Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 04-06-2020
- Bronpublicatie:
30-01-2020, PbEU 2020, L 174 (uitgifte: 03-06-2020, regelingnummer: 2020/692)
- Inwerkingtreding
04-06-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-01-2020, PbEU 2020, L 174 (uitgifte: 03-06-2020, regelingnummer: 2020/692)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Bijzondere onderwerpen
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Veehouderij
Dierenrecht / Dierenwelzijn
(Voor de EER relevante tekst)
Verordening van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (‘diergezondheidswetgeving’) (1), en met name artikel 234, lid 2, artikel 237, lid 4, en artikel 239, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
De wetgeving van de Unie op het gebied van diergezondheid is onlangs geactualiseerd met de vaststelling van de diergezondheidswetgeving. Bij die verordening, die op 20 april 2016 in werking is getreden en die met ingang van 21 april 2021 van toepassing is, zijn ongeveer veertig basishandelingen ingetrokken en vervangen. Zij schrijft ook de vaststelling van vele gedelegeerde en uitvoeringsverordeningen van de Commissie voor om ongeveer 400 wetgevingshandelingen van de Commissie op het gebied van diergezondheid zoals die vóór het nieuwe rechtskader van de diergezondheidswetgeving golden, in te trekken en te vervangen.
- (2)
Sinds de vaststelling van de eerste regels voor diergezondheid op het niveau van de Unie zijn de handelsvoorwaarden geëvolueerd, waarbij de omvang van de handel in dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong aanzienlijk is toegenomen, zowel binnen de Unie als met derde landen. In dezelfde periode zijn dankzij het beleid en de regels van de Unie op het gebied van de diergezondheid bepaalde ziekten in de Unie uitgeroeid en zijn andere ziekten in veel lidstaten voorkomen of onder controle gebracht. Herhaaldelijk hebben zich echter nieuwe ziekten voorgedaan die nieuwe uitdagingen vormen voor de diergezondheidsstatus van de Unie, de handel en de plaatselijke economie in de gebieden die door die ziekten zijn getroffen.
- (3)
De regels die in deze handeling worden vastgelegd, vormen een aanvulling op de regels die reeds in de diergezondheidswetgeving zijn vastgelegd. Zij moeten de nodige garanties verstrekken om te waarborgen dat zendingen dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong die de Unie binnenkomen geen risico voor de diergezondheid opleveren voor gehouden dieren en in het wild levende dieren, waardoor de gezondheidsstatus van de Unie op het gebied van dierziekten in gevaar zou kunnen komen en nadelige economische effecten in de betrokken sectoren zouden kunnen optreden.
- (4)
In artikel 234 van de diergezondheidswetgeving is bepaald dat de lidstaten, in afwachting van de vaststelling van gedelegeerde handelingen tot vaststelling van diergezondheidsvoorschriften voor een specifieke soort en categorie dieren, levende producten of producten van dierlijke oorsprong, na een risicobeoordeling nationale regels kunnen toepassen, op voorwaarde dat deze voldoen aan bepaalde in die verordening vastgestelde voorschriften. Daarom kunnen voor de binnenkomst in de Unie van soorten en categorieën dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong die niet onder deze verordening vallen, dergelijke door de lidstaten toegepaste nationale voorschriften gelden.
- (5)
De bestaande diergezondheidsvoorschriften, zoals vastgesteld in eerdere handelingen van de Commissie betreffende de binnenkomst in de Unie van dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong, zijn doeltreffend gebleken; de doelstelling en essentie van die bestaande regels moeten daarom in deze verordening worden behouden, maar de regels moeten worden geactualiseerd om rekening te houden met de voorschriften inzake betere regelgeving, met het nieuwe kader voor diergezondheid zoals vastgesteld in de diergezondheidswetgeving en met nieuwe wetenschappelijke kennis, internationale normen en de ervaring die is opgedaan bij de toepassing van eerdere handelingen van de Unie.
- (6)
Om onnodige handelsverstoringen te voorkomen, moeten de diergezondheidsvoorschriften voor de binnenkomst in de Unie van zendingen die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen, zorgen voor een soepele overgang van de voorschriften van bestaande handelingen van de Unie naar de nieuwe regels.
- (7)
De diergezondheidswetgeving bevat regels met betrekking tot de preventie en bestrijding van dierziekten die op dieren of mensen kunnen worden overgedragen. Met name is in deel V, hoofdstuk 1, van die verordening, waarin de diergezondheidsvoorschriften voor de binnenkomst in de Unie van zendingen dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong zijn vastgesteld, bepaald dat de Commissie gedelegeerde handelingen vaststelt ter aanvulling van de aldaar reeds vastgestelde diergezondheidsvoorschriften.
- (8)
Artikel 229, lid 1, van de diergezondheidswetgeving bevat de voorschriften die de lidstaten in aanmerking moeten nemen voordat zij toestemming geven voor de binnenkomst in de Unie van zendingen dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong. De voorschriften betreffen voorwaarden met betrekking tot het derde land of gebied van oorsprong, de inrichting van oorsprong, de diergezondheidsvoorschriften waaraan die zendingen moeten voldoen, alsmede het diergezondheidscertificaat en de verklaringen en andere documenten waarvan de zendingen vergezeld moeten gaan.
- (9)
Daarnaast is in artikel 234, lid 1, van de diergezondheidswetgeving bepaald dat de diergezondheidsvoorschriften voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van soorten en categorieën dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong uit derde landen of gebieden, of zones daarvan, ten minste even streng moeten zijn als de diergezondheidsvoorschriften van die verordening en van krachtens die verordening vastgestelde gedelegeerde handelingen, die van toepassing zijn op verplaatsingen binnen de Unie van die soorten en categorieën goederen. Indien de voorschriften minder streng zijn dan die van de verordening, moeten zij garanties verstrekken die gelijkwaardig zijn aan de diergezondheidsvoorschriften van deel IV van die verordening.
- (10)
Artikel 234, lid 2, van de diergezondheidswetgeving voorziet in de vaststelling van gedelegeerde handelingen ter aanvulling van de regels van die verordening, met betrekking tot de diergezondheidsvoorschriften voor de binnenkomst in de Unie van soorten en categorieën dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong uit derde landen en gebieden, en voor de verplaatsing binnen de Unie en het werken met die goederen na binnenkomst in de Unie, om de mogelijke betrokken risico's te beperken.
- (11)
In artikel 237, lid 1, van de diergezondheidswetgeving is bepaald dat de lidstaten slechts toestemming verlenen voor de binnenkomst in de Unie van zendingen dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong wanneer deze zendingen vergezeld gaan van de diergezondheidscertificaten en de verklaringen of andere documenten die krachtens die verordening vereist zijn. In artikel 237, lid 2, van die verordening is bepaald dat het diergezondheidscertificaat door een officiële dierenarts in het derde land of gebied van oorsprong moet zijn gecontroleerd en ondertekend. In dit verband voorziet artikel 237, lid 4, van de diergezondheidswetgeving in de vaststelling door de Commissie van gedelegeerde handelingen met betrekking tot afwijkingen van de voorschriften van artikel 237, leden 1 en 2, van die verordening betreffende diergezondheidscertificaten, alsmede van regels die voorschrijven dat dergelijke zendingen van verklaringen of andere documenten vergezeld moeten gaan.
- (12)
Artikel 239, lid 2, van de diergezondheidswetgeving voorziet in de vaststelling door de Commissie van gedelegeerde handelingen met betrekking tot bijzondere regels en aanvullende voorschriften voor sommige specifieke vormen van binnenkomst in de Unie van zendingen dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong, en voorziet tevens in afwijkingen van de algemene diergezondheidsvoorschriften als bedoeld in artikel 229, lid 1, en artikel 237, lid 1, van die verordening en in de aanvullende regels die zijn neergelegd in de krachtens artikel 234, lid 2, en artikel 237, lid 4, van die verordening vastgestelde gedelegeerde handelingen.
