Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake milieu-effectrapportage in grensoverschrijdend verband
Artikel 11 Vergaderingen van de Partijen
Geldend
Geldend vanaf 23-10-2017
- Redactionele toelichting
Deze versie is nog niet voor alle partijen in werking getreden. Zie voor de partijgegevens de wijziging van 04-06-2004, Trb. 2008, 179.
- Bronpublicatie:
04-06-2004, Trb. 2008, 179 (uitgifte: 08-09-2008, regelingnummer: III/7)
- Inwerkingtreding
23-10-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-09-2017, Trb. 2017, 158 (uitgifte: 08-09-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieueffectrapportage
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Partijen komen, voor zover mogelijk, bijeen ter gelegenheid van de jaarlijkse zittingen van de Adviseurs van Regeringen van ECE-lidstaten inzake milieu- en waterproblemen. De eerste vergadering van de Partijen wordt niet later dan een jaar na de datum van inwerkingtreding van dit Verdrag belegd. Daarna worden vergaderingen van de Partijen gehouden wanneer nodig geacht door een vergadering van de Partijen, of op schriftelijk verzoek van een Partij, mits dit verzoek, binnen zes maanden nadat het door het secretariaat aan de Partijen is toegezonden, door ten minste een derde van de Partijen wordt gesteund.
2.
De Partijen toetsen de uitvoering van het Verdrag voortdurend, en hiertoe verbinden zij zich tot:
- a.
de toetsing van het beleid en de methoden betreffende milieu-effectrapportage van de Partijen, ter verbetering van milieu-effectrapportageprocedures in grensoverschrijdend verband;
- b.
de uitwisseling van informatie over ervaring die wordt opgedaan in het aangaan en uitvoeren van bilaterale en multilaterale overeenkomsten of andere regelingen betreffende de toepassing van milieu-effectrapportage in grensoverschrijdend verband, waarbij een of meer van de Partijen partij zijn;
- c.
de gebruikmaking, indien nodig, van de diensten van bevoegde instanties die over relevante expertise beschikken voor het bereiken van de doelstellingen van dit Verdrag, en tot het streven naar samenwerking met die diensten;
- d.
het tijdens hun eerste vergadering bespreken en door middel van consensus aannemen van een reglement van orde voor hun vergaderingen;
- e.
het bespreken en eventueel aannemen van voorstellen tot wijziging van dit Verdrag;
- f.
het bespreken en treffen van alle overige maatregelen die vereist kunnen zijn voor de verwezenlijking van de doeleinden van dit Verdrag;
- g.
het opstellen, indien nodig, van protocollen bij dit Verdrag;
- h.
de oprichting van zodanige hulporganen als zij nodig achten voor de uitvoering van dit Verdrag;