Einde inhoudsopgave
Voorschrift Vreemdelingen 2000
Artikel 4.33
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
11-12-2018, Stcrt. 2018, 71186 (uitgifte: 24-12-2018, regelingnummer: 2433902)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2018, Stcrt. 2018, 71186 (uitgifte: 24-12-2018, regelingnummer: 2433902)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Vreemdelingenrecht (V)
De referent van een vreemdeling die in Nederland verblijft of wil verblijven in het kader van lerend werken, neemt met betrekking tot de vreemdeling wiens referent hij is in de administratie op:
- a.
de overeenkomst voor lerend werken, het leerplan of het stageprogramma waaruit de duur en de aard van het dienstverband of de stage en de overeengekomen onkostenvergoeding blijken;
- b.
de originele tewerkstellingsvergunning of, indien een gecombineerde vergunning is verleend, het aanvullend document;
- c.
de loonspecificaties of de specificaties van de stagevergoeding;
- d.
de stageovereenkomst bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdelen a en i tot en met v, van richtlijn (EU) 2016/801;
- e.
de door de vreemdeling ingevulde en ondertekende antecedentenverklaring, bedoeld in artikel 3.77, elfde lid, van het Besluit, indien de referent erkend is krachtens artikel 2c van de Wet.