- (13)
De aanvullende regels die krachtens artikel 234, lid 2, en artikel 239, lid 2, van de diergezondheidswetgeving in deze verordening moeten worden neergelegd, houden verband met elkaar. In artikel 234, lid 2, is bepaald dat de Commissie de algemene voorschriften vaststelt voor de binnenkomst in de Unie van zendingen dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong, terwijl in artikel 239, lid 2, is bepaald dat de Commissie de bijzondere regels en aanvullende voorschriften vaststelt voor afwijkingen van die algemene voorschriften.
- (14)
De voorschriften inzake diergezondheidscertificaten in artikel 237 van de diergezondheidswetgeving maken deel uit van het regelgevingskader voor de binnenkomst in de Unie van zendingen dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong. De krachtens artikel 237, lid 4, van die verordening aan de Commissie verleende bevoegdheid om afwijkingen van de diergezondheidsvoorschriften toe te staan, maakt deel uit van dat algemene regelgevingskader.
- (15)
De diergezondheidswetgeving bevat reeds een aantal definities. Daarnaast moet in deze verordening ook rekening worden gehouden met de in andere handelingen van de Unie vastgestelde definities op de verwante gebieden levensmiddelenhygiëne en officiële controles, zoals de definities in Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad (2). Voor de vaststelling van de diergezondheidsvoorschriften voor de binnenkomst in de Unie van dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong is het echter passend om specifieke definities op te nemen, met inbegrip van definities voor bepaalde categorieën dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong. Deze definities zijn nodig om te verduidelijken welke categorieën dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong een risico voor de diergezondheid inhouden en daarom aan de diergezondheidsvoorschriften voor binnenkomst in de Unie worden onderworpen.
- (16)
Met het oog op de consistentie van de wetgeving van de Unie en vanwege het risico dat zij vormen voor de diergezondheid, moet de definitie van ‘vers vlees’ zoals gehanteerd in deze verordening de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004 vastgestelde definities van ‘vers vlees’, ‘gehakt vlees’ en ‘vleesbereidingen’ omvatten.
- (17)
Daarnaast moet de definitie van ‘vleesproducten’ zoals gehanteerd in deze verordening, de in Verordening (EG) nr. 853/2004 vastgestelde definities van ‘vleesproducten’, ‘behandelde magen’, ‘blazen’ en ‘darmen’, ‘gesmolten dierlijke vetten’ en ‘vleesextracten’ omvatten. De reden hiervoor is dat vanuit het oogpunt van de diergezondheid al deze goederen hetzelfde risico voor de diergezondheid inhouden en aan dezelfde risicobeperkende maatregelen moeten worden onderworpen.
- (18)
De in Verordening (EG) nr. 853/2004 vastgestelde definitie van ‘karkas’ moet worden aangepast om ‘karkas van een hoefdier’ te definiëren om dat te onderscheiden van ‘slachtafval’. De reden hiervoor is dat deze twee goederen verschillende risico's voor de diergezondheid inhouden, waarbij ‘slachtafval’ een groter risico vormt.
- (19)
‘Casings’ moeten in deze verordening worden gedefinieerd en bij die definitie moet rekening worden gehouden met de definitie in de verklarende woordenlijst van de Gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE). De definitie moet verduidelijken welke producten van dierlijke oorsprong als casings moeten worden beschouwd en daarom moeten worden onderworpen aan de specifieke risicobeperkende behandelingen waarin deze verordening voorziet.
- (20)
In artikel 229, lid 1, van de diergezondheidswetgeving is bepaald dat slechts toestemming gegeven wordt voor de binnenkomst in de Unie van zendingen dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong indien zij afkomstig zijn uit derde landen of gebieden die voor binnenkomst in de Unie zijn opgenomen in de lijst voor de specifieke soort en categorie dieren, levende producten of producten van dierlijke oorsprong, overeenkomstig de in artikel 230, lid 1, vastgestelde criteria en indien de zendingen voldoen aan de diergezondheidsvoorschriften van artikel 234 en de latere gedelegeerde handelingen. In deze verordening moet het tot de verantwoordelijkheid van de bevoegde autoriteit worden gemaakt, te verifiëren dat dergelijke zendingen die de Unie binnenkomen, aan die voorschriften voldoen.
- (21)
In artikel 237, lid 1, van de diergezondheidswetgeving is bepaald dat slechts toestemming wordt verleend voor binnenkomst in de Unie van zendingen van soorten en categorieën dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong uit derde landen of gebieden wanneer deze zendingen vergezeld gaan van ofwel een door de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied uitgereikt diergezondheidscertificaat, ofwel verklaringen of andere documenten, ofwel al deze documenten. In deze verordening moet daarom voor elk geval worden verduidelijkt welke documenten vereist zijn en moet het tot de verantwoordelijkheid van de bevoegde autoriteit worden gemaakt, te verifiëren dat dergelijke zendingen die de Unie binnenkomen, aan dat algemene voorschrift voldoen.
- (22)
De informatie die moet worden opgenomen in de diergezondheidscertificaten, verklaringen en andere documenten die de zendingen dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong vergezellen, moet nauwkeurig weergeven of die zendingen al dan niet voldoen aan de algemene voorschriften van de diergezondheidswetgeving en de desbetreffende voorschriften van deze verordening. Daarom moeten in deze verordening de verplichtingen worden vastgesteld van exploitanten die verantwoordelijk zijn voor de binnenkomst in de Unie van dergelijke zendingen, alsmede van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van binnenkomst in de Unie, wat betreft de geldigheid van de documenten die de zendingen vergezellen en de toelaatbaarheid van de binnenkomst van dergelijke zendingen in de Unie.
- (23)
Rekening houdend met risico's op het gebied van de diergezondheid, zoals incubatieperioden voor ziekten, en om misbruik van diergezondheidscertificaten tegen te gaan, moet alleen in het geval van dieren en broedeieren een termijn worden vastgesteld voor de geldigheid van die certificaten. De reden hiervoor is dat deze een hoger risico voor de diergezondheid inhouden dan producten van dierlijke oorsprong, die mogelijk risicobeperkende maatregelen hebben ondergaan, en levende producten die ingevroren worden vervoerd in gesloten en verzegelde laadkisten. Aangezien het vervoer over zee van levende dieren en broedeieren echter lange tijd kan duren, moet de geldigheidsduur van het certificaat in dat geval worden verlengd, mits bepaalde risicobeperkende maatregelen zijn genomen.
- (24)
De diergezondheidsvoorschriften waaraan moet worden voldaan, en de door derde landen en gebieden te verstrekken garanties voor binnenkomst in de Unie van zendingen dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong, zijn afhankelijk van de in artikel 5 van en bijlage II bij de diergezondheidswetgeving vermelde ziekten en de indeling ervan zoals bedoeld in artikel 9, lid 1, van die verordening en in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie (3). Die verordening bevat de definities voor ziekten van de categorieën A, B, C, D en E en bepaalt dat op de in de lijst opgenomen soorten en groepen van in de lijst opgenomen soorten zoals vermeld in de bijlage bij die verordening de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 bedoelde regels voor de preventie en bestrijding van ziekten moeten worden toegepast.
