Einde inhoudsopgave
Voorschrift Vreemdelingen 2000
Bijlage 8b
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
11-12-2014, Stcrt. 2014, 36739 (uitgifte: 18-12-2014, regelingnummer: 593764)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2014, Stcrt. 2014, 36739 (uitgifte: 18-12-2014, regelingnummer: 593764)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Vreemdelingenrecht (V)
behorende bij artikel 3.20b, eerste lid, onder b, van het Voorschrift Vreemdelingen 2000
1. Beoordeling van de deskundige begeleider | ||
---|---|---|
Onderwerp | Toetsingscriterium | Toelichting |
Voortoets | De begeleider krijgt opnieuw een positief advies als deze niet langer dan een jaar voor indiening van de aanvraag van de startende ondernemer een positief advies voor zijn begeleiding heeft gekregen. | Een eerder positief advies van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) dat niet ouder is dan een jaar leidt zonder verdere toetsing wederom tot een positief advies. De betrouwbaarheid en de deskundigheid van de begeleider worden door de RVO in dat geval aangenomen. Een eerder afgegeven positief advies ouder dan een jaar (of nog geen eerdere toets) leidt tot een (nieuwe) toets. |
1.1 Inschrijving Kamer van Koophandel | De begeleider staat ingeschreven in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel. | Een uittreksel is niet vereist. De inschrijving wordt door de RVO in het Handelsregister gecontroleerd. Geen inschrijving betekent een negatief advies. |
1.2 Deskundigheid | a) De begeleider biedt een pakket ‘op maat’ van faciliteiten aan de startende ondernemer. b) De begeleider heeft ervaring. | a) Een pakket ‘op maat’ betekent dat de begeleider in staat is om de startende ondernemer van idee tot onderneming te begeleiden. Niet iedere ondernemer heeft dezelfde begeleiding nodig. Het pakket aan faciliteiten verschilt daarom per startende ondernemer. Faciliteiten bestaan bijvoorbeeld doch niet uitputtend uit: (toegang tot) coaching, technologie, onderzoek, bescherming intellectueel eigendom, marktonderzoek en financiering. b) Ervaring betekent minimaal twee jaar ervaring met het begeleiden van innovatieve startende ondernemers bij minimaal twee personen. Aan te tonen via bijvoorbeeld een eigen ondernemingsplan, voorbeelden van begeleide startende ondernemers, referenties en CV’s. Indien de begeleiding door verschillende personen wordt gedaan, is informatie over alle personen die begeleiden nodig. |
1.3 Betrouwbaarheid | De begeleider is financieel gezond. | De begeleider verkeert niet in surseance of faillissement en heeft een gezonde solvabiliteit en liquiditeit. Aan te tonen via bijvoorbeeld (niet uitputtend) recente jaarrekeningen en/of overeenkomsten met / garantstellingen door financiers en/of accountantsverklaringen en/of bankafschriften en/of onderbouwde financiële prognoses. |
2. Beoordeling van de startende ondernemer | ||
---|---|---|
Onderwerp | Toetsingscriterium | Toelichting |
2.1 Inschrijving Kamer van Koophandel | De startende ondernemer staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. | Een uittreksel is niet vereist. De inschrijving wordt door de RVO in het Handelsregister gecontroleerd. De startende ondernemer moet zeggenschap in de startende onderneming hebben. Dit is van belang omdat hij beslissingen over de toekomstige onderneming moet kunnen nemen. Geen inschrijving betekent een negatief advies. |
2.2 Stappenplan | a) In het stappenplan staat beschreven wat de taak en rol is van de startende ondernemer in de startende onderneming. b) In het stappenplan staat beschreven waarom het product of dienst innovatief is. c) In het stappenplan staat beschreven welke activiteiten (stappen) de startende ondernemer verricht in het eerste jaar om van idee tot onderneming te komen. | a) De startende ondernemer moet een actieve rol hebben. Dit betekent dat de aanvrager niet alleen aandeelhouder of financier is. b) Er is sprake van innovativiteit bij aanwezigheid van minstens één van onderstaande drie aspecten: 1) Het product of de dienst is nieuw voor Nederland. 2) Er is sprake van nieuwe technologie bij productie, distributie, marketing. 3) Er is sprake van een innovatieve organisatorische opzet en werkwijze. Hierbij kan worden gedacht aan bijvoorbeeld (niet uitputtend opgesomd): – Activiteiten die in het kader van het Topsectorenbeleid worden gestimuleerd. – Zelf ontwikkelde nieuwe producten of diensten. – Originele aanpak energiebesparing. – Originele aanpak duurzaamheidsproblematiek. – Slimme en creatieve aanpassingen of combinaties ten behoeve van sector overschrijdende toepassingen. – Nieuwe product-marktcombinaties. – Creatieve of vernieuwende marktbenadering. – Sociale innovatie. – Introductie maatschappelijk verantwoord ondernemen. |
2.3 Overeenkomst met begeleider | a) In de overeenkomst is de aard van de begeleiding beschreven. b) De voorwaarden van de overeenkomst mogen niet nadelig of belemmerend zijn voor een gezonde ontwikkeling van de startende ondernemer. c) De begeleider mag geen meerderheidsbelang hebben in de startende onderneming. d) De overeenkomst is door beide partijen (begeleider en startende ondernemer) ondertekend. | a) De begeleiding moet op maat zijn (zie 1.2. onder a). b) Er mag geen sprake zijn van ‘wurgcontracten’. c) Uit de overeenkomst wordt duidelijk welk belang de begeleider heeft in de startende onderneming. d) De begeleider moet bevoegd zijn om de overeenkomst te ondertekenen. |