Einde inhoudsopgave
Wijzigingswet Algemene wet inzake rijksbelastingen, enz. (Versterking fiscale rechtshandhaving)
Artikel IA
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2008
- Redactionele toelichting
De onderdelen A en B werken terug t/m 01-01-2006. Onderdeel C werkt terug t/m 11-04-2007 (het tijdstip waarop art. I, onderdeel Oa, van het Belastingplan 2006 in werking treedt).
- Bronpublicatie:
27-09-2007, Stb. 2007, 376 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken: 30322)
- Inwerkingtreding
01-01-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2007, Stb. 2007, 376 jo Stb. 2007, 563 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
27-09-2007, Stb. 2007, 376 jo Stb. 2007, 563 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken: 30322)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Belastingrecht algemeen (V)
De Successiewet 1956 wordt als volgt gewijzigd:
- A.
In artikel 24, eerste lid, wordt in de kop van de tabel ‘III. andere verkrijgers, uitgezonderd de rechtspersonen bedoeld in het vierde lid’ vervangen door: III. andere verkrijgers.
- B.
Na artikel 32 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 32a
Van het recht van overgang is vrijgesteld, hetgeen wordt verkregen door een binnen het Rijk gevestigde instelling als bedoeld in artikel 6.33, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001, voorzover aan de verkrijging niet een opdracht is verbonden, welke aan de verkrijging het karakter ontneemt van te zijn geschied in het algemeen belang.
- C.
Ingeval artikel VIIa, onderdeel E, van het Belastingplan 2006 in werking treedt, vervalt op het tijdstip van die inwerkingtreding in artikel 32a ‘binnen het Rijk gevestigde’ en wordt ‘artikel 6.33, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001’ vervangen door: artikel 6.33, eerste lid, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001.