- (25)
Deel II, hoofdstuk 1, van de diergezondheidswetgeving bevat regels voor de melding van ziekten en de rapportage met het oog op vroegtijdige opsporing en een doeltreffende bestrijding van ziekten in de Unie. In deze verordening moeten nadere bijzonderheden worden gegeven over de meldings- en rapportagesystemen die in de derde landen of gebieden moeten worden toegepast om ervoor te zorgen dat deze over systemen beschikken die gelijkwaardig zijn aan die in de Unie, met inbegrip van de ziekten waarvoor een meldings- en rapportageverplichting moet gelden. In dit verband is het zo dat levende dieren van een soort die voor bepaalde ziekten in de lijst in Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 zijn opgenomen, die ziekten weliswaar kunnen overdragen, maar niet alle van die dieren verkregen producten van dierlijke oorsprong en levende producten al die ziekten kunnen overdragen. In deze verordening moet worden verduidelijkt welke dierziekten aanleiding geven tot bezorgdheid en daarom verplicht moeten worden gemeld en gerapporteerd voor elke specifieke soort en categorie dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong die bestemd zijn voor binnenkomst in de Unie.
- (26)
De diergezondheidsvoorschriften van deze verordening moeten uitgaan van verschillende niveaus van bescherming tegen de risico's voor de diergezondheid. De verschillende voorschriften lopen uiteen naargelang zij betrekking hebben op een derde land van oorsprong, op een gebied van oorsprong, op een zone binnen dat derde land of gebied, op een compartiment in dat derde land of gebied in het geval van aquacultuurdieren, op de inrichting van oorsprong van de dieren of de producten van dierlijke oorsprong, of op de inrichting of het centrum voor de winning van levende producten.
- (27)
Ziektebewaking en traceerbaarheid in de inrichtingen zijn essentiële elementen van het ziektebestrijdingsbeleid van de Unie. Deze verordening moet bepaalde basisvoorschriften bevatten inzake traceerbaarheid en diergezondheidsinspecties in de inrichtingen van oorsprong van de dieren die bestemd zijn voor binnenkomst in de Unie, en in de inrichting van oorsprong van de dieren waarvan de levende producten en producten van dierlijke oorsprong die bestemd zijn voor binnenkomst in de Unie, zijn verkregen. Deze voorschriften moeten gelijkwaardig zijn aan die van Verordening (EU) 2016/429 en van de krachtens die verordening vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen.
- (28)
Wanneer aan een bepaald type inrichting waar dieren of levende producten worden gehouden in een derde land of gebied een bijzonder risico voor de diergezondheid is verbonden, moet de inrichting bovendien specifieke erkenning verkrijgen van de bevoegde autoriteit in het derde land of gebied om naar de Unie te kunnen uitvoeren, waarbij garanties worden verstrekt die gelijkwaardig zijn aan die waarin in de artikelen 92 tot en met 100 van Verordening (EU) 2016/429 wordt voorzien voor bepaalde inrichtingen in de Unie.
- (29)
Zendingen dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong die bestemd zijn voor binnenkomst in de Unie, mogen niet als een risico voor de diergezondheid in hun land of gebied van oorsprong worden beschouwd en mogen niet onderworpen zijn aan nationale uitroeiingsprogramma's of aan andere nationale beperkingen omdat er zorgen bestaan op het gebied van de diergezondheid.
- (30)
De diergezondheidsvoorschriften voor de binnenkomst in de Unie van zendingen dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong moeten doeltreffende bescherming bieden tegen de insleep en verspreiding van overdraagbare dierziekten in de Unie. De binnenkomst in de Unie van die zendingen mag niet worden toegestaan uit derde landen of gebieden, of zones of, in het geval van aquacultuurdieren, compartimenten daarvan, die zijn besmet met bepaalde in de lijst opgenomen ziekten waarvoor de Unie over de ziektevrije status beschikt, en die bijgevolg een ernstig risico vormen voor de gezondheid van dieren binnen de Unie.
- (31)
Het is aan de Unie om te beoordelen of een derde land of gebied, of zone of, in het geval van aquacultuurdieren, compartiment van oorsprong vrij is van een specifieke ziekte. De beoordeling van de Unie moet gebaseerd zijn op door de door de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied verstrekte informatie met betrekking tot de ziektebewaking, met inachtneming van de diergezondheidsvoorschriften van de Unie zoals opgenomen in deel II van de diergezondheidswetgeving en in Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 van de Commissie (4). Voor bepaalde ziekten en omstandigheden kunnen specifieke voorwaarden worden vastgesteld als aanvullende maatregelen voor risicobeperking.
- (32)
De ziektevrije status van een derde land of gebied, of een zone daarvan, ten aanzien van een bepaalde ziekte moet zijn gebaseerd op internationaal erkende diagnostische tests en methoden die volgens dezelfde normen en procedures worden uitgevoerd als ook in de Unie worden toegepast.
- (33)
Er moet worden gewaarborgd dat de gezondheidsstatus van dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong die bestemd zijn voor binnenkomst in de Unie, overeenstemt met de door het derde land of gebied of de zone van oorsprong verstrekte garanties. Daarom moet deze verordening voorzien in een minimale verblijfsduur voor dieren in het derde land of gebied of de zone of inrichting van oorsprong, en in een minimale periode waarin zij niet in contact komen met goederen met een lagere gezondheidsstatus, voordat zij naar de Unie worden verzonden. Voor de duur van de minimale verblijfsperiode moet rekening worden gehouden met de incubatietijd van relevante ziekten en de beoogde bestemming en het beoogde gebruik van de dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong.
- (34)
In het geval van honden, katten en fretten is de verblijfsduur onnodig, aangezien vaccinatie tegen rabiës, de meest zorgwekkende ziekte voor deze soorten, in alle gevallen vereist is. Geregistreerde paarden die bestemd zijn voor wedstrijden, wedrennen en culturele paardenevenementen, moeten ook worden vrijgesteld van bepaalde voorschriften met betrekking tot de verblijfsduur indien zij voldoen aan aanvullende garanties. Deze vrijstelling is gebaseerd op de verwachting dat dergelijke paarden een hoog gezondheidsniveau zullen hebben.
- (35)
De gezondheidsstatus van dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong die bestemd zijn voor binnenkomst in de Unie kan tijdens het vervoer van de plaats van oorsprong naar de plaats van binnenkomst in de Unie in gevaar worden gebracht als zij in contact komen met dieren of producten die niet aan dezelfde voorschriften voldoen of indien zij worden doorgevoerd door derde landen, gebieden of zones met een lagere gezondheidsstatus dan het land of gebied van oorsprong of de zone daarvan. Daarom moeten bepaalde preventiemaatregelen worden toegepast zodat geen afbreuk wordt gedaan aan hun gezondheidsstatus.
- (36)
Om ervoor te zorgen dat alleen gezonde dieren naar de Unie worden verzonden, moeten de in zendingen opgenomen dieren worden onderworpen aan een klinische inspectie door een officiële dierenarts voordat zij worden verzonden. De termijn voor het uitvoeren van deze inspectie moet worden aangepast voor bepaalde soorten en de specifiek daarmee verbonden risico's.
- (37)
Landdieren, broedeieren en waterdieren die bestemd zijn voor binnenkomst in de Unie mogen alleen worden vervoerd door of uitgeladen in derde landen, gebieden of zones die ook voor binnenkomst in de Unie in de lijst zijn opgenomen voor dezelfde soorten en categorieën dieren en broedeieren. Uit de opneming van die landen, gebieden of zones in de lijst blijkt dat zij gelijkwaardige diergezondheidsgaranties verstrekken als het derde land of gebied van oorsprong of de zone daarvan.
