Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong
Artikel 174 Het na binnenkomst in de Unie werken met waterdieren en producten van dierlijke oorsprong, verkregen van andere waterdieren dan levende waterdieren
Geldend
Geldend vanaf 07-02-2023
- Bronpublicatie:
09-11-2022, PbEU 2023, L 16 (uitgifte: 18-01-2023, regelingnummer: 2023/119)
- Inwerkingtreding
07-02-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-11-2022, PbEU 2023, L 16 (uitgifte: 18-01-2023, regelingnummer: 2023/119)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Bijzondere onderwerpen
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Veehouderij
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
Na binnenkomst in de Unie moeten zendingen:
- a)
andere waterdieren dan die bedoeld in artikel 172, punten d), e) en f), rechtstreeks naar de plaats van bestemming in de Unie worden vervoerd;
- b)
waterdieren en producten van dierlijke oorsprong van waterdieren op de juiste wijze worden gehanteerd om te waarborgen dat geen verontreiniging van de natuurlijke wateren optreedt.
2.
Waterdieren en producten van dierlijke oorsprong, verkregen van andere waterdieren dan levende waterdieren, die de Unie zijn binnengekomen, worden niet door de exploitant vrijgelaten of anderszins in natuurlijke wateren binnen de Unie ondergedompeld, tenzij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de vrijlating of de onderdompeling plaatsvindt hiervoor toestemming heeft gegeven.
3.
De bevoegde autoriteit van de lidstaat mag de in lid 2 bedoelde toestemming alleen verlenen indien de vrijlating of de onderdompeling in natuurlijke wateren de gezondheidsstatus van de waterdieren op de plaats van het vrijlaten of onderdompelen niet in gevaar brengt, en het vrijlaten in het wild moet in alle gevallen voldoen aan het voorschrift van artikel 170, lid 1, punt a), iii).
4.
Met transportwater van zendingen waterdieren wordt door de exploitant op passende wijze omgegaan, zodat verontreiniging van de natuurlijke wateren in de Unie wordt voorkomen.