Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake milieu-effectrapportage in grensoverschrijdend verband
Artikel 14 Wijziging van het Verdrag
Geldend
Geldend vanaf 23-10-2017
- Redactionele toelichting
Deze versie is nog niet voor alle partijen in werking getreden. Zie voor de partijgegevens de wijziging van 04-06-2004, Trb. 2008, 179.
- Bronpublicatie:
04-06-2004, Trb. 2008, 179 (uitgifte: 08-09-2008, regelingnummer: III/7)
- Inwerkingtreding
23-10-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-09-2017, Trb. 2017, 158 (uitgifte: 08-09-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieueffectrapportage
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Iedere Partij kan voorstellen doen tot wijziging van dit Verdrag.
2.
Voorstellen tot wijziging worden schriftelijk ingediend bij het secretariaat, dat ze doet toekomen aan alle Partijen. Tijdens de volgende vergadering van de Partijen worden de voorstellen besproken, mits zij door het secretariaat ten minste negentig dagen tevoren aan de Partijen zijn toegezonden.
3.
De Partijen stellen alles in het werk om overeenstemming te bereiken over voorstellen tot wijziging van dit Verdrag door middel van consensus. Indien alles in het werk is gesteld om tot consensus te komen, en geen overeenstemming is bereikt, wordt het voorstel in laatste instantie aangenomen met een meerderheid van drie vierde van de stemmen van de Partijen die aanwezig zijn en hun stem uitbrengen op de vergadering.
4.
Wijzigingen van dit Verdrag die worden aangenomen in overeenstemming met het derde lid van dit artikel, worden door de Depositaris aan alle Partijen voorgelegd ter bekrachtiging, goedkeuring of aanvaarding. Wijzigingen treden ten aanzien van Partijen die deze hebben bekrachtigd, goedgekeurd of aanvaard, in werking negentig dagen nadat de depositaris een kennisgeving van bekrachtiging, goedkeuring of aanvaarding heeft ontvangen van ten minste drie vierde van het aantal Partijen op het tijdstip waarop die wijzigingen zijn aangenomen. Daarna treden zij ten aanzien van iedere andere Partij in werking op de negentigste dag nadat die Partij haar akte van bekrachtiging, goedkeuring of aanvaarding van de wijzigingen heeft nedergelegd.
5.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de ‘Partijen die aanwezig zijn en hun stem uitbrengen’ verstaan de Partijen die aanwezig zijn en een stem voor of tegen een voorstel uitbrengen.
6.
De in het derde lid van dit artikel beschreven stemprocedure wordt niet geacht een precedent te vormen voor in de toekomst binnen de Economische Commissie voor Europa te sluiten overeenkomsten.