Einde inhoudsopgave
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie
Artikel 48
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2013
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2014.
- Bronpublicatie:
22-10-2013, PbEU 2013, L 287 (uitgifte: 29-10-2013, regelingnummer: 1023/2013)
- Inwerkingtreding
01-11-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-10-2013, PbEU 2013, L 287 (uitgifte: 29-10-2013, regelingnummer: 1023/2013)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Ontslag op verzoek wordt slechts verleend, indien de ambtenaar schriftelijk de ondubbelzinnige wens te kennen geeft zijn werkzaamheden bij de instelling definitief te beëindigen.
Het besluit waarbij het ontslag wordt verleend, dient door het tot aanstelling bevoegde gezag binnen een maand na ontvangst van de ontslagaanvrage te worden genomen. Het tot aanstelling bevoegde gezag kan het ontslag evenwel weigeren indien op de datum van ontvangst van het verzoek om ontslag reeds een tuchtrechtelijke procedure ten aanzien van de ambtenaar gaande is, of indien binnen de daaropvolgende dertig dagen een dergelijke procedure wordt ingeleid.
Het ontslag wordt van kracht op de door het tot aanstelling bevoegde gezag vastgestelde datum; deze datum kan niet worden gesteld op een tijdstip dat, indien het een ambtenaar van de functiegroep AD betreft, meer dan drie maanden en, indien het een ambtenaar van de functiegroepen AST en AST/SC betreft, meer dan één maand na de door de ambtenaar in de ontslagaanvraag voorgestelde datum valt.