Einde inhoudsopgave
Statuut voor de personeelsleden van Europol
Artikel 88
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1999
- Bronpublicatie:
03-12-1998, PbEG 1999, C 26 (uitgifte: 30-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-12-1998, PbEG 1999, C 26 (uitgifte: 30-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De functionaris die, opzettelijk of uit nalatigheid, de hem door dit statuut of de Europol-overeenkomst opgelegde verplichtingen niet nakomt, stelt zich aan een tuchtmaatregel bloot.
2.
De tuchtmaatregelen zijn:
- a)
schriftelijke waarschuwing;
- b)
berisping;
- c)
plaatsing in een lagere salaristrap (maximaal vijf salaristrappen lager) van de relevante salarisschaal voor ten hoogste zes maanden, of verlaging van het maandelijks basissalaris met ten hoogste 25 % binnen dezelfde tijdsgrenzen;
- d)
terugzetting van de functionaris in de salarisschaal die onmiddellijk voorafgaat aan die waarin hij zich bevindt op het tijdstip waarop de tuchtmaatregel wordt genomen;
- e)
tuchrechtelijk[lees: tuchtrechtelijk] ontslag, al dan niet met vermindering of intrekking van het recht op ouderdomspensioen; deze maatregel kan echter geen gevolgen hebben voor de rechtverkrijgenden van de functionaris;
- f)
beëindiging van de arbeidsovereenkomst met de functionaris die is aangeworven bij de bevoegde autoriteiten bedoeld in artikel 2, lid 4, van de Europol-overeenkomst (met de aanbeveling om tuchtmaatregelen te nemen).
3.
Bij de toepassing van de tuchtregeling wordt naar behoren rekening gehouden met de ernst van de niet-naleving van de verplichtingen, alsmede met de omstandigheden waarmee deze gepaard gaat, met inbegrip van opzet, mogelijke verstoring van de normale operaties van Europol, schade toegebracht aan Europol zelf, zijn tuchtrechtelijke beginselen of zijn hiërarchie, en recidivisme van de betrokken functionaris.
4.
Eén fout kan slechts tot één tuchtmaatregel leiden.
5.
De tuchtmaatregelen worden toegepast onverminderd de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de functionaris ingevolge de niet-naleving van zijn verplichtingen.
6.
De functionaris die een andere functionaris ertoe overhaalt zijn verplichtingen niet na te leven, en de superieur van de functionaris die de niet-naleving bewust heeft gedoogd, stellen zich aan dezelfde tuchtmaatregelen bloot als de betrokken functionaris.