- (38)
Bij het vervoer van landdieren en broedeieren door middel van vliegtuigen of vaartuigen kunnen zich onvoorziene gebeurtenissen voordoen, zoals mechanische problemen met het vervoermiddel, stakingen op luchthavens en in zeehavens, of onvoorziene vertragingen. Daarom is het passend te voorzien in afwijkingen voor gevallen waarin garanties kunnen worden verstrekt. Daarmee zal het vervoer van de landdieren en de broedeieren naar de Unie voortgezet kunnen worden, terwijl de gezondheidsstatus van die goederen wordt gewaarborgd en bijkomende risico's voor de diergezondheid worden voorkomen.
- (39)
In het geval van paardachtigen moeten overladingen en tussenstops in niet in de lijst opgenomen landen, aangezien die deel uitmaken van de gebruikelijke vervoerspraktijk, met inachtneming van bepaalde preventiemaatregelen worden toegestaan.
- (40)
Het reinigen en ontsmetten van transportmiddelen is een essentiële activiteit om het risico op verspreiding van dierziekten te voorkomen. Bij het vervoer van zendingen van voor de Unie bestemde levende dieren moeten de vervoersmiddelen onmiddellijk vóór het laden van de dieren voor verzending naar de Unie worden gereinigd en ontsmet.
- (41)
Het verzamelen van dieren in derde landen of gebieden van oorsprong kan een bijkomend risico vormen voor de gezondheidsstatus van dieren die bestemd zijn voor binnenkomst in de Unie, omdat de dieren zich vermengen en zij aldus in contact komen met dieren van verschillende oorsprong. Daarom moeten het aantal en de duur van dergelijke verrichtingen en de soorten waarvoor verzameling is toegestaan, tot een minimum worden beperkt, en wel tot alleen die soorten waarvoor een betrouwbaar traceringssysteem bestaat.
- (42)
Naast de algemene diergezondheidsvoorschriften moet worden voorzien in specifieke voorschriften waarbij rekening wordt gehouden met de risico's voor de diergezondheid die zijn verbonden met de verschillende soorten en categorieën landdieren die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen.
- (43)
In de lijst in Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 zijn verschillende soorten hoefdieren, zoals gedefinieerd in de diergezondheidswetgeving, opgenomen als vatbare soorten voor de verschillende in de lijst opgenomen ziekten. In dezelfde verordening zijn ook in de lijst opgenomen ziekten opgenomen in verschillende categorieën voor verschillende soorten hoefdieren. Daarom moeten in deze verordening de specifieke voorschriften en garanties met betrekking tot de in de lijst opgenomen ziekten voor de verschillende soorten en categorieën hoefdieren duidelijk worden vastgesteld.
- (44)
Om te voorkomen dat zich categorie A-ziekten voordoen, ten aanzien waarvan de Unie als ziektevrij wordt beschouwd, moet het algemene voorschrift voor het derde land of gebied van oorsprong, of de zone daarvan, van hoefdieren zijn dat daar sprake is van een gelijkwaardige vrijheid van ziekte gedurende een periode die waarborgt dat de binnenkomst van dieren uit het derde land of gebied of de zone de ziektevrije status van de Unie niet in gevaar brengt. Voor ziekten van categorie B waarvoor de Unie verplichte uitroeiingsprogramma's heeft, moet deze verordening voorzien in risicobeperkende maatregelen wanneer het derde land of gebied van oorsprong niet volledig vrij is van die ziekten.
- (45)
Wanneer zendingen hoefdieren bestemd zijn voor binnenkomst in lidstaten die officieel ziektevrij zijn of die een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectieuze boviene rinotracheïtis/infectieuze pustuleuze vulvovaginitis, boviene virusdiarree of infectie met het virus van de ziekte van Aujeszky hebben, moeten die zendingen voldoen aan aanvullende voorschriften om te voorkomen dat de dieren de gezondheidsstatus van die specifieke lidstaten ten aanzien van die ziekten in gevaar brengen.
- (46)
Er moeten bijzondere regels met betrekking tot het derde land of gebied van oorsprong, alsmede aanvullende diergezondheidsvoorschriften gelden in de gevallen waarin hoefdieren uit een geconsigneerde inrichting afkomstig zijn en bestemd zijn voor binnenkomst in een geconsigneerde inrichting in de Unie. In de bijzondere regels moet rekening worden gehouden met het specifieke karakter van die geconsigneerde inrichtingen en met de specifieke voorwaarden waaraan zij voldoen om te worden erkend door de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied van oorsprong en door de bevoegde autoriteit van de lidstaten van bestemming.
- (47)
De geconsigneerde inrichting van oorsprong zou gelegen kunnen zijn in een derde land of gebied dat niet in de lijst is opgenomen voor binnenkomst in de Unie van de specifieke soorten hoefdieren. De nationale wetgeving en de veterinaire diensten van het derde land of gebied zullen echter moeten zijn beoordeeld. Daarnaast moet de inrichting van oorsprong voldoen aan aanvullende voorschriften met betrekking tot ziektebewaking, veterinaire toezicht, documentatie en verrichtingen. Om ervoor te zorgen dat die garanties kunnen worden verstrekt, moeten in deze verordening specifieke voorwaarden worden vastgesteld voor de erkenning van die geconsigneerde inrichtingen door de bevoegde autoriteit in het derde land of gebied. Een lijst van dergelijke geconsigneerde inrichtingen moet worden opgesteld door de lidstaat van bestemming, op grond van de gunstige uitkomst van een risicobeoordeling door de bevoegde autoriteit in die lidstaat van alle relevante informatie die door de inrichting is verstrekt met betrekking tot de betrokken risico's voor de diergezondheid.
- (48)
Voor de binnenkomst in de Unie van pluimvee en in gevangenschap levende vogels moeten specifieke diergezondheidsvoorschriften gelden om de specifieke risico's van de relevante in de lijst opgenomen ziekten voor die dieren aan te pakken. In deze voorschriften moet rekening worden gehouden met de categorie, de soort en het beoogde gebruik van pluimvee en in gevangenschap levende vogels, en moet doeltreffende bescherming worden geboden tegen de verspreiding van zorgwekkende ziekten naar de Unie vanuit derde landen of gebieden.
- (49)
Om de handel in zendingen van kleine aantallen pluimvee te vergemakkelijken, moeten specifieke voorschriften en afwijkingen worden vastgesteld voor zendingen met minder dan twintig stuks ander pluimvee dan loopvogels.
- (50)
Rekening houdend met de activiteiten en de risico's voor de diergezondheid die zijn verbonden met in gevangenschap levende vogels, mag de binnenkomst in de Unie van zendingen van die dieren alleen worden toegelaten indien zij afkomstig zijn van inrichtingen die zijn erkend door de bevoegde autoriteiten in het derde land of gebied van oorsprong van de in gevangenschap levende vogels, of de zone daarvan. De in gevangenschap levende vogels moeten bij hun aankomst in de Unie in quarantaine worden geplaatst om de afwezigheid van enige zorgwekkende ziekte te bevestigen.
- (51)
Daarnaast moeten, wanneer zendingen vogels en broedeieren bestemd zijn voor lidstaten met de ziektevrije status ten aanzien van infectie met het virus van de ziekte van Newcastle zonder vaccinatie, dergelijke zendingen voldoen aan aanvullende voorschriften om ervoor te zorgen dat die zendingen de gezondheidsstatus van die specifieke lidstaten ten aanzien van die ziekte niet in gevaar brengen.
