Einde inhoudsopgave
Wet op de loonbelasting 1964
Artikel 35h [Tarief]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2008. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2006
- Bronpublicatie:
27-09-2007, Stb. 2007, 376 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken: 30322)
- Inwerkingtreding
01-01-2008, terugwerkend tot: 01-01-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2007, Stb. 2007, 376 jo Stb. 2007, 563 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
27-09-2007, Stb. 2007, 376 jo Stb. 2007, 563 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Loonbelasting / Artiesten, beroepssporters en buitenlandse gezelschappen
1
De verschuldigde belasting bedraagt 20 percent van de gage.
2.
Ten aanzien van buitenlandse gezelschappen kan bij algemene maatregel van bestuur, zo nodig onder voorwaarden, ten behoeve van uniforme heffing bij grensoverschrijdende evenementen het in het eerste lid genoemde percentage van 20 tijdelijk worden verlaagd, doch niet verder dan tot 15 percent. Een krachtens de eerste volzin vastgestelde algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide kamers der Staten-Generaal overlegd. Hij treedt in werking op een tijdstip dat nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken bij koninklijk besluit wordt vastgelegd, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend. Indien het voorstel van wet wordt ingetrokken of indien een van de beide Kamers van de Staten-Generaal besluit het voorstel niet aan te nemen, wordt de algemene maatregel van bestuur ingetrokken.
3.
In afwijking van het eerste lid bedraagt de verschuldigde belasting 52 percent van de gage:
- a.
indien aan de inhoudingsplichtige de naam, het adres, de woonplaats, het woonland en de geboortedatum van de leider of vertegenwoordiger, alsmede de namen van de leden van het gezelschap niet zijn verstrekt;
- b.
indien ten aanzien van het merendeel van de leden geen afschrift van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot en met 3°, van de Wet op de identificatieplicht aan de inhoudingsplichtige is verstrekt of de identiteit niet is vastgesteld en opgenomen in de loonadministratie van de inhoudingsplichtige overeenkomstig artikel 35m, onderdeel c;
- c.
indien het gezelschap terzake onjuiste gegevens heeft verstrekt en de inhoudingsplichtige dit weet of redelijkerwijs moet weten.