Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling zeevisserij
Artikel 88 Documenten aan boord
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2016
- Bronpublicatie:
25-01-2016, Stcrt. 2016, 3773 (uitgifte: 27-01-2016, regelingnummer: WJZ/15167154)
- Inwerkingtreding
01-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-01-2016, Stcrt. 2016, 3773 (uitgifte: 27-01-2016, regelingnummer: WJZ/15167154)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
1.
Voor zover een vissersvaartuig is aangemeld bij de Inspectie Leefomgeving en Transport zoals vereist krachtens artikel 20, tweede lid, van het Vissersvaartuigenbesluit of artikel 1.11 van het Vissersvaartuigenbesluit 2002 heeft de ondernemer van een vissersvaartuig of diens gemachtigde de desbetreffende aanmelding aan boord van het vissersvaartuig.
2.
Voor zover het motorvermogen van een vissersvaartuig meer dan 120 kW is, heeft de ondernemer van een vissersvaartuig of diens gemachtigde het zegelplan, bedoeld in artikel 88, derde lid, aan boord van het vissersvaartuig.
3.
De ondernemer van een vissersvaartuig of diens gemachtigde doet onverwijld doch in ieder geval vóór het tijdstip van aanlanding melding van wijzigingen die zich ten aanzien van de hoofdmotor of hoofdmotoren van het desbetreffende vaartuig hebben voorgedaan ten opzichte van de in het eerste lid bedoelde aanmelding of het bij dat vaartuig behorende zegelplan en die hem bekend waren of hem redelijkerwijs bekend hadden moeten zijn. Wijzigingen die kennelijk zijn opgetreden door menselijk toedoen worden in ieder geval aangemerkt als redelijkerwijs bekend.
4.
De melding, bedoeld in het derde lid, geschiedt overeenkomstig artikel 7, tweede lid.