Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake milieu-effectrapportage in grensoverschrijdend verband
Aanhangsel III Algemene criteria als hulpmiddel bij het vaststellen van het milieu-effect van activiteiten die niet worden genoemd in Aanhangsel I
Geldend
Geldend vanaf 10-09-1997
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 2014, 174).
- Bronpublicatie:
25-02-1991, Trb. 1991, 174 (uitgifte: 13-12-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-09-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-12-1997, Trb. 1997, 298 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieueffectrapportage
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1
Indien er sprake is van een voorgenomen activiteit waarop artikel 2, vijfde lid, van toepassing is, kunnen de betrokken Partijen bezien of die activiteit mogelijk een belangrijk nadelig grensoverschrijdend milieu-effect heeft, met name aan de hand van een of meer van de volgende criteria:
- a.
omvang: voorgenomen activiteiten die voor dat soort activiteit een grote omvang zouden hebben;
- b.
plaats: voorgenomen activiteiten die zouden plaatsvinden in of nabij een gebied waar het milieu bijzonder kwetsbaar is, of dat van bijzonder belang is (bijvoorbeeld watergebieden die als bijzonder gelden krachtens de Overeenkomst van Ramsar, nationale parken, natuurreservaten, gebieden van bijzonder wetenschappelijk belang, of van archeologische, culturele of historische betekenis); alsmede voorgenomen activiteiten op plaatsen waar de kenmerken van een voorgenomen ontwikkeling belangrijke nadelige gevolgen voor de bevolking zou hebben;
- c.
gevolgen: voorgenomen activiteiten met bijzonder ingewikkelde en mogelijk nadelige gevolgen, waaronder activiteiten die ernstige gevolgen zouden hebben voor mensen of voor waardevolle planten- en diersoorten of organismen, activiteiten waardoor het bestaan of het mogelijke nut van een gebied wordt bedreigd, en activiteiten die een extra belasting veroorzaken waartegen het milieu niet bestand is.
2
De betrokken Partijen bezien in dit verband voorgenomen activiteiten die nabij een internationale grens zijn gepland, alsmede voorgenomen activiteiten die op grotere afstand zouden plaatsvinden, die belangrijke nadelige grensoverschrijdende milieu-effecten zouden kunnen veroorzaken op grote afstand van de plaats waar zij zijn gepland.