- (52)
Infestatie met de kleine kastkever (Aethina tumida) is een van de meest zorgwekkende ziekten voor bijen. Deze ziekte is voor de Unie in principe exotisch, maar heeft zich de afgelopen decennia wereldwijd verspreid, waardoor ernstige problemen voor de bijenteelt ontstaan en ook hommels erdoor getroffen zouden kunnen worden. De Tropilaelaps-mijt (Tropilaelaps spp.) is een potentieel verwoestende ziekteverwekker bij honingbijen. De mijt is ook exotisch voor de Unie. Momenteel zijn er geen doeltreffende en veilige behandelingen tegen deze ziekten beschikbaar. Mochten deze ziekten de Unie binnenkomen via binnenkomende zendingen, dan zouden zij een risico vormen voor de duurzaamheid van de bijenteelt en nog andere sectoren, waarbij zij de landbouw en het milieu kunnen aantasten aangezien die gebaat zijn bij de door gehouden en in het wild levende bijen geleverde bestuivingsdiensten.
- (53)
Amerikaans vuilbroed doet zich af en toe in de Unie voor, maar wordt onder controle gehouden wat de handel in honingbijen betreft, terwijl bepaalde gebieden in de Unie erkend zijn als vrij van de varroamijt en beschermd worden door aanvullende handelsgaranties om de plaatsen van bestemming in de Unie veilig te houden. Regels op het niveau van de Unie zijn en blijven van essentieel belang om het aan zendingen honingbijen en hommels verbonden risico van binnenkomst in de Unie van bovengenoemde ziekteverwekkers te beperken. In deze verordening moeten derhalve dergelijke regels worden vastgesteld.
- (54)
Alleen honingbijenkoninginnen zonder broedsel en met een klein aantal voedsters in aparte koninginnenkasten kunnen gemakkelijk op infestatie met de kleine kastkever of met de Tropilaelaps-mijt; daarom moet de binnenkomst in de Unie van honingbijen tot dergelijke zendingen worden beperkt.
- (55)
Hommelkolonies die worden gefokt en gehouden in ecologisch geïsoleerde inrichtingen worden vaak ten behoeve van de tuinbouwsector in de handel gebracht. Gezien de doorgaans voor de overgebrachte kolonies gebruikte voorzieningen, procedures en gesloten laadkisten mag de binnenkomst in de Unie van hommels (Bombus spp.) alleen worden toegestaan voor kolonies die uitsluitend onder gecontroleerde ecologische omstandigheden in inrichtingen worden gefokt, gehouden en verpakt en die kunnen worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat zij vrij zijn van de kleine kastkever.
- (56)
Vanwege de mogelijke gevolgen ervan voor mens en dier is rabiës de meest zorgwekkende in de lijst opgenomen ziekte in de Unie voor honden, katten en fretten. Van de lidstaten wordt derhalve vereist dat zij een verplicht uitroeiingsprogramma voor besmetting met rabiës uitvoeren overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689. Om elke mogelijkheid van insleep van rabiës in de Unie te voorkomen, moet vaccinatie vereist zijn voor alle binnenkomende zendingen honden, katten en fretten, rekening houdend met de beschikbaarheid en de doeltreffendheid van bestaande vaccins tegen de ziekte.
- (57)
Honden die bestemd zijn voor binnenkomst in een lidstaat met de ziektevrije status of met een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor Echinococcus multilocularis, moeten voldoen aan aanvullende voorschriften om de bescherming van die status in die lidstaten te waarborgen. In dit verband moet op dergelijke honden een preventieve behandeling worden toegepast voordat zij de Unie binnenkomen. Wanneer honden, katten en fretten echter bestemd zijn voor een geconsigneerde inrichting in de Unie, moeten bijzondere regels met betrekking tot rabiës en infestatie met Echinococcus multilocularis alsmede aanvullende diergezondheidsvoorschriften van toepassing zijn, rekening houdend met het specifieke karakter van de activiteiten van dergelijke inrichtingen en de specifieke omstandigheden waaronder de dieren daarin worden gehouden.
- (58)
Aan levende producten kan een significant risico op de verspreiding van dierziekten zijn verbonden. Dit geldt met name voor sperma, maar in mindere mate ook voor oöcyten en embryo's. Aangezien levende producten van een beperkt aantal donoren worden gewonnen of geproduceerd maar op grote schaal in de algemene dierenpopulatie worden gebruikt, kunnen zij voor vele dieren een bron van ziekten zijn als zij niet correct worden gehanteerd of niet met de juiste gezondheidsstatus worden ingedeeld. In het verleden hebben zich dergelijke gevallen voorgedaan, met aanzienlijke economische verliezen als gevolg. Daarom moeten diergezondheidsvoorschriften worden vastgesteld voor de binnenkomst in de Unie van levende producten van bepaalde gehouden landdieren.
- (59)
De voorschriften voor de binnenkomst in de Unie van levende producten van hoefdieren moeten worden gebaseerd op de voorschriften voor de binnenkomst in de Unie van levende dieren.
- (60)
Specifieke voorschriften voor inrichtingen voor levende producten waar levende producten van hoefdieren die in aanmerking komen voor binnenkomst in de Unie worden gewonnen, geproduceerd, verwerkt en opgeslagen, moeten overeenkomen met die welke zijn vastgesteld voor verplaatsingen binnen de Unie. Dezelfde aanpak geldt voor de voorschriften met betrekking tot traceerbaarheid en diergezondheid voor levende producten.
- (61)
Gezien de noodzaak om levende producten uit geconsigneerde inrichtingen in derde landen te verplaatsen naar geconsigneerde inrichtingen in de Unie, moeten in deze verordening bijzondere voorschriften voor de traceerbaarheid en de diergezondheid worden vastgesteld voor de binnenkomst ervan.
- (62)
Diergezondheidsvoorschriften voor de binnenkomst in de Unie van broedeieren moeten gericht zijn op de risico's met betrekking tot in de lijst opgenomen ziekten die met de verschillende categorieën broedeieren de Unie zouden kunnen binnenkomen. Daarom moeten die voorschriften overeenkomen met die voor de binnenkomst in de Unie van de respectieve soorten of categorieën vogels.
- (63)
Wanneer broedeieren van pluimvee bestemd zijn voor binnenkomst in lidstaten met de ziektevrije status ten aanzien van infectie met het virus van de ziekte van Newcastle zonder vaccinatie, moeten de eieren voldoen aan aanvullende voorschriften om ervoor te zorgen dat zij de status van die specifieke lidstaten niet in gevaar brengen.
- (64)
Producten van dierlijke oorsprong kunnen ziekteverwekkers overdragen op dieren en producten. Aan verse en rauwe producten van dierlijke oorsprong is uiteraard een groter risico verbonden dan aan verwerkte en behandelde producten. Daarom moeten de diergezondheidsvoorschriften voor het derde land of gebied van oorsprong van vers vlees, rauwe melk, colostrum en producten op basis van colostrum strenger zijn dan die voor vleesproducten en zuivelproducten. De behandeling die op deze behandelde producten wordt toegepast, moet echter doeltreffend zijn om het risico dat zij vormen, afhankelijk van de diersoort waarvan het product afkomstig is en het land of gebied van oorsprong, te beperken.
- (65)
De risicobeperkende behandelingen die van toepassing zijn op producten van dierlijke oorsprong die afkomstig zijn uit beperkingszones die zijn ingesteld in het geval van de bevestiging van ziekten van categorie A in de Unie, zijn vastgesteld bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 van de Commissie (5), op basis van de beschikbare wetenschappelijke kennis en de ervaring die is opgedaan bij de toepassing van eerdere wetgeving. Daarom moeten dezelfde risicobeperkende behandelingen van toepassing zijn op producten die afkomstig zijn uit derde landen of gebieden, of zones daarvan, die een gelijkwaardig risico voor de diergezondheid inhouden.
