Einde inhoudsopgave
Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
Artikel 64 Bevestiging van ontvangst of aanhouding
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2020
- Bronpublicatie:
24-01-2020, PbEU 2020, L 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-01-2020, PbEU 2020, L 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
De bevoegde uitvaardigende of verzoekende autoriteit kan binnen 10 dagen na het eind van de overgangsperiode om een bevestiging verzoeken van de ontvangst van een rechterlijke beslissing of een rechterlijk verzoek als bedoeld in Artikel 62, lid 1, onder a), onder c) tot en met e), onder f), punt i), en onder h) tot en met l), en Artikel 63, lid 1, onder a), punten i) en ii), onder b), punten i) tot en met v) en vii), viii) en ix), en onder c), d), f) en g), wanneer zij twijfelt of een dergelijke rechterlijke beslissing of een dergelijk gerechtelijk verzoek door de uitvoerende of aangezochte autoriteit voor het eind van de overgangsperiode werd ontvangen.
2.
In de in Artikel 62, lid 1, onder b), bedoelde gevallen kan de bevoegde uitvaardigende rechterlijke autoriteit, wanneer zij twijfelt of de gezochte persoon op grond van Artikel 11 van Kaderbesluit 2002/584/JBZ voor het eind van de overgangsperiode werd aangehouden, de bevoegde uitvoerende rechterlijke autoriteit binnen 10 dagen na het eind van de overgangsperiode om een bevestiging van de aanhouding verzoeken.
3.
Tenzij reeds een bevestiging is verstrekt uit hoofde van de toepasselijke bepalingen van het recht van de Unie, antwoordt de in de leden 1 en 2 bedoelde uitvoerende of aangezochte autoriteit op een verzoek om een bevestiging van ontvangst of aanhouding binnen 10 dagen na ontvangst van dat verzoek.