Einde inhoudsopgave
Voorschrift Vreemdelingen 2000
Artikel 4.31
Geldend
Geldend vanaf 03-10-2020
- Bronpublicatie:
28-09-2020, Stcrt. 2020, 51172 (uitgifte: 02-10-2020, regelingnummer: 3030623)
- Inwerkingtreding
03-10-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-09-2020, Stcrt. 2020, 51172 (uitgifte: 02-10-2020, regelingnummer: 3030623)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Vreemdelingenrecht (V)
Bewijsstukken als bedoeld in de artikelen 4.29, eerste lid, onderdeel d en 4.30, eerste lid, onderdeel e, tweede lid, onderdeel c en derde lid, onderdeel c, zijn:
- a.
indien de middelen van bestaan worden gefinancierd door de vreemdeling zelf:
- 1°
een kopie van een bankafschrift van een bankrekening mede of uitsluitend op naam van de vreemdeling, waarop het saldo dat voor het studiejaar ter beschikking staat is vermeld, of
- 2°
een originele verklaring van de bank waaruit blijkt welk bedrag maandelijks ten gunste van de student wordt overgemaakt op een bankrekening, die mede of uitsluitend op naam van de vreemdeling staat;
- b.
indien de middelen van bestaan worden gefinancierd door middel van een beurs:
- 1°
een kopie van het document waaruit blijkt dat de studiebeurs is toegekend, en
- 2°
indien een derde partij via de onderwijsinstelling de beurs betaalt een kopie van de overeenkomst tussen een derde partij en de onderwijsinstelling;
- c.
indien de middelen van bestaan worden gefinancierd door een derde financier die in het buitenland woont:
- 1°
een originele verklaring van de bank waaruit blijkt welk bedrag maandelijks ten gunste van de vreemdeling wordt overgemaakt op de persoonlijke bankrekening van de vreemdeling, gedurende het verblijf in Nederland, of
- 2°
een originele verklaring van de financier, waarin deze verklaart welk bedrag maandelijks wordt overgemaakt naar de persoonlijke bankrekening van de vreemdeling gedurende diens verblijf in Nederland, en
- 3°
een kopie van het paspoort van de financier, en
- 4°
een recent(e) bankafschrift of rekeningsspecificatie waar het rekeningsaldo van de financier op staat;
- d.
indien de middelen van bestaan worden gefinancierd door een derde financier die in Nederland woont:
- 1°
bewijsstukken omtrent het inkomen van de financier en van de eventuele (huwelijks)partner van de financier, en
- 2°
een kopie van het identiteitsbewijs van de financier en van de eventuele (huwelijks)partner als hij of zij Nederlander is;
- e.
indien de middelen van bestaan worden gefinancierd uit middelen die zijn gestort op een rekening van de onderwijsinstelling een kopie van een bankafschrift van de onderwijsinstelling waarop het bedrag staat dat is gestort ten behoeve van de vreemdeling.