Einde inhoudsopgave
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie
Artikel 23
Geldend
Geldend vanaf 27-11-2010
- Bronpublicatie:
24-11-2010, PbEU 2010, L 311 (uitgifte: 26-11-2010, regelingnummer: 1080/2010)
- Inwerkingtreding
27-11-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2010, PbEU 2010, L 311 (uitgifte: 26-11-2010, regelingnummer: 1080/2010)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
De voorrechten en immuniteiten welke de ambtenaren genieten zijn uitsluitend in het belang van de Unie toegekend. Behoudens het bepaalde in het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten zijn de betrokkenen niet ontheven van het vervullen van hun particuliere verplichtingen en van het naleven van de geldende wetten en de voorschriften betreffende de openbare orde en veiligheid.
Wanneer deze voorrechten en immuniteiten in het geding zijn, dient het tot aanstelling bevoegde gezag onverwijld door de betrokken ambtenaar hiervan op de hoogte te worden gesteld.
De laissez-passer, bedoeld in het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten, wordt verstrekt aan eenheidshoofden, ambtenaren van de rangen AD 12 tot en met AD 16, ambtenaren die buiten het grondgebied van de Europese Unie werken en andere ambtenaren wanneer het belang van de dienst het vereist.