- (66)
De risico's in verband met vers vlees dat de Unie binnenkomt, moeten worden beperkt door middel van voorschriften met betrekking tot het vrij zijn van ziekten van het derde land of gebied van oorsprong en voorschriften inzake dierziekten voor de levende dieren waarvan het vlees afkomstig is, inzake de verzending van de gehouden dieren voor de slacht, inzake het slachten en doden, en inzake het hanteren en voorbereiden.
- (67)
Vers vlees van landdieren kan worden verkregen van gehouden dieren, met inbegrip van gekweekt wild als omschreven in Verordening (EG) nr. 853/2004, en van in het wild levende dieren. In de Unie moet vlees dat is verkregen van dieren die als gebruiksdier worden gehouden, met name dieren die behoren tot de soorten Bos taurus, Capra hircus, Ovis aries en Sus scrofa, echter in een slachthuis worden verkregen. Om adequate en gelijkwaardige garanties te verstrekken, is het daarom passend die soorten uit te sluiten van de mogelijkheid om te worden ingedeeld als gekweekt wild of in het wild levende dieren wanneer voor binnenkomst in de Unie bestemd vers vlees van die soorten is verkregen.
- (68)
Wanneer zich in een derde land of gebied een uitbraak van een relevante dierziekte voordoet, zijn de datum en de plaats waar de gehouden dieren zijn geslacht of de datum waarop in het wild levende dieren of gekweekt wild zijn gedood, van essentieel belang voor de vaststelling van de mogelijke risico's voor de diergezondheid die zijn verbonden aan die dieren en de producten van dierlijke oorsprong die van die dieren zijn verkregen. Daarom moet de datum van het slachten of doden worden vastgesteld om te verifiëren dat de dieren zijn geslacht of gedood in een periode waarin zich geen uitbraken van ziekten hebben voorgedaan en waarin het derde land of gebied in de lijst was opgenomen als derde land of gebied waaruit de binnenkomst van vers vlees in de Unie was toegelaten.
- (69)
Het type behandeling dat moet worden toegepast op producten van dierlijke oorsprong moet in overeenstemming zijn met het risico dat verbonden is aan het derde land of gebied, of de zone daarvan, dat/die het product vervaardigt. De binnenkomst in de Unie van verwerkte producten van dierlijke oorsprong die behandelingen hebben ondergaan waarvan de doeltreffendheid voor het wegnemen van de risico's in verband met de in de lijst opgenomen zorgwekkende ziekten voor de specifieke categorie producten van dierlijke oorsprong niet is aangetoond, mag alleen worden toegestaan uit derde landen of gebieden, of zones daarvan, die alle garanties verstrekken dat zij vrij zijn van de relevante ziekten. Voor derde landen of gebieden, of zones daarvan, die niet al die garanties verstrekken, mag de binnenkomst in de Unie van producten van dierlijke oorsprong alleen worden toegestaan indien die producten een specifieke behandeling hebben ondergaan.
- (70)
In sommige gevallen betrekt een derde land of gebied, of een zone daarvan, voor de productie van vleesproducten rauw vlees uit een derde land of gebied, of een zone daarvan, dat/die in de lijst is opgenomen voor de binnenkomst in de Unie van vleesproducten, verkregen van de betrokken soorten waarop een specifieke behandeling van toepassing is. In dergelijke gevallen moet het vleesproduct altijd de strengste specifieke behandeling ondergaan om alle mogelijke risico's voor de diergezondheid te beperken.
- (71)
Vleesproducten die vlees van pluimvee bevatten uit een derde land of gebied, of een zone daarvan, waar zich een uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza of van infectie met het virus van de ziekte van Newcastle heeft voorgedaan, moeten worden onderworpen aan een behandeling die doeltreffend is voor de beperking van het risico in het voor binnenkomst in de Unie in de lijst opgenomen derde land of gebied, of de zone daarvan. Op die manier kan de handel worden voortgezet voordat bestrijdingsmaatregelen, zoals regionalisering, worden uitgevoerd. De onmiddellijke toepassing van een risicobeperkende behandeling na een uitbraak vermindert de risico's voor de diergezondheid en dempt tegelijkertijd de effecten op de handel.
- (72)
Wanneer vleesproducten worden vervaardigd van vers vlees van verschillende diersoorten, moet de toegepaste behandeling alle mogelijke risico's voor de diergezondheid wegnemen. Als de behandeling vóór vermenging wordt toegepast, moeten de verschillende soorten vers vlees daarom de relevante behandeling ondergaan zoals die is toegewezen aan de diersoort van oorsprong van het vers vlees. Als de behandeling echter na de vermenging wordt toegepast, moet het uiteindelijke vleesproduct de behandeling ondergaan zoals die is toegewezen aan het als ingrediënt gebruikte vers vlees waaraan het grootste risico voor de diergezondheid is verbonden.
- (73)
Behandelingen ter beperking van specifieke risico's voor de diergezondheid in verband met de binnenkomst van casings moeten worden herzien en geactualiseerd, rekening houdend met de conclusies en aanbevelingen van de beoordeling door het panel voor diergezondheid en dierenwelzijn van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) van de recentste wetenschappelijke gegevens (6).
- (74)
De voorwaarden voor binnenkomst in de Unie van rauwe melk, zuivelproducten, colostrum en producten op basis van colostrum zijn gebaseerd op de risico's voor de diergezondheid dat aan deze producten is verbonden. Die risico's houden verband met het land of gebied van oorsprong, of de zone daarvan, en met de diersoort waarvan zij zijn verkregen. Mond- en klauwzeer en besmetting met het runderpestvirus zijn de twee zorgwekkende ziekten in het geval van melk en colostrum; daarom mogen rauwe melk en colostrum slechts binnenkomen uit derde landen of gebieden, of zones daarvan, die vrij zijn van die ziekten. Producten op basis van colostrum mogen ook alleen uit die derde landen, gebieden of zones afkomstig zijn, aangezien er geen wetenschappelijk onderbouwde risicobeperkende behandelingen beschikbaar zijn om de vernietiging van de ziekteverwekker in die categorie producten te waarborgen.
- (75)
Voor melk verkregen van Bos taurus, Ovis aries, Capra hircus, Bubalus bubalis en Camelus dromedarius, kan het risico in verband met mond- en klauwzeer worden beperkt door de toepassing van bekende specifieke risicobeperkende behandelingen. Aangezien de doeltreffendheid van sommige van die behandelingen voor zuivelproducten van andere diersoorten dan Bos taurus, Ovis aries, Capra hircus, Bubalus bubalis en Camelus dromedarius niet kan worden gewaarborgd, moeten die producten echter de strengste risicobeperkende behandeling ondergaan.
- (76)
Behandelingen voor producten van dierlijke oorsprong moeten altijd worden uitgevoerd in het voor binnenkomst in de Unie in de lijst opgenomen derde land of gebied van oorsprong, of de zone daarvan.
- (77)
Waterdieren van in de lijst opgenomen soorten worden soms over zee vervoerd in vaartuigen, met inbegrip van schepen met leeftanks waarvan het water tijdens de reis kan worden ververst. In dergelijke gevallen moeten de dieren, behalve van een gezondheidscertificaat ook vergezeld gaan van een door de kapitein van het vaartuig ondertekende verklaring waarin de gegevens van de havens van oorsprong en van bestemming en van eventuele andere havens die tijdens de reis zijn aangedaan, zijn aangegeven. In deze verklaring moet worden bevestigd dat de dieren van de in de lijst opgenomen soorten aan boord van het vaartuig niet zijn blootgesteld aan omstandigheden waardoor hun gezondheidsstatus gedurende de reis naar hun eindbestemming zou kunnen zijn beïnvloed.
