Einde inhoudsopgave
Internationaal Verdrag ter bestrijding van daden van nucleair terrorisme
Artikel 26
Geldend
Geldend vanaf 07-07-2007
- Bronpublicatie:
13-04-2005, Trb. 2007, 205 (uitgifte: 01-11-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
07-07-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-11-2007, Trb. 2007, 205 (uitgifte: 01-11-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Energie
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Energierecht (V)
1.
Elke Staat die Partij is, kan een wijziging van dit Verdrag voorstellen. De voorgestelde wijziging wordt ingediend bij de Depositaris, die haar onverwijld toezendt aan alle Staten die Partij zijn.
2.
Indien de meerderheid van de Staten die Partij zijn de Depositaris verzoeken een vergadering te beleggen teneinde de voorgestelde wijzigingen te bestuderen, nodigt de Depositaris alle Staten die Partij zijn uit deze vergadering bij te wonen die niet eerder dan drie maanden na de verzending van de uitnodigingen zal aanvangen.
3.
De vergadering stelt alles in het werk om de wijzigingen te doen aannemen op basis van consensus. Indien zulks niet mogelijk is, worden wijzigingen aangenomen bij een meerderheid van twee derden[lees: derde] van alle Staten die Partij zijn. De Depositaris doet elke wijziging die tijdens de vergadering wordt aangenomen onverwijld toekomen aan alle Staten die Partij zijn.
4.
Wijzigingen aangenomen krachtens het derde lid van dit artikel treden in werking voor elke Staat die Partij is die zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring van of toetreding tot de wijziging dertig dagen na de datum waarop twee derden[lees: derde] van de Staten die Partij zijn de desbetreffende akte hebben nedergelegd. De wijziging treedt vervolgens-voor elke Staat die Partij is dertig dagen na de datum waarop die Staat het desbetreffende instrument heeft nedergelegd in werking.