Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling zeevisserij
Artikel 84a Voorwaarden vismachtiging zeebaars
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
21-12-2023, Stcrt. 2023, 35804 (uitgifte: 29-12-2023, regelingnummer: WJZ/41350256)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2023, Stcrt. 2023, 35804 (uitgifte: 29-12-2023, regelingnummer: WJZ/41350256)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
1.
Een vismachtiging als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de controleverordening, voor de in artikel 10, derde lid, aanhef en onderdeel c, van de verordening vangstmogelijkheden bedoelde visserijactiviteiten, kan worden verleend, indien de aanvraag een vissersvaartuig betreft:
- a.
waarmee in de in artikel 10, derde lid, tweede alinea, van de verordening vangstmogelijkheden bedoelde periode blijkens de logboekgegevens met het type vistuig LHP, bedoeld in Bijlage XI van de uitvoeringsverordening controleverordening, op zeebaars is gevist, voor zover:
- i.
in de op het desbetreffende vissersvaartuig betrekking hebbende visvergunning was vermeld dat het de vergunninghouder was toegestaan in betrokken periode op zeebaars te vissen, en
- ii.
de aanvrager van de vismachtiging voor 31 december 2016 om 24.00 uur geen afstand heeft gedaan van het recht op de vermelding zeebaars op de op het desbetreffende vissersvaartuig betrekking hebbende visvergunning, overeenkomstig artikel 84a, tweede lid, onderdeel b, subonderdeel i, zoals dat artikelonderdeel op 31 december 2016 luidde, of
- b.
dat dient ter vervanging van een of meer vissersvaartuigen van de desbetreffende ondernemer, ten aanzien waarvan is voldaan aan onderdeel a en het motorvermogen van het vervangende vissersvaartuig niet meer bedraagt dan het motorvermogen van het vissersvaartuig dat wordt of de vissersvaartuigen die worden vervangen.
2.
In afwijking van het eerste lid kan de vismachtiging worden verleend, indien:
- a.
de aanvrager ten genoegen van de Minister aannemelijk heeft gemaakt dat er bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat hij in de desbetreffende periode met het desbetreffende vissersvaartuig niet in staat was de visserij uit te oefenen, mits hij in de periode daaraan voorafgaand met het desbetreffende vissersvaartuig wel op zeebaars heeft gevist en daartoe gerechtigd was, of
- b.
het een vissersvaartuig betreft waarvoor binnen de in het eerste lid bedoelde periode, op de op dat vaartuig betrekking hebbende visvergunning overeenkomstig artikel 84a, tweede lid, onderdeel a, zoals dat artikelonderdeel op 31 december 2016 luidde, is vermeld dat het de vergunninghouder is toegestaan te vissen op zeebaars en de aanvrager ten genoegen van de Minister aannemelijk heeft gemaakt dat er bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat hij niet in staat was met het desbetreffende vissersvaartuig in het restant van de desbetreffende periode, de visserij uit te oefenen.
3.
Een vismachtiging als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de controleverordening, voor de in artikel 10, derde lid, aanhef en onderdeel d, van de verordening vangstmogelijkheden bedoelde visserijactiviteiten, kan worden verleend, indien de aanvraag een vissersvaartuig betreft:
- a.
waarmee in de in artikel 10, derde lid, derde alinea, van de verordening vangstmogelijkheden bedoelde periode blijkens de logboekgegevens met het type vistuig GTR, GNS, GNC, FYK, FPN of FIX, bedoeld in Bijlage XI van de uitvoeringsverordening controleverordening op zeebaars is gevist, of
- b.
dat dient ter vervanging van een of meer vissersvaartuigen van de desbetreffende ondernemer, ten aanzien waarvan is voldaan aan onderdeel a en het motorvermogen van het vervangende vissersvaartuig niet meer bedraagt dan het motorvermogen van het vissersvaartuig of de vissersvaartuigen die worden vervangen.