- (78)
Waterdieren kunnen de Unie binnenkomen voor veel verschillende doeleinden. Gezien het aan verplaatsingen van levende dieren verbonden ziekterisico moeten dergelijke dieren die de Unie binnenkomen voor menselijke consumptie, op dezelfde wijze worden behandeld als wanneer zij voor andere doeleinden, zoals kweek of vrijlating in het wild, de Unie zouden binnenkomen. Aan producten van dierlijke oorsprong van waterdieren, met uitzondering van levende waterdieren, is een lager risico verbonden dan aan waterdieren, en de maatregelen die moeten worden genomen ten aanzien van dergelijke producten die voor verdere verwerking de Unie binnenkomen, zijn daarom minder streng dan die voor levende dieren.
- (79)
Het vrijlaten van waterdieren in het wild in natuurlijk wateren is een risicovolle activiteit wanneer die dieren met een in de lijst opgenomen ziekte besmet zijn. Daarom moet specifiek voor ziekten van de categorieën A en B het derde land of gebied van oorsprong, of de zone of het compartiment daarvan, vrij zijn van die ziekten wanneer waterdieren bestemd zijn om in de natuurlijke wateren van de Unie in het wild te worden vrijgelaten. Daarnaast moeten waterdieren die in de Unie worden binnengebracht om in natuurlijke wateren in het wild te worden vrijgelaten, in elk geval afkomstig zijn uit een derde land of gebied of een zone of compartiment dat/die vrij verklaard is van een ziekte van categorie C, zelfs als de lidstaat of zone of het compartiment van bestemming niet vrij is van die ziekte.
- (80)
In het geval van aquatische ziekten kunnen de lidstaten op grond van artikel 226 van de diergezondheidswetgeving nationale maatregelen treffen om de gevolgen van andere ziekten dan de in de lijst opgenomen ziekten op hun eigen grondgebied te beperken. In dergelijke gevallen moeten ook zendingen van soorten die vatbaar zijn voor de ziekten waarop die nationale maatregelen van toepassing zijn, afkomstig zijn uit derde landen, gebieden, of zones of compartimenten daarvan, die vrij zijn van die ziekten.
- (81)
Artikel 226 van de diergezondheidswetgeving heeft dezelfde strekking als artikel 43 van Richtlijn 2006/88/EG van de Raad (7), aangezien het de lidstaten toestaat nationale maatregelen te nemen tegen ziekten die niet in de lijst zijn opgenomen. Het is derhalve passend de lijst van ziekten en de betrokken soorten waarvoor die maatregelen zijn vastgesteld, te blijven erkennen. Deze nadere bijzonderheden moeten in deze verordening worden opgenomen.
- (82)
In de Unie gelden bepaalde regels met betrekking tot de registratie en erkenning van aquacultuurinrichtingen. Het antwoord op de vraag of een inrichting kan worden geregistreerd, of dat zij moet worden erkend, hangt af van het risico dat zij vormt voor de insleep of de verspreiding van ziekten. Het is daarom belangrijk dat aquacultuurdieren die de Unie binnenkomen vanuit aquacultuurinrichtingen in een derde land, gebied, of zone of compartiment daarvan, afkomstig moeten zijn van aquacultuurinrichtingen die op vergelijkbare wijze worden beoordeeld. In dat verband moeten dergelijke inrichtingen voldoen aan de registratie- of erkenningsvoorschriften die ten minste even streng zijn als die welke voor dergelijke inrichtingen in de Unie zijn vastgesteld.
- (83)
Het is niet in alle situaties verplicht het voorschrift toe te passen dat waterdieren van in de lijst opgenomen soorten en producten van dierlijke oorsprong van die dieren afkomstig moeten zijn uit een derde land of gebied, of gebied of compartiment daarvan, dat/die ziektevrij is. Er kunnen bepaalde risicobeperkende maatregelen worden genomen om de binnenkomst in de Unie van waterdieren en bepaalde producten van dierlijke oorsprong daarvan die geen dergelijke oorsprong hebben, te vergemakkelijken. Bepaalde risicobeperkende maatregelen zijn aanvaardbaar voor waterdieren van in de lijst opgenomen soorten en gezien het lagere risiconiveau van dergelijke verplaatsingen zijn andere, minder strenge risicobeperkende maatregelen aanvaardbaar voor producten van dierlijke oorsprong van andere waterdieren dan levende waterdieren.
- (84)
Tot de beperkende maatregelen die van toepassing zijn op waterdieren behoort dat zij na binnenkomst in de Unie worden ondergebracht in een ziektebestrijdende inrichting voor aquatische levensmiddelen, een geconsigneerde inrichting of een erkende quarantaine-inrichting. Een aantal andere risicobeperkende maatregelen is van toepassing op weekdieren en schaaldieren van in de lijst opgenomen soorten die levend en in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 853/2004 de Unie binnenkomen, maar die een aanvaardbaar risico vormen vanwege de wijze waarop zij vóór de verzending zijn behandeld of verpakt, of omdat zij niet zijn bestemd voor opslag in de Unie, voordat zij worden verwerkt.
- (85)
Het is mogelijk af te wijken van de voorschriften dat bepaalde producten van dierlijke oorsprong, verkregen van andere waterdieren dan levende waterdieren, afkomstig moeten zijn uit een derde land of gebied, of een zone of compartiment daarvan, dat/die vrij is van de relevante in de lijst opgenomen ziekten. De risicobeperkende maatregelen die het mogelijk maken dat dergelijke handel plaatsvindt, kunnen bestaan in het onderbrengen van de producten van dierlijke oorsprong in een ziektebestrijdende inrichting voor aquatische levensmiddelen in de Unie voor verdere verwerking, of kunnen inhouden dat ervoor wordt gezorgd dat de producten van dierlijke oorsprong bestaan uit vis die is geslacht en van ingewanden is ontdaan alvorens naar de Unie te worden verzonden. In beide gevallen wordt het risico van de producten van dierlijke oorsprong als verwaarloosbaar beoordeeld.
- (86)
Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 is een lijst vastgesteld van aquatische soorten en groepen soorten die een aanzienlijk risico vormen in verband met de verspreiding van de in artikel 5 van en bijlage II bij de diergezondheidswetgeving vermelde ziekten. De lijst omvat ook een lijst van vectorsoorten, die in kolom 4 van de tabel in de bijlage bij die verordening is opgenomen. Veel van deze soorten treden echter niet onder alle omstandigheden als vectoren op. Met betrekking tot verplaatsingen zijn nadere bijzonderheden over de omstandigheden waarin deze soorten als vector van de in de lijst opgenomen ziekten worden beschouwd, opgenomen in bijlage XXX bij deze verordening. In omstandigheden waarin waterdieren van in de lijst opgenomen soorten niet aan de voorwaarden voldoen om als vector op te treden, vallen zij niet onder de voorschriften van deze verordening. Gezien het lagere risiconiveau dat is verbonden aan producten van dierlijke oorsprong van andere waterdieren dan levende waterdieren, zijn de in deze verordening vastgestelde maatregelen ten aanzien van deze producten bovendien niet van toepassing op de soorten die zijn opgenomen in kolom 4 van de tabel in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882.
- (87)
Alle afwijkingen en hanteringsvoorschriften ten aanzien van waterdieren van in de lijst opgenomen soorten en producten van dierlijke oorsprong van die in de lijst opgenomen soorten, met uitzondering van levende waterdieren, waarin deze verordening voorziet, moeten ook van toepassing zijn op de soorten die zijn opgenomen in kolom 4 van de tabel in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 waarvoor de lidstaten krachtens artikel 226 van de diergezondheidswetgeving nationale maatregelen hebben genomen. Evenzo moeten deze afwijkingen en hanteringsvoorschriften ook van toepassing zijn op bepaalde vatbare soorten.
