Einde inhoudsopgave
Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft
Artikel 147gg [Overeenkomst inzake bewaring]
Geldend
Geldend vanaf 15-03-2016
- Bronpublicatie:
05-03-2016, Stb. 2016, 97 (uitgifte: 14-03-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
15-03-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-03-2016, Stb. 2016, 97 (uitgifte: 14-03-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
Een overeenkomst inzake bewaring als bedoeld in artikel 4:62m, tweede lid, van de wet tussen een Nederlandse beheerder van een beleggingsinstelling en een bewaarder voldoet aan de ingevolge artikel 21, tweede, twaalfde, dertiende, veertiende, vijftiende en zeventiende lid, van de richtlijn beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen gestelde eisen.
2.
Een overeenkomst inzake bewaring als bedoeld in artikel 4:62m, tweede lid, van de wet tussen een beheerder van een icbe en een bewaarder voldoet aan de ingevolge de artikelen 22, tweede lid, en 26ter, onderdeel a, van de richtlijn instellingen voor collectieve belegging in effecten gestelde eisen.
3.
Verplichtingen tot vertrouwelijkheid die op de beheerder en de bewaarder bij de overeenkomst inzake bewaring van toepassing zijn, beperken niet de toegang van de toezichthouders of de toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van de beleggingsinstelling of icbe tot relevante informatie.