artikel 35a, derde lid, wordt ‘artikel 35e, eerste lid, onderdeel f’ vervangen door: artikel 35e, eerste lid, onderdeel e.
- F.
In artikel 35h, derde lid, onderdeel b, wordt ‘artikel 35m, onderdeel d’ vervangen door: artikel 35m, onderdeel c.
- G.
Artikel 39 komt te luiden:
Artikel 39
Artikel 13a, tweede lid, is niet van toepassing op:
- a.
loon waarop de belasting met toepassing van die bepaling voor 1 januari 1994 zou zijn ingehouden;
- b.
loon waarvan is overeengekomen dat een niet meer dan bijkomstig gedeelte op een ongebruikelijk tijdstip zal worden genoten en waarop de belasting met toepassing van die bepaling voor 1 januari 2006 zou zijn ingehouden.