- (88)
Het is van belang dat waterdieren van in de lijst opgenomen soorten en het water waarin zij worden vervoerd, na binnenkomst in de Unie op passende wijze worden gehanteerd om te voorkomen dat zij een ziekterisico vormen. Bij een passende hantering hoort dat ervoor wordt gezorgd dat de dieren rechtstreeks naar de plaats van bestemming worden vervoerd en niet in de natuurlijke wateren van de Unie worden vrijgelaten of daar op een andere wijze in worden ondergedompeld, wanneer zij een potentieel ziekterisico kunnen veroorzaken.
- (89)
In bepaalde gevallen kan de bevoegde autoriteit op de plaats van bestemming evenwel toestaan dat dergelijke dieren in natuurlijk wateren worden vrijgelaten. In al deze gevallen is het de bevoegde autoriteit die ervoor moet zorgen dat de vrijlating of de onderdompeling de gezondheidsstatus op de plaats van vrijlating niet in gevaar brengt. Bovendien moeten, zelfs indien de ontvangende wateren niet vrij zijn van een specifieke ziekte van categorie C, de vrij te laten dieren ziektevrij zijn, zodat de beste algemene gezondheidsstatus voor in het wild levende populaties in de natuurlijke wateren van de Unie wordt bereikt.
- (90)
Wat betreft de betrokken risico's voor de diergezondheid, moeten alle doorvoerbewegingen door de Unie worden beschouwd als verplaatsingen voor binnenkomst in de Unie, aangezien zij hetzelfde risiconiveau inhouden. Doorvoer moet derhalve voldoen aan alle relevante voorschriften voor binnenkomst in de Unie. Er moeten echter afwijkingen en bijzondere regels voor doorvoer worden vastgesteld onder specifieke, aan de plaats van oorsprong verbonden risicobeperkende voorwaarden. Dergelijke afwijkingen en bijzondere regels zijn bedoeld voor situaties waarin de Unie niet de eindbestemming is van de dieren en de producten daarvan en om rekening te houden met geografische beperkingen en geopolitieke factoren.
- (91)
Er moeten ook afwijkingen en bijzondere regels worden vastgesteld voor de doorvoer van zendingen dieren en producten daarvan via een derde land of gebied dat tussen de lidstaten ligt. Deze hebben betrekking op situaties waarin een lidstaat een dergelijke vorm van binnenkomst in de Unie vereist.
- (92)
In sommige gevallen worden goederen die uit de Unie afkomstig zijn, door de bevoegde autoriteiten van een derde land of gebied geweigerd naar aanleiding van controles aan de grens. Krachtens artikel 239 van de diergezondheidswetgeving moeten specifieke regels worden vastgesteld om de terugkeer van deze goederen mogelijk te maken op grond van het feit dat zij zijn geproduceerd binnen het kader van de diergezondheidswetgeving van de Unie.
- (93)
Er zijn ook bijzondere regels nodig voor de terugkeer naar de Unie van geregistreerde paarden na tijdelijke uitvoer naar derde landen om deel te nemen aan wedrennen, wedstrijden en culturele paardenevenementen.
- (94)
Met het oog op de uniforme toepassing van de wetgeving van de Unie inzake de binnenkomst in de Unie van dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong, en om te waarborgen dat deze wetgeving duidelijk en transparant is, moeten Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie (8), Uitvoeringsverordening (EU) nr. 139/2013 van de Commissie (9), Verordening (EU) nr. 605/2010 van de Commissie (10), Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie (11), Beschikking 2007/777/EG van de Commissie (12), Verordening (EG) nr. 119/2009 van de Commissie (13), Verordening (EU) nr. 28/2012 van de Commissie (14) en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 van de Commissie (15) bij deze verordening worden ingetrokken.
- (95)
De regels in deze verordening houden onderling verband en vormen een aanvulling op de regels van de diergezondheidswetgeving, die met ingang van 21 april 2021 van toepassing is. Om die reden en om de toepassing van het nieuwe rechtskader inzake diergezondheid te vergemakkelijken, moet deze verordening ook met ingang van 21 april 2021 van toepassing zijn,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.
Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55).
Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie van 3 december 2018 betreffende de toepassing, op de categorieën in de lijst opgenomen ziekten, van bepaalde regels voor de preventie en bestrijding van ziekten en tot vaststelling van een lijst van soorten en groepen soorten die een aanzienlijk risico vormen in verband met de verspreiding van die ziekten (PB L 308 van 4.12.2018, blz. 21).
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor bewaking, uitroeiingsprogramma's en de ziektevrije status voor bepaalde in de lijst opgenomen ziekten en nieuwe ziekten (zie bladzijde 211 van dit Publicatieblad).
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat regels voor de preventie en bestrijding van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten betreft (zie bladzijde 64 van dit Publicatieblad).
EFSA-panel voor diergezondheid en dierenwelzijn (AHAW): Scientific Opinion on animal health risk mitigation treatments as regards imports of animal casings. EFSA Journal 2012;10(7):2820; 32 blz.; doi:10.2903/j.efsa.2012.2820. Online beschikbaar op www.efsa.europa.eu/efsajournal
Richtlijn 2006/88/EG van de Raad van 24 oktober 2006 betreffende veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan en betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren (PB L 328 van 24.11.2006, blz. 14).
Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie van 12 maart 2010 tot vaststelling van lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit bepaalde dieren en vers vlees in de Europese Unie mogen worden binnengebracht, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 73 van 20.3.2010, blz. 1).
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 139/2013 van de Commissie van 7 januari 2013 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer van bepaalde vogels in de Unie en de desbetreffende quarantainevoorschriften (PB L 47 van 20.2.2013, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 605/2010 van de Commissie van 2 juli 2010 tot vaststelling van de volks- en diergezondheidsvoorwaarden en de veterinaire certificeringsvoorschriften voor het binnenbrengen in de Europese Unie van rauwe melk, zuivelproducten, colostrum en producten op basis van colostrum, bestemd voor menselijke consumptie (PB L 175 van 10.7.2010, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie van 8 augustus 2008 tot vaststelling van een lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit pluimvee en pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 226 van 23.8.2008, blz. 1).
Beschikking 2007/777/EG van de Commissie van 29 november 2007 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften en het model van de certificaten voor bepaalde uit derde landen ingevoerde vleesproducten en behandelde magen, blazen en darmen voor menselijke consumptie en tot intrekking van Beschikking 2005/432/EG (PB L 312 van 30.11.2007, blz. 49).
Verordening (EG) nr. 119/2009 van de Commissie van 9 februari 2009 tot vaststelling van een lijst van derde landen of delen daarvan voor de invoer in of de doorvoer door de Gemeenschap van vlees van wilde leporidae, bepaalde niet-gedomesticeerde landzoogdieren en gekweekte konijnen en tot vaststelling van de voorschriften inzake de veterinaire certificering (PB L 39 van 10.2.2009, blz. 12).
Verordening (EU) nr. 28/2012 van de Commissie van 11 januari 2012 tot vaststelling van voorschriften voor de certificering van de invoer in en de doorvoer door de Unie van bepaalde samengestelde producten en tot wijziging van Beschikking 2007/275/EG en Verordening (EG) nr. 1162/2009 (PB L 12 van 14.1.2012, blz. 1).
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 van de Commissie van 28 april 2016 tot vaststelling van lijsten van derde landen, delen van derde landen en gebieden waaruit de lidstaten het binnenbrengen in de Unie van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong moeten toestaan, tot vaststelling van certificeringsvoorschriften, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en tot intrekking van Beschikking 2003/812/EG (PB L 126 van 14.5.2016, blz. 13).