Einde inhoudsopgave
Voorschrift Vreemdelingen 2000
Artikel 4.32
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2023
- Bronpublicatie:
27-03-2023, Stcrt. 2023, 9856 (uitgifte: 29-03-2023, regelingnummer: 4554227)
- Inwerkingtreding
01-04-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-03-2023, Stcrt. 2023, 9856 (uitgifte: 29-03-2023, regelingnummer: 4554227)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Vreemdelingenrecht (V)
De referent van een vreemdeling die in Nederland verblijft of wil verblijven in het kader van seizoenarbeid, neemt met betrekking tot de vreemdeling wiens referent hij is in de administratie op:
- a.
een door de vreemdeling ondertekende verklaring waarin deze verklaart direct voorafgaand aan de aanvraag om toelating in het kader van seizoenarbeid gedurende een aaneengesloten periode van tenminste veertien weken buiten Nederland te hebben verbleven;
- b.
het aanvullend document;
- c.
de arbeidsovereenkomst waaruit de duur en aard van het dienstverband en het overeengekomen inkomen blijken;
- d.
de loonspecificaties;
- e.
de door de vreemdeling ingevulde en ondertekende antecedentenverklaring, bedoeld in artikel 3.77, elfde lid, van het Besluit, indien de referent erkend is krachtens artikel 2c van de Wet.