Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/1011 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten
Artikel 53 Evaluaties door de ESMA
Geldend
Geldend vanaf 30-12-2019
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2022.
- Bronpublicatie:
18-12-2019, PbEU 2019, L 334 (uitgifte: 27-12-2019, regelingnummer: 2019/2175)
- Inwerkingtreding
30-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, PbEU 2019, L 334 (uitgifte: 27-12-2019, regelingnummer: 2019/2175)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De ESMA streeft naar de totstandbrenging van een gemeenschappelijke Europese toezichtscultuur en consistente toezichtspraktijken en zorgt voor een consistente aanpak door de bevoegde autoriteiten wat de toepassing van artikel 33 betreft. Hiertoe worden de bekrachtigingen overeenkomstig artikel 33 om de twee jaar door de ESMA geëvalueerd.
De ESMA brengt een advies uit aan elke bevoegde autoriteit die een benchmark uit een derde land heeft bekrachtigd, waarbij wordt beoordeeld hoe die bevoegde autoriteit de relevante vereisten van artikel 33 en de vereisten van enige relevante gedelegeerde handeling en technische reguleringsnormen of technische uitvoeringsnormen op basis van deze verordening toepast.
2.
De ESMA heeft de bevoegdheid om van een bevoegde autoriteit gedocumenteerd bewijs te verlangen voor besluiten die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 51, lid 2, eerste alinea, en artikel 25, lid 2, alsmede voor maatregelen genomen met betrekking tot de handhaving van artikel 24, lid 1.